Methoden en instrumenten voor oza’s voor lvb+-leerlingen
Bij het opzetten van onderwijs-zorgarrangementen voor lvb+-leerlingen kun je een aantal methoden en instrumenten gebruiken. Op deze pagina vind je een overzicht van de meest gangbare. Achtergrondinformatie is te vinden op de websites die erbij vermeld worden.
Een basisaanpak: Bruininks model
Bij het opzetten van een onderwijs-zorgarrangement (oza) worden eerst de uitgangspunten en de werkwijze bepaald. Dat noemen we de methodische kaders. Hoe deze kaders worden ingevuld – oftewel: hoe het arrangement wordt ingericht – hangt af van de situatie. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen een basisschool en het voortgezet speciaal onderwijs (vso). De ondersteuning die nodig is en de omgeving spelen hierbij een belangrijke rol. Maar de stappen die je volgt om tot een goed oza te komen, blijven hetzelfde.
Een voorbeeld van een basisaanpak voor het inrichten en uitvoeren van een oza is het Orthopedagogisch Methodiekmodel van Bruininks (2016). Dit model brengt lijn in de werkwijze, met als doel het realiseren van een professionele, kwalitatieve en effectieve aanpak. Het model verbindt theorie, professioneel handelen en praktijk. Het richt zich op alledaagse situaties en de relaties die daarbij tot stand komen.
Schema Bruininks model
Hieronder staat een schema van het model. De behoeften van de doelgroep van een oza bepalen hoe gedetailleerd alles wordt uitgewerkt. Met name bij de basisaanpak (2) hoeven de situaties voor een oza in een reguliere setting minder uitgewerkt te worden dan bijvoorbeeld voor een oza in het speciaal onderwijs. De aanpak geldt zowel op individueel niveau als op groepsniveau.

In de visie (1) wordt de doelgroep van een onderwijs-zorgarrangement bepaald, de ondersteuningsbehoefte, wat dit voor de aanpak betekent en welke doelen een oza nastreeft.
De basisaanpak bestaat uit drie hoofdonderwerpen:
- klimaat creëren
- situaties hanteren
- relaties presenteren
Deze onderwerpen zijn uitgewerkt in achttien begrippen, waaronder 'ruimte', 'vrijetijdssituaties' en 'houding'. De volledige lijst staat in het schema.
Elk begrip kan worden uitgewerkt in vijf stappen:
- visie
- aanpak
- teamafspraken
- voorwaarden
- actie
Op basis van deze vijf stappen worden in de ondersteunende aanpak de rollen en taken van professionals, ouders en relevante betrokkenen bepaald. Denk aan een conciërge die leerlingen met een time-out opvangt of naar het taxivervoer brengt, terwijl de mentor weer een hele andere rol in hetzelfde proces heeft. Voor lvb+ kinderen is de basisaanpak uitgewerkt in de publicatie Visie en basisaanpak lvb+.
Doelgroepenmodel
De sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs (GO) heeft een model ontwikkeld ter ondersteuning van scholen bij het maken van een onderbouwde inschatting van het potentiële eindniveau van leerlingen. Dat biedt een kader voor het in kaart brengen van de benodigde ondersteuning. Met het doelgroepenmodel doorloopt de school een aantal vaste stappen die de leerling via een passende route leidt naar de maximaal haalbare uitstroombestemming.
De sectorraad GO stelt dat het doelgroepenmodel bevorderend werkt voor de communicatie met ouders en stakeholders, zoals de Inspectie, samenwerkingsverbanden, externe ondersteuners en scholen in het regulier onderwijs. Meer informatie is te vinden op Doelgroepenmodel.nl.
De Grote Methodiekengids
Deze gids is het resultaat van twee jaar speurwerk door de afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) van Alliade. Met als missie 'een goed en zinvol leven' biedt Alliade zorg en ondersteuning aan ruim 8000 mensen met een verstandelijke beperking en kwetsbare ouderen in Friesland. Dit omvat zowel begeleid wonen, werk en dagbesteding als ambulante ondersteuning. Bovendien levert Alliade specialistische screening, diagnostiek en behandeling.
De afdeling PWO beantwoordt praktijkvragen op basis van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en draagt zo bij aan de kwaliteit van de zorg. Meer informatie vind je in De Grote Methodiekengids.
Traumasensitief onderwijs
Traumasensitief onderwijs is een pedagogische benadering gericht op het creëren van een veilige, ondersteunende leeromgeving waarin alle leerlingen zich gehoord en begrepen voelen. Deze benadering houdt rekening met de impact van traumatische ervaringen op het gedrag en leervermogen van leerlingen. In een veilig en steunend klimaat leren kinderen te vertrouwen op zichzelf en anderen, hun gedrag en gevoelens te reguleren en zelfwaardering te ontwikkelen.
De effectiviteit van traumasensitief onderwijs blijkt uit verbeteringen in het gedrag, het welzijn en de leerprestaties van leerlingen. Deze benadering verlaagt stressniveaus en bevordert emotionele regulatie, wat bijdraagt aan een positievere schoolervaring en het voorkomen van schooluitval. Ook helpt deze aanpak docenten om escalaties te voorkomen en een empathische benadering toe te passen.
Binnen oza's vraagt een traumasensitieve aanpak om een nauwgezette samenwerking tussen onderwijs, jeugdzorg en ouders, met aandacht voor het ontwikkelen van routines die de kinderen voorspelbaarheid en structuur bieden. Het werken volgens een traumasensitieve aanpak vraagt training van professionals en een instellingsbeleid dat duurzame implementatie bevordert om een blijvende impact te garanderen. Via Traumasensitiefonderwijs.nl zijn handboek, lesmodule en onderzoeksartikelen te downloaden.
EVB+ en onderwijs
Het Kennisplatform EVB+ organiseert bijeenkomsten over onderwijs voor kinderen en jongeren met een Ernstige Verstandelijke Beperking en Moeilijk verstaanbaar gedrag (EVB+). Het Kennisplatform heeft een inventarisatie gemaakt van methodieken, leerlijnen, schoolse vakken en activiteiten die worden ingezet. Meer informatie vind je op Platformevbplus.nl.
Methode ARGOS
De methode ARGOS is ontstaan vanuit de vraag van begeleiders hoe ze het beste kunnen omgaan met mensen met een verstandelijke beperking en een hechtingsprobleem of een hechtingsstoornis. De begeleidingsadviezen van deze methode helpen om een balans te vinden tussen een vriendelijke, zakelijke aanpak en een persoonlijke aanpak. De adviezen gaan in op vijf cruciale elementen in de begeleiding van deze doelgroep:
- angst
- creëren van een werkbare relatie
- stimuleren van 'geweten'
- overlevingsgedrag
- reduceren van stress
Bekijk voor meer informatie de pagina Wat is de methode ARGOS?
Zo! Zelfregulatie
De observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs (ZO!) brengt het ontwikkelingsniveau van een leerling op het gebied van zelfregulatie in kaart. Het NJi gebruikt de vier fasen van de ZO! als indicatoren voor deelname aan een onderwijs-zorgarrangement voor lvb+-leerlingen. Beschreven is hoe de ZO! ingezet kan worden om binnen onderwijs-zorgarrangementen aan de instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen te werken. Dit is de basis voor een planmatige aanpak voor het aanleren van zelfregulatie bij leerlingen met een lvb+ en ernstige gedrags- en psychiatrische problematiek. Bekijk voor meer informatie de publicatie Fasen van zelfregulatie als indicatoren voor in-, door- en uitstroom van zmolk-leerlingen in onderwijs-zorgarrangementen.
Lvb en onderwijs
Voor informatie over herkenning van lvb, praktische tips en achtergrondinformatie:
Lees ook
-
Visie en basisaanpak lvb+
Visie en basisaanpak lvb+PublicatieProfessionalsOnderwijsEen visie en basisaanpak voor passend onderwijs aan leerlingen met een lvb, ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek.
-
Wat is de methode ARGOS?
Wat is de methode ARGOS?WetenDe methode ARGOS helpt bij het omgaan met mensen met een verstandelijke beperking, een hechtingsprobleem of een hechtingsstoornis.
-
Samenwerken met ouders van kinderen met lvb+
Samenwerken met ouders van kinderen met lvb+ProfessionalsOnderwijsDoenZeker bij kinderen met lvb+ helpt het om samen te werken en af te stemmen met ouders. Hoe doe je dat en waar moet je op letten?
