Samenwerken aan terug naar huis

Na een uithuisplaatsing richt je je op het terugkeren naar huis. Het doel van de hulp is altijd dat het kind weer terug naar huis kan als dat veilig en haalbaar is. Wat kun je als professional doen om een succesvolle terugkeer van het kind mogelijk te maken?

Zorg voor contact met thuis

Als kinderen en ouders van elkaar gescheiden worden, hebben ze recht op regelmatig contact. Contact met thuis betekent ook contact met broers en zussen, vrienden, familie en andere belangrijke mensen en met huisdieren. Kijk altijd naar wat kinderen en jongeren nodig hebben en luister naar hun wensen en die van de ouders. Probeer creatief te zijn in het vinden van mogelijkheden, zoals een taart bakken, naar de speeltuin of nodig ouders uit om mee te eten.

Regel hulp voor ouders

In de periode dat het kind of de jongere ergens anders woont, is het belangrijk dat ouders aan hun eigen problemen werken. Praat regelmatig met ouders over hoe het met ze gaat. Heb oog voor de emoties en het verdriet na de uithuisplaatsing en geef ze daarin steun en erkenning. Bespreek wat nodig is om de gewenste situatie te bereiken, zodat iedereen daaraan kan werken. Zorg dat ouders individuele behandelingen krijgen voor bijvoorbeeld psychische of financiële problemen. Door ouders te ondersteunen en hun lasten te verminderen, zijn ze beter in staat hun ouderrol en opvoeding vorm te geven.

Neem tijdig en zorgvuldig een perspectiefbesluit

Een opvoed- of perspectiefbesluit is het besluit waar kinderen na een uithuisplaatsing opgroeien. Dit besluit moet binnen een 'aanvaardbare termijn' en zorgvuldig genomen worden. Hiervoor is geen vaste termijn: een perspectiefbesluit is maatwerk en is voor elk kind en gezin anders. Neem als uitgangspunt dat teruggaan naar huis altijd de gewenste uitkomst blijft. Lees meer bij Hoe beslis je of een kind veilig terug naar huis kan?

Als besloten wordt dat het kind terug kan naar huis, maak je een plan om dit stap voor stap te regelen. Je maakt dat plan samen met het kind of de jongere, de ouders, de tijdelijke opvoeders, school en andere belangrijke personen rondom het gezin.

Regel hulp voor, tijdens en na terugkeer naar huis

Als een kind weer thuis komt wonen, is dit opnieuw een grote verandering voor het gezin. Bereid deze stap daarom goed voor met de ouders. Ondersteun ze om een opvoedsituatie te creëren die blijvend 'goed genoeg' is. Vaak is ook praktische ondersteuning nodig, zoals het regelen van spullen en administratieve zaken. Zorg daarom op tijd voor passende hulp voor deze problemen. Denk zowel aan het eigen netwerk van het gezin als professionals. De kans op een succesvolle terugkeer is het grootst als de hulp direct na thuiskomst start en minimaal een jaar duurt. De hulp richt zich daarbij op het contact tussen de gezinsleden en de ontwikkeling van het kind.

Houd contact met de vorige woonplek

Benadruk bij ouders en kinderen of jongeren hoe belangrijk het is om contact te houden met mensen van de vorige woonplek. Zorg dat dit onderdeel is van je begeleiding. Bijvoorbeeld door op bezoek te gaan, te logeren, bellen en Whatsappen. Zo laat je zien dat het kind loyaal mag zijn aan zowel het eigen gezin als de tijdelijke opvoeders en dat belangrijke relaties mogen blijven bestaan. Ook deeltijdpleegzorg is mogelijk. Door het gedeeld opvoederschap te behouden, hebben ouders af en toe tijd voor zichzelf. Hierdoor behouden ze hun veerkracht. Sluit daarbij goed aan bij de behoefte van het kind en de ouders en wees creatief met hoe dit contact eruitziet.

Richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing voor jeugdhulp en jeugdbeschermingMijn thuis. Een handreiking over de visie van zo thuis mogelijk opgroeien

Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud