In de gesloten jeugdhulp mag je als professional in sommige situaties een jongere een vrijheidsbeperkende maatregel opleggen. Toch werken alle instellingen inmiddels aan het terugdringen van zulke maatregelen. Waarom doen ze dat? En welke alternatieven zijn er voor de behandeling en de veiligheid van jongeren?
Waarom zijn vrijheidsbeperkende maatregelen toegestaan?
De Jeugdwet staat toe om in JeugdzorgPlus-instellingen vrijheidsbeperkende maatregelen toe te passen als deze in het belang van de behandeling van jongeren zijn. Voorbeelden zijn controle op drugs via de urine, afzondering in de eigen kamer en vastpakken. Volgens de wet gelden voor het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen twee voorwaarden:
- De kinderrechter moet voor de jongere een machtiging gesloten jeugdhulp hebben afgegeven.
- De specifieke maatregelen moeten in het behandelplan staan. Dat betekent dat deze maatregelen alleen ingezet mogen worden als dat nodig is om de doelen van de jeugdhulp te bereiken. In geval van nood, bijvoorbeeld als er een heftige vechtpartij op de groep is, mag je voor de veiligheid ook maatregelen inzetten die niet in het behandelplan staan.
Waarom vrijheidsbeperking verminderen?
Het inzetten van vrijheidsbeperkende maatregelen hoort bij te dragen aan de behandeling van jongeren. Maar het nemen van zo'n maatregel is een vorm van dwang waarvoor je macht gebruikt. Je kunt die macht positief inzetten: voor een veilige en gestructureerde omgeving en om crisissituaties te beheersen. Maar deze macht kan ook repressief zijn. Denk aan wanneer je een vrijheidsbeperkende maatregel onterecht inzet of gebruikt om een jongere te straffen.
Uit onderzoek en gesprekken met jongeren blijkt dat er regelmatig vrijheidsbeperkende maatregelen op een verkeerde manier gebruikt worden. Dit heeft negatieve effecten op hun ontwikkeling.
Wat wordt er al gedaan om vrijheidsbeperking te verminderen?
Uit onderzoek blijkt dat ook begeleiders alternatieven willen om jongeren te helpen zonder vrijheidsbeperkende maatregelen. De instellingen proberen daarom het gebruik ervan terug te dringen. Bijvoorbeeld door te werken aan een goede sfeer op de groep, een jongere die het moeilijk heeft meer aandacht te geven of andere methodieken te gebruiken tijdens het werk. De Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp zorgt dat je minder vrijheidsbeperkende maatregelen neemt. Deze hanteert het principe 'nee, tenzij': je mag vrijheidsbeperkende maatregelen niet toepassen, tenzij:
- er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn
- de maatregel evenredig is
- de maatregel naar verwachting helpt
Begeleiden zonder vrijheidsbeperking
Het kan moeilijk zijn om te bedenken hoe je jongeren goed kan helpen zonder vrijheidsbeperking. Gebruik dan deze tips voor het vinden van andere mogelijkheden:
- Stel samen met jongere en ouders een signaleringsplan op.
- Besteed aandacht aan huiselijkheid en een positief leefklimaat.
- Zoek naar een verklaring van iemands gedrag in plaats van de focus te leggen op consequentie en straf.
- Bouw aan relationele veiligheid en bied de jongere nabijheid.
- Respecteer de autonomie van de jongere.
- Maak gebruik van de presentiebenadering.
- Leg als team de nadruk op de-escalerend werken, denk aan Geweldloos Verzet.
- Zorg dat de jongere contact heeft met familie en vrienden.
- Organiseer een JIM voor de jongere.
- Zorg voor ontspanning en sport.
- Ga buiten een rondje lopen met een jongere.
- Voorkom onveilige situaties met behulp van een risicotaxatie-instrument.
Meer informatie
Factsheet Terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen (Jeugdzorg Nederland)Presentiebenadering (Andriesbaart.nl)Methodeboek geweldloos verzet in de (semi-)residentiele setting (PI Research)JIM-aanpak (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie)
