Van gesloten naar kleinschalig: Tesja over de omslag in de jeugdzorg
Onervaren begon Tesja van Dijk als groepswerker in een gesloten woonvoorziening voor jongeren met een licht verstandelijke beperking met bijkomende gedrags- of psychiatrische problemen. 'We liepen met piepers rond, hielden deuren op slot, en werkten vooral vanuit beheersing. Dat voelde onrustig en gejaagd.' Nu werkt ze in een kleinschalige, huiselijke setting in Amsterdam, waar ze ontdekte dat vertragen en verdragen letterlijk deuren opent.
We liepen met piepers rond, hielden deuren op slot, en werkten vooral vanuit beheersing.

Een wereld van beheersing
In haar vorige functie werkte Tesja op een groot terrein met acht leefgroepen en in totaal 64 jongeren. 'De gesloten woonvoorziening was een soort mini-samenleving, met een school op het terrein, een strak dagprogramma en een uur per dag verplicht op je kamer.'
Beheersing stond centraal: camera's, bedden vastgeschroefd aan de grond, piepers en een grote sleutelbos 'Ík had de macht om te bepalen of een jongere naar buiten mocht. Dat voelde als een grote verantwoordelijkheid.'
Brandjes blussen
De sfeer was vaak gespannen. 'We waren de hele tijd brandjes aan het blussen. De pieper ging af, en dan moest je naar een collega, maar dan liet je een andere collega achter, of bleef je zelf alleen. Het werk zat vol adrenaline en stress.'
Er was veel ziekteverzuim en weinig vaste krachten. 'We volgden protocollen, maar er was weinig ruimte voor reflectie of professionele ontwikkeling. Als ik de dienst maar doorkwam zonder al te veel incidenten en de regels volgde, dan was het een soort van geslaagd.'
Regels boven relaties
Er bestond een sterke wij-zij cultuur. 'Wij bepaalden de regels en jongeren moesten zich eraan houden. Bij incidenten volgden twee keuzes: naar hun kamer of de afzonderingsruimte. Ik ben weleens gebeten of thuisgekomen met blauwe plekken. Toch deed ik gewoon wat er van me verwacht werd.'
Relationeel werken kwam weinig aan bod en ook de samenwerking met ouders was beperkt. 'Zij stonden op afstand en voelden zich machteloos in de opvoeding van hun kind, net als wij soms.'
Nu is het veel gelijkwaardiger, ik laat mijn werk leiden door wat op dit moment, in deze situatie, goede zorg is voor de jongere.
'Eigenlijk paste dat werk helemaal niet bij mij'
Tesja noemt zichzelf zachtaardig en is terughoudend in conflicten. 'Achteraf paste dat werk niet bij mij. Ik deed vooral wat ik dacht dat een groepsleider hoort te doen: volgens de verwachtingen van collega's, de protocollen van de organisatie en wat de maatschappij van ons vraagt.' Gelukkig veranderde de aanpak, en daarmee ook de manier waarop hulp werd geboden aan jongeren. Het terrein werd overgenomen door Levvel en verhuisde met de jongeren en professionals naar kleinschalige verblijven in Amsterdam. 'Dat was een positieve overgang.'
Pas in het kleinschalig verblijf van Levvel ontdekte ze dat het anders kon en dit werk wel bij haar past. 'Nu is het veel gelijkwaardiger, ik laat mijn werk leiden door wat op dit moment, in deze situatie, goede zorg is voor de jongere.'
Een groot leermoment
Tesja kijkt terug op een van haar allergrootste leermomenten. 'Als een jongere intens boos en emotioneel was en er alarm werd geslagen, reageerden we vooral vanuit de behoefte om de situatie te beheersen, zonder echt stil te staan bij wat achter het gedrag zat.' Eén keer doorbrak ze dat patroon. 'Op dat moment vroeg ik de jongere of hij eigenlijk niet vooral verdrietig was, in plaats van boos. Dat raakte iets. We lieten hem los uit de afzondering, en hij zocht troost bij zijn groepsleider. Dat raakte me diep.'
'Deze aanpak van relationeel werken is nu juist de basis van hoe we in de nieuwe, kleinschalige setting werken. In zulke situaties vraagt het lef om niet meteen in te grijpen en te beheersen, maar aanwezig te blijven in het contact. Dat vraagt vertrouwen en het vermogen om het verliezen van controle te verdragen, maar het levert zoveel op.'
Van grootschaligheid naar huiselijkheid
In het nieuwe verblijf wonen zes jongeren in een gewoon huis. 'Ze hebben een eigen slaapkamer, bedden zitten niet meer aan de grond vastgeschroefd, we eten samen aan tafel en kijken 's avonds gezamenlijk Netflix. Eén jongere noemde ons "een raar pleeggezin" en mij zijn "gekke pleegtante". Dat voelde als het mooiste compliment. Het laat zien dat we een omgeving creëren die voelt als thuis.'
De deuren zijn niet meer op slot. De piepers zijn verdwenen. En er zijn geen vaste regels meer voor iedereen. 'We maken afspraken op maat. Wat werkt voor jóu? Wat helpt jóu verder? Het vraagt veel meer afstemming en samenwerking in het team, maar het werkt.'
De kunst van vertragen en verdragen
Hoewel de setting veel aangenamer is, is het werk niet makkelijker geworden. 'De problematiek van jongeren is niet veranderd. Maar de manier waarop wij ermee omgaan wel. We reageren niet meer direct, we vertragen. We nemen de tijd om te begrijpen wat er speelt.'
Dat vraagt veel van begeleiders. 'Opvoeden, grenzen stellen en steeds reflecteren op je eigen gedrag. Voorheen ervaarden de kinderen meer onmacht, nu ervaren wij dat als professionals. Je moet verdragen dat niet alles direct oplosbaar is. Soms weet je dat een jongere een slechte keuze maakt, maar je draait de deur niet op slot. Je blijft naast hen staan en ondersteunt hen bij het maken van eigen keuzes. Dat is zwaar, maar nodig als je wilt dat ze nieuw gedrag leren.'
Je mag als begeleider laten zien dat je geraakt bent. Je hoeft niet alles weg te relativeren.
Relationeel werken vraagt om kwetsbaarheid
Relationeel werken betekent je kwetsbaar durven opstellen. 'Je mag als begeleider laten zien dat je geraakt bent. Je hoeft niet alles weg te relativeren. Je mag vertellen dat je bent gekwetst. Dat mag mij ook emotioneren. Dat is het leefklimaat dat je wilt creëren: openheid, kwetsbaarheid en veiligheid. Het is geen methode, het is een basishouding.'
Het belang van een sterk supportteam
Dat geldt ook binnen het team. 'We hebben een hecht team van tien begeleiders. Er is veel onderlinge afstemming nodig om maatwerk echt goed te laten werken en je kwetsbaar te kunnen opstellen.' Op verschillende woongroepen van Levvel steunt het supportteam residentieel begeleiders bij presentiegericht en relationeel werken. 'Voorheen voelde ik me vaak alleen, nu sta ik er niet meer alleen voor. We krijgen coaching, intervisie en er is ruimte voor reflectie.' Die ondersteuning is geen luxe, maar noodzaak. 'Het werk is intens.'
Ondersteuning zit juist in het tegenovergestelde: in ruimte geven, in nabijheid en in veiligheid.
Terugkijken en vooruitkijken
Als Tesja terugdenkt aan haar tijd in de gesloten setting, beseft ze dat ze veel kinderen extra hebben getraumatiseerd. 'Omdat we dachten dat beheersen nodig was. Maar ondersteuning zit juist in het tegenovergestelde: in ruimte geven, in nabijheid en in veiligheid.'
Toch overheerst dankbaarheid. 'Ik ben dankbaar dat ik nu werk op een plek waar ik jongeren mag begeleiden vanuit mijn hart én vanuit een gedeelde visie. In een huiselijke en menselijke omgeving. Dit is hoe jeugdzorg zou moeten zijn. Er is altijd ruimte voor ontwikkeling en verbetering, want ook wij zijn er nog niet.'
Lees ook
-
Zorgen voor een zo thuis mogelijke leefomgeving
Zorgen voor een zo thuis mogelijke leefomgevingProfessionalsDoenJongeren die wonen in een kleinschalig verblijf vinden het fijn dat het daar 'zo thuis mogelijk' is. Hoe creëer je zo'n leefklimaat?
-
Aanvullende hulp bij kleinschalig verblijf
Aanvullende hulp bij kleinschalig verblijfProfessionalsDoenAanvullende hulp in een kleinschalige woonvorm moet zo georganiseerd worden dat kinderen niet hoeven te verhuizen. Hoe doe je dat?
-
Omgaan met dilemma's rond vrijheidsbeperking in open jeugdhulp met verblijf
Omgaan met dilemma's rond vrijheidsbeperking in open jeugdhulp met verblijfPublicatieBeleidsmakersIn de open jeugdhulp is het soms lastig te bepalen wat je wel en niet mag doen. Deze handreiking helpt je bij die dilemma's.
-
Ondersteuning professionals in kleinschalige voorzieningen
Ondersteuning professionals in kleinschalige voorzieningenBeleidsmakersDoenMedewerkers in een kleinschalig verblijf maken lange werkdagen en hebben vaak een hoge werkdruk. Hoe ondersteun je hen?
