Samenwerken met ouders bij uithuisplaatsing

Bij een uithuisplaatsing is een goede samenwerking met de ouders heel belangrijk. Zij blijven de ouders van hun kind, ook als het niet thuis woont. Hoe houd je als jeugdprofessional rekening met de gevoelens van de ouders?

Waarom samenwerken met ouders belangrijk is

De uithuisplaatsing van een kind is voor ouders een ingrijpende gebeurtenis. Het kan verdriet, schuldgevoel of boosheid oproepen. Juist dan is het belangrijk om als professional met ouders in verbinding te blijven. Daarvoor zijn verschillende redenen.

Ouders hebben aandacht nodig voor hun verlies na de uithuisplaatsing. Erken daarom hun gevoelens. Of de uithuisplaatsing vrijwillig of gedwongen is, ouders hebben er altijd moeite mee dat hun kind niet thuis kan wonen. Wijs ze eventueel op de folder Rouw is rauw van ervaringsdeskundige Truusje van Zanten. Hierin staan tips en informatie voor ouders over het delen van het opvoederschap. Bijvoorbeeld hoe ze de ouderrol kunnen blijven vervullen en ervaringen van ouders van een uit huis geplaatst kind.

Ouders hebben behoefte aan duidelijkheid over de omgang met hun kind, de hulp die ze krijgen en de toekomst. Maak daarvoor altijd een plan met hen waarin staat wat er moet gebeuren om te zorgen dat het kind weer naar huis kan.

Waar moet je op letten in het contact met ouders?

Tijdens en na een uithuisplaatsing is het je taak om het contact van ouders met pleegouders of beroepsopvoeders zo goed mogelijk te ondersteunen. Ouders hebben in principe recht op contact met hun kind, behalve als dat niet in het belang is van het kind. Houd in je samenwerking met ouders rekening met het volgende:

  • Neem beslissingen over het kind zoveel mogelijk samen met de ouders. Respecteer hun mening en leg het uit als je daarvan wilt afwijken. Hoeveel zij te zeggen hebben, is bij een vrijwillige uithuisplaatsing anders dan bij een gedwongen uithuisplaatsing. Als ouders voelen dat zij belangrijk zijn en blijven, bevordert dat de samenwerking met hen.
  • Merk je bij ouders weerstand op? En hebben ze weinig vertrouwen in de hulpverlening? Blijf geduldig en laat zien dat je te vertrouwen bent door te doen wat je zegt.
  • Informeer ouders over hun kind en over alle stappen die gezet worden in het traject. Het is goed om te inventariseren over welke informatie ouders graag geïnformeerd worden, naast de informatie waar zij recht op hebben. Zo voorkom je dat je bepaalde informatie die jij minder noemenswaardig vindt, niet deelt, en ouders zich gepasseerd voelen.
  • Help de pleegouders of beroepsvoeders bij wie het kind woont bij het goed samenwerken met de ouders. Gedeeld opvoederschap betekent dat ouders en pleegouders samenwerken in de opvoeding als een kind niet thuis opgroeit. Dit is belangrijk voor de ouders en het kind.
  • Besef in het begeleiden van het contact met het kind dat het voor ouders vaak fijn is om dingen met hun kind te blijven doen. Ze kunnen bijvoorbeeld nog steeds samen naar de kapper gaan, kleren kopen, naar de musical op school of naar sportwedstrijden gaan. 
  • Organiseer het contact met opa's en oma's en broers en zussen.

Richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing Rol van ouders bij ontwikkeling kind - Artikel 5 KinderrechtenverdragKind uit huis geplaatst? Truusje schreef de folder 'Rouw is rauw' (Ouderpeil.nl)

Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud