In 2015 is de Jeugdwet ingevoerd. Sindsdien bieden wijkteams hulp dichtbij huis aan kinderen, jongeren, ouders en andere buurtbewoners. Welke meerwaarde hebben wijkteams? En wat is er bekend over wat wel en niet werkt in hun hulpverlening?
Actieve wijkteams hebben meer impact
Uit onderzoek komen steeds meer aanwijzingen dat actieve wijkteams betere resultaten boeken dan niet-actieve. Een wijkteam is actief wanneer het meer dan 5 procent van de ambulante jeugdhulp zelf uitvoert en niet alleen doorverwijst. Er zijn meerdere verschillen tussen actieve en niet-actieve teams in wat werkt in hun hulp.
Actieve wijkteams hebben een groter bereik
Actieve teams bereiken meer jongeren met een migratieachtergrond en jongeren met een lage sociaaleconomische status. Zo is sinds 2015 het gebruik van jeugdhulp onder deze groepen meer gestegen in gemeenten met actieve wijkteams dan met niet-actieve wijkteams. Dat komt onder andere door een grotere instroom van deze groepen in de zorg. Actieve wijkteams zijn namelijk beter in het opsporen van verborgen zorgvragen. Vooral bij groepen die minder snel gebruikmaken van zorg. Ze zoeken actief naar kinderen, jongeren en gezinnen in de wijk met mogelijke zorgvragen. Zo weten ze sneller wanneer iemand hulp nodig heeft, wordt de zorg toegankelijker en voorkomen ze dat problemen erger worden.
Actieve teams zorgen voor daling ambulante specialistische hulp
In gemeenten met actieve wijkteams daalt het aantal ambulante specialistische trajecten en crisistrajecten licht, vergeleken met gemeenten met niet-actieve wijkteams. Dit betekent dat zij eerder zien wie hulp nodig heeft en welke hulp dat is. Ook duurt de begeleiding bij actieve wijkteams korter: 337 dagen tegen 389 dagen bij niet-actieve wijkteams. Dit verschil kan gevolgen hebben, want na een jaar wordt een nieuwe schatting gemaakt of en welke hulp nodig is. Dit bepaalt de financiering voor de zorg. Ook maakt de duur van het traject uit voor de doorstroming: hoe korter de zorg, des te sneller het wijkteam anderen kan helpen.
Kwaliteit van hulp
Uit onderzoek blijkt dat voor het verhogen van de kwaliteit van de hulp van het wijkteam drie activiteiten belangrijk zijn:
Verbinden
Door aanwezig te zijn in de wijk en zelf gesprekken aan te gaan, wordt het wijkteam makkelijker gevonden door inwoners. Zorg voor een persoonlijke band met de buurt en samenwerkingspartners. Ga als wijkteamprofessionals met een open houding het gesprek aan en geef mensen de tijd te om hun verhaal te vertellen.
Vertrouwen
Om een vertrouwensband op te bouwen is het belangrijk dat wijkteamprofessionals duidelijk zijn over wat er precies gaat gebeuren. Voor de samenwerking met partners in de wijk is een gedeelde visie en vertrouwen in elkaars expertise onmisbaar.
Verantwoordelijkheid
Als wijkteamprofessionals verantwoordelijkheid nemen voor hun werk, vertrouwen inwoners en samenwerkingspartners hen meer. Wat hierbij helpt is dat ze helder communiceren, verwachtingen tegenover elkaar uitspreken en afspraken nakomen. Van wijkteams wordt verwacht dat zij iemands vraag onderzoeken en hulp geven op een passende manier. Ze kijken naar wat iemand nodig heeft en niet naar het beschikbare aanbod in de wijk. Als zij iemand doorverwijzen naar specialistische hulp blijven ze betrokken, houden ze de leiding over de hulp en volgen ze hoe het gaat.
Langetermijnbeleid in gemeente helpt
Wijkteams hebben voordeel bij een consistente visie op de functie van het wijkteam en een langetermijnbeleid vanuit de gemeente. Dit betekent dat zij een duidelijke taak krijgen die in de loop van tijd niet verandert. Ook zijn ze dan onderdeel van het bredere stelsel van jeugdhulp in de gemeente en sluiten ze meer aan bij andere zorgaanbieders. Door deze stabiliteit hebben wijkteams meer ruimte om te leren en te groeien in de uitvoering van hun werk.
Hoe kijken cliënten naar de hulp?
Uit onderzoek in opdracht van de Associatie Wijkteams blijkt dat de cliënten van 33 wijkteamorganisaties over het algemeen tevreden zijn en de hulp van het wijkteam een 7,7 geven. Een ruime meerderheid van bijna tienduizend cliënten vond de ondersteuning van het wijkteam op tijd (72 procent), passend (81 procent), helpend (76 procent) en kwalitatief goed (80 procent). En 67 procent voelde zich zelfredzamer nadat de hulp afliep.
Te weinig gegevens over wijkteams
Er is er nog te weinig bekend over hoe wijkteams werken en wat hiervan de resultaten zijn. Dat is jammer. Wijkteams kunnen zich met die data vergelijken met andere teams en leren over wat wel en niet werkt in hun hulp. Ook kunnen ze zich beter profileren. Denk aan het laten zien dat ze hun werk goed doen en rekening houden met de problemen in de wijk. Daarom moeten wijkteams hun werk beter monitoren. Enkele tips:
- Gebruik cijfers om de eigen hulpverlening te verbeteren. Ga regelmatig in gesprek binnen de organisatie over wat de cijfers betekenen en wat er veranderd moet worden.
- Zorg dat gegevens over bijvoorbeeld het aantal trajecten, uitval, tevredenheid van cliënten en het bereiken van doelen openbaar en goed te vinden zijn. Doe dit bijvoorbeeld in jaarverslagen of de CBS Jeugdmonitor.
- Meet consistent en regelmatig zodat trends zichtbaar worden en er meer gezegd kan worden over het functioneren van de wijkteams.
- Ga met gemeenten en partners in gesprek over maatschappelijke opgaven. Laat zien hoe het wijkteam hieraan bijdraagt met activiteiten.
Lees meer over de toegevoegde waarde van wijkteamsTool 'Samen in gesprek over cijfers'
