Preventie van mensenhandel

Een goede aanpak van mensenhandel en uitbuiting valt of staat bij aandacht voor preventie. Het is daarbij belangrijk om preventie, signalering, hulp en nazorg op elkaar te laten aansluiten, zowel in beleid als in de praktijk.

Preventie door te praten over mensenhandel

Zonder daders zijn er ook geen slachtoffers van seksuele uitbuiting. Preventie moet zich dus ook richten op potentiële daders. Wat opvalt in de dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen (2021) is het grote aantal jonge daders. Een kwart van alle daders is minderjarig. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen is er aandacht nodig voor het praten en leren over seksualiteit en gewenste omgangsvormen.  Dit kan ook helpen in preventie van slachtofferschap. Hoewel slachtoffers geen schuld hebben, kan meer bewustzijn en kennis wel helpen om steviger grenzen aan te geven of hulp te betrekken in risicovolle situaties. 

Er is structureel aandacht nodig voor preventie op alle terreinen: in het onderwijs, thuis, op de sportclub en ook in wetgeving. Het is dan ook een gezamenlijke opgave.

Aandachtspunten bij preventie

  • Geef preventieprogramma's en voorlichting een structurele plek in het reguliere lesaanbod op scholen. Start ermee in het primair onderwijs.
  • Maak thema's als criminaliteit, weerbaarheid, zelfbeeld, zelfvertrouwen, media, normen en waarden in relaties, weerbaarheid, zelfbeeld, zelfvertrouwen en seksualiteit bespreekbaar.
  • Voorlichting moet zich niet alleen op de biologische aspecten van voortplanting richten, maar ook op: geaardheid en genderidentiteit (LHBTIQ+), wensen, grenzen, seksuele uitbuiting, seksueel geweld en het bespreekbaar maken van taboes.
  • Daders en slachtoffers kunnen meisjes én jongens zijn.
  • Let op onbewuste 'victim blaming'. Maak duidelijk dat een slachtoffer zelf geen schuld heeft in een uitbuitingssituatie.
  • Zorg dat het preventiepakket aansluit bij de doelgroep.
  • Speel in op actuele ontwikkelingen zoals nieuwe apps of trends op internet en sociale media.
  • Meer informatie over grensoverschrijdend gedrag lees je op de pagina's over Seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Niet alleen risicofactoren zijn bepalend voor de kans op slachtofferschap van seksuele uitbuiting. Ook beschermende factoren spelen hierbij een rol. Het positief afronden van school en het participeren in buitenschoolse activiteiten kunnen de kans op seksuele uitbuiting verkleinen. Participatie en het stimuleren van leerlingen om naar school te gaan is dus belangrijk voor preventie.

Risicogroepen en trauma

Veel slachtoffers van seksuele uitbuiting hebben een achtergrond van huiselijk geweld en kindermishandeling, waaronder seksueel misbruik. Verreweg de meeste slachtoffers kampen met meerdere psychische of psychiatrische klachten of psychosociale problemen. Mensenhandelaren kiezen hun slachtoffers vaak uit op deze kwetsbare kenmerken.

Jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) lopen minimaal vier keer meer kans op het meemaken van seksueel geweld dan anderen. Ook maken zij meer ernstige en herhalende vormen van seksueel misbruik mee. Bovendien lopen zij, onder andere door toedoen van beperkte cognitieve en adaptieve vaardigheden, een verhoogde kans op het ontwikkelen van een posttraumatische stressstoornis (PTSS) na een potentieel traumatische gebeurtenis. Jongeren met een lvb, vroegkinderlijke traumatische ervaringen en seksueel trauma hebben een aanzienlijke kans om in de greep van een mensenhandelaar te komen.

Kijk voor meer informatie en extra aandachtspunten voor professionals in de jeugd-lvb en jeugd-ggz op de websites van het Landelijk Kenniscentrum LVB en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Op de pagina Risicoprofiel slachtoffers seksuele uitbuiting lees je meer over de risicoprofielen van slachtoffers.

Foto Els te Winkel