Hoe werk je aan professionalisering in het jeugddomein?

Jeugdprofessionals die zichzelf ontwikkelen en blijven leren hebben meer kennis en vaardigheden om hun vak uit te oefenen. Dit helpt bij het bieden van goede begeleiding, hulp, ondersteuning en zorg aan ouders, kinderen en jongeren. Door aandacht te geven aan professionalisering stimuleer je dat het leren voortdurend plaats vindt. Maar hoe werk je als professional hieraan? En welke randvoorwaarden vraagt dit?

Niveaus van professionalisering

Professionalisering speelt zich op twee niveaus af:

1. Professionalisering van de beroepsgroep

Op dit niveau omschrijven professionals vanuit hun beroepsorganisatie hun beroep en maken ze duidelijk welke plek dit heeft in het jeugdveld. Hiermee proberen ze de positie van hun beroep te verstevigen.

2. Professionalisering van de individuele professional

Dit gebeurt op de werkvloer. Hier bouwen professionals kennis op, leren ze nieuwe methoden en werken ze aan het versterken van hun vaardigheden. Dit doen ze met behulp van verschillende leervormen, zoals opleiding, training, reflectie, intervisie en werkbegeleiding. Ook leren ze iedere dag door het contact met kinderen, jongeren en ouders en door samenwerking met collega's binnen en buiten de organisatie.

Samenhang tussen de niveaus

Deze twee niveaus van professionalisering hangen met elkaar samen. Als individuele professionals zich ontwikkelen, heeft dit een positieve invloed op de kwaliteit van hun werk. Dit is goed voor de erkenning van het beroep. Andersom ondersteunen de professionele kaders van een beroepsgroep professionals bij het uitvoeren van hun werk. Door op beide niveaus aan professionalisering te werken, proberen professionals een werksituatie te ontwikkelen waarin ze ruimte nemen én krijgen om hun eigen beslissingen te kunnen nemen.

Hoe werk je op beroepsniveau aan professionalisering?

Fase 1. Opbouw van een deskundigheidsdomein

Ieder beroep heeft een eigen deskundigheidsdomein, ook wel 'body of knowledge and skills' genoemd: een gereedschapskist met kennis en instrumenten. Deze is voor bijvoorbeeld jeugd- en gezinsprofessionals anders gevuld dan voor bijvoorbeeld jeugdverpleegkundigen. Een deskundigheidsdomein bestaat uit:

  • Theoretische kennis, bijvoorbeeld over ontwikkelingspsychologie of visies op opvoeding.
  • Methoden, instrumenten en technieken voor de praktijk.
  • Kennis over de effectiviteit: 'wat werkt'.

Fase 2. Erkenning van het deskundigheidsdomein

De erkenning van het deskundigheidsdomein start met het ontwikkelen van een beroeps- of competentieprofiel. In zo'n profiel maakt een beroepsgroep duidelijk wat de specifieke beroepstaken zijn en welke competenties hiervoor nodig zijn. Voorbeelden van competentieprofielen voor jeugdprofessionals zijn het competentieprofiel voor de hbo jeugd- en gezinsprofessional, het competentieprofiel voor de kinder- en jongerenwerker en het competentieprofiel voor de pedagogisch werker kinderopvang.

Een volgende stap is de erkenning van het competentieprofiel van de beroepsgroep door beroepsverenigingen, werkgevers en organisaties van ervaringsdeskundigen. Deze erkenning draagt bij aan versterking van de beroepsgroep:  

  • Werkgevers kunnen het profiel gebruiken bij het werven van nieuwe medewerkers en bij loopbaanontwikkeling.
  • Opleidingen weten voor welke taken ze toekomstige professionals moeten opleiden en welke competenties in de opleiding langs moeten komen.
  • Kinderen, jongeren en ouders weten wat ze van professionals van deze beroepsgroep kunnen verwachten.
  • Professionals kunnen aan de hand van een competentieprofiel reflecteren op hun eigen werk.

Op de pagina Beroepscompetentieprofielen vind je meer informatie hierover.

Andere mogelijkheden voor professionalisering op beroepsniveau

  • Opzetten van een beroepsvereniging.
  • Ontwikkelen van een beroepscode.
  • Controleren en bewaken van de kennis en ervaring van professionals binnen het vakgebied via beroepsregistratie.
  • Organiseren van tuchtrecht, als toets voor het handelen van professionals volgens de beroepscode. Zie bijvoorbeeld het tuchtrecht voor professionals in jeugdhulp en jeugdbescherming, georganiseerd door de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd.
  • Opzetten van een beroepsopleiding, waarna je met een diploma toegang hebt tot het werkveld. Zie bijvoorbeeld de diplomacheck voor de kinderopvang op Kinderopvang-werkt.nl.

Hoe kun je werken aan professionalisering op de werkvloer?

Onderstaand model helpt bij het vormgeven van professionalisering op de werkvloer. Centraal staan de vier elementen in het vakmanschap van professionals. Deze elementen vormen een vertaling van de professionele kaders van de beroepsgroep. Denk aan competentieprofielen, richtlijnen en dergelijken naar de praktijk.

Elementen vakmanschap

Kennis en kunde

Om hun werk goed te kunnen doen, hebben professionals in de eerste plaats inhoudelijke kennis en kunde nodig.

  • Specifieke kennis en kunde is bestemd voor jeugdprofessionals die vanuit hun beroep of functie werken met specifieke doelgroepen of problemen. Bijvoorbeeld gezinnen met scheidingsproblematiek of radicaliserende jongeren.
  • Generieke kennis en kunde geldt voor alle jeugdprofessionals die met kinderen, jongeren en ouders werken. Denk aan zicht hebben op wat een kind of jongere nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen en het gebruiken van algemene gesprekstechnieken.

Persoonlijke en samenwerkingsopgaven

Vragen van professionals gaan vaak over de inhoud van een beroep, maar nog veel vaker over de eigen ontwikkeling en de persoonlijke en samenwerkingsopgaven die ze hierin tegenkomen:

  • Persoonlijke opgaven gaan over jezelf ontwikkelen als persoon en als professional.
  • Samenwerkingsopgaven gaan over wat nodig is om op een goede manier te kunnen samenwerken. Bijvoorbeeld elkaars werkwijze begrijpen, elkaars taal verstaan en elkaar kunnen zien en ontmoeten.

Aandacht voor inhoud en ontwikkeling 

Zowel inhoudelijke kennis en kaders als het leren en ontwikkelen vragen aandacht bij professionalisering op de werkvloer. Doen wat nodig is voor een kind of gezin vraagt om kennis en kunde en vervolgens dit te wegen en vanuit professionaliteit te handelen naar wat een specifieke situatie vraagt. Reflectie, samenwerken en samen leren met collega's helpen om steeds beter te worden in het maken van deze afwegingen. Zie voor een overzicht de pagina Leervormen: hoe maak ik een keuze? in dit dossier. Ook het Platform Vakmanschap Jeugdprofessionals biedt de mogelijkheid om van elkaars ervaringen te leren.

Verantwoordelijkheden van de organisatie bij professionalisering

Organisaties hebben een belangrijke rol bij de ondersteuning van de professionalisering van hun medewerkers. Hierbij gaat het om het:

  • Erkennen van hun professionele verantwoordelijkheid door ervoor te zorgen dat professionals handelen volgens hun vakinhoudelijke kaders. Dit betekent: ruimte geven aan professionals om zelfstandig en samen met collega's beslissingen te nemen.
  • Aansluiten van functieprofielen op het competentieprofiel dat voor de professionals van toepassing is.
  • Zorgen voor de randvoorwaarden waarbinnen professionals vak kunnen uitoefenen en ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Denk aan scholingsbeleid met tijd en middelen om te leren en reflecteren en een goede inwerkperiode.
  • Ontwikkelen en implementeren van een gedragscode en protocollen zodat voor medewerkers duidelijk is wat van hen verwacht wordt.
  • Aanbieden van kwalitatieve stage- en opleidingsplekken voor toekomstige professionals.
  • Zorg dragen voor beginnende professionals, bijvoorbeeld door extra inwerktijd en een buddy.
  • Haarsma, L. (2018). Beroepscode en autonomie van de jeugdprofessional. In: Professionele autonomie in de praktijk. In: Verandering door verbinding. Handvatten voor de praktijk van de jeugdprofessional. Gardol. G. & Haarsma, L. (red.). p. 125-138. Uitg. Coutinho.
  • Kooijman, A. (2018). Ruimte voor ontwikkeling in wijkteams. Hoe kun je slim leren in de dagelijkse hectiek van het sociaal (wijk)team? Utrecht: Movisie.
  • Omlo, J., Fermin, A., Peters, F., Liefhebber, S., & van Pelt, M. (2023). Sociaal werkers anno 2022. P.24-25. Utrecht: Movisie.
  • Stals, K. & Berger, M. (2018). Professionele autonomie in de praktijk. In: Verandering door verbinding. Handvatten voor de praktijk van de jeugdprofessional.Gardol. G. & Haarsma, L. (red.). p. 67-80. Uitg. Coutinho.
  • Stevenson, M., Hedberg, J. G., O'Sullivan, K. A., & Howe, C. (2016). Leading learning: The role of school leaders in supporting continuous professional development. Professional Development in Education, 42(5), 818-835.
foto Martine Broere

Martine Broere

senior medewerker inhoud