Kind 6-12 jaar | Zelfsturing: steeds zelfstandiger
Als kinderen op de basisschool zitten, leren ze hun gedrag steeds beter te sturen. Deze zelfsturing is belangrijk om goed mee te kunnen doen op school. Hoe leert je kleuter het gedrag te sturen? En hoe ondersteun je als ouder je kind daarbij?
Wat is zelfsturing?
Veel gedrag van mensen gebeurt zonder dat ze er lang over nadenken. En soms gaat gedrag helemaal automatisch. Zoals 'au' roepen als je je teen stoot.
Als kind leer je ook vaardigheden om je eigen gedrag bij te sturen. Dit heet zelfsturing, of de executieve functies. Zelfsturing betekent dat je eerst nadenkt voordat je iets doet. En dan je gedrag verandert. Bijvoorbeeld: je hebt geen zin om te sporten, maar je weet dat het goed voor je is. Daarom besluit je om toch te gaan sporten.
Hoe kunnen kinderen hun eigen gedrag sturen?
Voor zelfsturing zijn drie soorten vaardigheden nodig:
- Onthouden: je onthoudt informatie die je kunt gebruiken om je gedrag te veranderen.
- Zelfcontrole: je voorkomt of stopt dat je iets doet wat als eerste in je opkomt.
- Flexibiliteit: je doet iets anders dan wat je van plan was, als dat nodig is in een nieuwe situatie.
Vanaf de kleuterleeftijd maken kinderen grote sprongen in de ontwikkeling van deze vaardigheden. Zeker vergeleken met jongere kinderen. Dit komt voor een belangrijk deel door school. Kinderen komen op school in een heel andere omgeving terecht dan thuis. Op school zitten ze in grote groepen en verschillende nieuwe situaties. Ze moeten hun gedrag veel meer aanpassen dan thuis.
Wat kunnen kinderen op deze leeftijd al?
Onthouden
Kinderen kunnen op deze leeftijd van meerdere dingen onthouden waar ze liggen. Bijvoorbeeld waar ze hun jas en tas hebben neergelegd. Maar ook waar de schriften liggen in het schoollokaal. Dit helpt ze om beter zelfstandig aan de slag te gaan en blijven.
Zelfcontrole
Kinderen kunnen zich beter concentreren op één bepaalde taak. Ze kunnen hun aandacht op belangrijke informatie richten terwijl ze andere dingen negeren. Als ze ouder worden, kunnen ze zich ook steeds beter langer concentreren.
Ook kunnen ze hun aandacht steeds beter verplaatsen als dat nodig is. Bijvoorbeeld: tijdens het fietsen let een kind op de weg. Het negeert minder belangrijke dingen, zoals bomen en huizen. Maar het kijkt wel af en toe naar de verkeersborden die langskomen.
Kinderen kunnen ook al beter omgaan met afleiding. Ze praten soms tegen zichzelf om ergens de aandacht bij te houden of om iets af te maken. Bijvoorbeeld: 'Nog eventjes doorwerken' of 'Ik ben bijna klaar'. Dit heet innerlijk taalgebruik.
Flexibiliteit
Kinderen kunnen zich op deze leeftijd aanpassen aan regels die veranderen. En ze kunnen zich ook aanpassen als regels verschillend zijn in bepaalde situaties. Bijvoorbeeld dat je op het schoolplein wel hard mag roepen, maar in de klas niet. Ook lukt het ze al makkelijker om te wisselen tussen verschillende taken. Zoals een zelfstandig taakje en samen spullen opruimen.
Kinderen leren meer van hun fouten. Ze kunnen andere manieren bedenken om een taak te doen. Of om iets op te lossen. Ook lukt het steeds beter om eigen taken te plannen en organiseren. Bijvoorbeeld taakjes op school tijdens zelfstandig werken.
Ze zullen eerder proberen om problemen zelf op te lossen, en niet meteen hulp te vragen van een leraar of ouder. Bijvoorbeeld door een som op te schrijven in plaats van hoofdrekenen. Of bij een klasgenootje kijken hoe die de opdracht aanpakt.
Hoe kun je je kind helpen het eigen gedrag te sturen?
Je kind wordt langzaam steeds zelfstandiger. Dit gaat vrij vanzelf. Ook thuis moet je kind het eigen gedrag bijsturen om mee te doen in het gezin. Hier oefent het dus ook zelfsturende vaardigheden. Denk aan onthouden wat thuis wel en niet mag, af en toe klusjes doen, en omgaan met broertjes en zusjes. Hoe help je je kind hierbij?
Help je kind om taakjes op te delen
Richt je eerst op de voorbereiding en het uitleg geven. Daarna het doen, het afronden en tot slot opruimen. Als je kind iets in elkaar wil gaan knutselen, kijk dan eerst samen wat je nodig hebt, en bespreek hoe je het gaat doen. Als je kind vastloopt, help dan met het afronden van wat het wilde doen. En help met opruimen als het klaar is.
Geef je kind tijd om informatie te verwerken
Het is niet makkelijk voor je kind om achter elkaar te luisteren, te onthouden wat er werd gezegd en het daarna zelf te doen. Je kunt je kind helpen door genoeg tijd te geven als je iets vraagt. Het helpt ook als je je kind tijd geeft om iets anders te gaan doen. Zoals 's ochtends naar school gaan. Of stoppen met tv kijken om te gaan eten. Dit doe je door ruim van tevoren te zeggen wanneer het tijd is om naar school te gaan of om te eten. Zo heeft je kind tijd om dit te verwerken en zich voor te bereiden.
Beeld uit in plaats van te praten
Het helpt kinderen als je niet te lang praat of uitlegt, maar juist dingen laat zien. Bijvoorbeeld door te tekenen of uit te beelden. Je kunt bijvoorbeeld een planningsbord maken met tekeningen van de dagelijkse taakjes van je kind.
Vraag niet meerdere dingen tegelijk
Op deze leeftijd is het voor kinderen nog moeilijk om meerdere dingen in één keer te begrijpen. Vraag daarom niet meerdere dingen tegelijk aan je kind. Vraag bijvoorbeeld niet: 'Wil je je kamer opruimen en daarna je huiswerk maken?' Maar maak hier aparte vragen van, op aparte momenten.
Probeer voor weinig afleiding te zorgen
Zelfsturing is voor kinderen lastig als er veel prikkels in de omgeving zijn. Zoals een drukke kamer die erg vol en rommelig is. Of harde muziek. Als je kind bijvoorbeeld thuis huiswerk moet maken, probeer dan voor weinig afleiding te zorgen.
Hoe leer ik mijn kind zelfsturing bij schermgebruik?
Zelfsturing bij schermgebruik is iets anders dan zelfsturing van gedrag. Dit komt omdat smartphones en veel apps verslavend gemaakt worden. Je kind heeft jou als ouder daarom nodig om te helpen bij het telefoongebruik.
Lees meer over de begeleiding van je kind bij mediagebruik
Risicovol spel en veiligheid
Kinderen worden zelfstandiger als ze hun gedrag beter kunnen sturen. En kinderen die bijna in de puberteit komen, nemen ook meer risico's. Op deze leeftijd kun je dat zien bij het spelen. Ze gaan slootje springen, in bomen klimmen en nieuwe sporten proberen. Maar hun zelfsturing is nog niet genoeg ontwikkeld om zelf goed om te gaan met de risico's van de buitenwereld. Zoals inschatten hoe gevaarlijk het is om uit een hoge boom te vallen.
Maar risicovol spelen is ook goed voor de ontwikkeling van kinderen. Ze leren hun grenzen te verkennen. En ze ontdekken wat ze al wel en niet kunnen. Ze worden er weerbaarder door en krijgen er zelfvertrouwen van. Het gaat erom dat je als ouder de juiste balans vindt in begeleiden en loslaten.
Bronnen
- Activities Guide: Enhancing & Practicing Executive Function Skills. (2025, 13 maart). Center On The Developing Child At Harvard University.
- Jacobson, L. A., A. P. Williford, & R. C. Pianta (2011). The role of executive function in children's competent adjustment to middle school. Child Neuropsychology, jaargang 17, nummer 3, p. 255-280.
- Isarin, J., I. Jekeli, D. Hermans, C. Vissers & Koninklijke Kentalis. (2017). Handreiking sociaal-emotionele problematiek bij kinderen en jongeren met TOS.
- Mark Mieras. Onvervangbare jaren. (Mieras.nl)
- Building the Brain's Air "Traffic Control" System: How Early Experiences Shape the Development of Executive Function. (Harvardcenter.wpenginepowered.com)
- Executive function in children: Why it matters and how to help (Health.Harvard.edu)
- Mobile phones: The effect of its presence on learning and memory (PMC.com)
- Children, O. T. H. (2025, 4 maart). Understanding children's executive functioning milestones. Occupational Therapy Helping Children.
- Executive Functioning: Helping Children Learn Skills for Life | Brown University Health. (z.d.). Brown University Health.
- Schiebener, J., M. García-Arias, D. García-Villamisar, J. Cabanyes-Truffino & M. Brand, M. (2014). Developmental changes in decision making under risk: The role of executive functions and reasoning abilities in 8- to 19-year-old decision makers. Child Neuropsychology, jaargang 21, nummer 6, p. 759–778.
Lees ook
-
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkeling
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkelingWetenIn deze periode wordt je kind steeds gevoeliger voor meningen van anderen en heeft het over veel dingen ook een eigen mening.
-
Kind 6-12 jaar | Zelfstandigheid
Kind 6-12 jaar | ZelfstandigheidOudersDoenStap voor stap wordt je kind steeds zelfstandiger. Dat is nodig om mee te kunnen doen. Hoe kun je je kind daarmee helpen?
-
Kind 10-12 jaar | Opgroeien met media
Kind 10-12 jaar | Opgroeien met mediaOudersDoenKinderen veranderen snel wanneer ze in de puberteit komen. Media worden vooral gebruikt om in contact te zijn met andere kinderen.
-
Jongere | Zelfstandigheid: structuur en grenzen
Jongere | Zelfstandigheid: structuur en grenzenOudersDoenAls je kind zelfstandiger wordt, verandert jouw rol als ouder. Het blijft belangrijk om afspraken te maken en met elkaar te praten.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.