Wat is de Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp?

De Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp is op 1 januari 2024 in werking getreden. Met deze wet wordt de rechtspositie van jongeren in gesloten jeugdhulp verbeterd. Er worden strenge voorwaarden verbonden aan het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Aanleiding voor de wetswijziging

Het wetsvoorstel over de rechtspositie van jongeren past bij het af- en ombouwen van de gesloten jeugdhulp, JeugdzorgPlus. Daar komen jongeren terecht vanwege complexe ontwikkelingsproblemen en zorgen over hun veiligheid. Maar zij ervaren de JeugdzorgPlus vaak als repressief, oftewel onderdrukkend en beheersend, en als onveilig en weinig liefdevol. Hierdoor krijgen zij juist meer psychische problemen. Daarom is besloten dat het anders moet:

  • Steeds minder jongeren mogen tot 2025 geplaatst worden in JeugdzorgPlus-instellingen. In 2030 moet dat afgelopen zijn. Voor de jongeren die nu nog in gesloten jeugdhulp zitten, moet er snel iets veranderen. Daarvoor is de wetswijziging bedoeld.
  • Intussen wordt gezocht naar alternatieven voor een gesloten plaatsing. Het liefst wordt gekozen voor intensieve ambulante hulp thuis. En anders voor een 'zo thuis mogelijke' omgeving, zoals een gezinshuis of kleinschalig verblijf.

Doel van het wetsvoorstel

Het is de bedoeling dat jongeren in de gesloten jeugdhulp door het wetsvoorstel een betere rechtspositie krijgen. Dat betekent dat ze zo min mogelijk te maken krijgen met vrijheidsbeperkende maatregelen. Maar ook dat een maatregel die wordt opgelegd zo kort mogelijk duurt. Denk aan afzondering, vastgehouden worden of het controleren van het lichaam, urine of bezittingen.

Voor zulke maatregelen worden de voorwaarden strenger, volgens het 'nee, tenzij-principe'. Instellingen mogen geen vrijheidsbeperkende maatregelen meer nemen, tenzij die voor de ontwikkeling of veiligheid van de jongere noodzakelijk en naar verwachting effectief zijn. Maar alleen wanneer er geen goed alternatief is.

Aangenomen amendementen

De Tweede Kamer heeft twaalf amendementen op het wetsvoorstel aangenomen waardoor de jongeren meer rechten krijgen die hun leefsituatie verbeteren:

  • Ouders en voogden krijgen ieder half jaar een rapportage van de toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen. Zo worden ze beter geïnformeerd.
  • Klachtencommissies die een klacht van jongeren gegrond verklaren, mogen hen ook meteen een schadevergoeding toekennen. Jongeren hoeven daarvoor dan niet meer naar de rechter.
  • Jongeren krijgen standaard een vertrouwenspersoon toegewezen in plaats van dat zij die zelf moeten inschakelen.
  • Jongeren hebben vrije toegang tot hun vertrouwenspersoon. Dat was al zo, maar in de praktijk moesten ze soms toch toestemming vragen aan de instelling of hun ouders.
  • Jongeren hebben recht op zak- en kleedgeld. Dit bleek in sommige instellingen niet goed geregeld.
  • Jongeren hebben het recht om volgens hun eigen godsdienst of levensovertuiging te leven en bijvoorbeeld ruimte te krijgen voor gebed en vieringen.
  • Jongeren met een kind hebben het recht om samen met hun kind in de gesloten instelling te wonen. Daar moeten dus faciliteiten beschikbaar zijn voor het verzorgen en opvoeden van een kind.
  • Jongeren mogen brieven of berichten uitwisselen met hun gemeente, gemeenteraad of raadsleden. Bijvoorbeeld om aandacht te vragen op lokaal niveau. Tot nu toe mocht dat alleen op landelijk niveau.
  • Jongeren onder de 12 jaar mogen niet meer opgesloten worden, ook niet tijdens vervoer en verblijf in gerechtsgebouwen. Tot nu toe mocht dat wel.
  • Naast ouders en andere gezinsleden mogen ook vrienden buiten de vaste bezoektijden op bezoek komen. Voor veel jongeren zijn vrienden belangrijk, zeker als hun relatie met familie ingewikkeld is.
  • Jongeren krijgen langer de tijd om in beroep te gaan tegen een uitspraak van de klachtencommissie: in plaats van zeven dagen hebben ze zes weken de tijd voor deze lastige procedure.
  • Jongeren mogen eisen stellen aan hun eigen kamer, bijvoorbeeld aan de afmetingen en de kwaliteit. Het is belangrijk dat jongeren zich er zoveel mogelijk thuis voelen.

Afgewezen amendementen

De Tweede Kamer heeft twee amendementen niet aangenomen:

  • het verkorten van de maximale termijn voor het opstellen van een hulpverleningsplan van zes naar drie weken.
  • het zo snel mogelijk inschakelen van een gedragswetenschapper bij het nemen van een vrijheidsbeperkende maatregel. Zo kan degene met de jongere spreken en beoordelen of de maatregel genomen mag worden. Daardoor kunnen jongeren nog steeds twaalf uur lang onterecht een vrijheidsbeperking krijgen. Dat komt niet overeen met het streven om vrijheidsbeperking te verminderen.

Tekst van de wetswijziging in Staatsblad 2023, 182 (Officielebekendmakingen.nl)

Anne Addink