ART Aggression Replacement Training

Aggression Replacement Training (ART) is een multimodale cognitieve gedragstherapeutische interventie die deelnemers op een andere manier leert te reageren dan met agressief gedrag in situaties waarin ze boos worden. Het gaat om een verbeterde zelfcontrole in situaties die boosheid oproepen, met prosociaal gedrag  in plaats van agressief gedrag. ART wordt in Nederland binnen verschillende settings toegepast: scholen, jeugdreclassering, HALT, jeugd-ggz, (forensische) jeugdzorg.

Erkend als: 
Effectief volgens goede aanwijzingen
Op: 
Door: 
Deelcommissie Justitiële interventies
Erkend als integraal vve-programma.: 
Momenteel in herbeoordeling: 
Deze erkenning is ouder dan 5 jaar. De erkenningscommissie beoordeelt deze interventie opnieuw.
Gericht op: 
Agressieproblematiek
Leeftijd: 
12 tot en met 23 jaar
Doel: 
Verminderen problemen, Voorkomen recidive
Methode: 
Groepsgerichte aanpak
Locatie: 
In de school, In een instelling
Uitvoering: 
Gespecialiseerde hulp

Doelgroep

ART richt zich op agressieve adolescenten tussen de 12 en 23 jaar. Ze worden geschorst van school of weggestuurd en/of dreigen in aanraking te komen met justitie of zijn al veroordeeld voor een geweldsdelict. Het agressieve gedrag kan zich fysiek, verbaal of relationeel uiten en zowel proactief als reactief van aard zijn. ART richt zich ook op de steunfiguren rondom de jongeren zoals: ouders, leerkrachten, mentoren.

Doel

Het bereiken van een substantiële afname van het agressieve gedrag. Voor justitiabelen geldt meer specifiek een afname van het risico op recidive van geweldsdelicten. In algemene zin beoogt ART een afname van de frequentie en ernst van agressieve gedragingen: zowel fysieke, verbale, openlijke of heimelijke als destructieve agressie richting materialen, zichzelf of anderen. Maar ook een afname van relationele agressie, impulsieve en vooraf beraamde agressie.

Aanpak

ART is een training in groepsverband, die gebruik maakt van rollenspelen. Door drie verschillende actieve trainingen (sociale vaardigheden, boosheidscontrole en moreel redeneren) leren deelnemers nieuwe vaardigheden toepassen om situaties op een prosociale manier op te lossen, hun boosheid te controleren, denkfouten te herkennen, op een meer volwassen manier na te denken over agressie en zich te verplaatsen in het perspectief van anderen. Verder wordt er via gestructureerde 'peergroup'-discussies gewerkt aan het veranderen van de gewelddadige denkstijlen van deelnemers.

De interventie bestaat uit dertig groepsbijeenkomsten in een periode van veertien tot twintig weken. Daarnaast zijn er bijeenkomsten met steunfiguren: ouders, leerkrachten, andere familieleden en/of vrienden.

Onderbouwing

Agressie laat zich verklaren vanuit multidimensionele modellen zoals het transactionele ontwikkelingsmodel (Sameroff en Fiese, 2000), general aggression model (Bushman en Anderson, 2002) of een meervoudig risicomodel (Van der Ploeg, 2009). Volgens deze modellen ontstaat agressie door een samenhang tussen verschillende risicofactoren bij het individu en zijn omgeving. Van der Ploeg (2009) maar ook Koot et al. (2008) onderscheiden, op basis van een systematische review van onderzoek naar agressie bij jongeren, die significante samenhang laten zien met agressief gedrag:

  • individuele risicofactoren: persoonlijkheid en biologische risicofactoren;
  • sociale en omgevings-risicofactoren: opvoeding, gezinsomstandigheden, materiële omstandigheden, schoolklas, leerlingproblemen, vrije tijd, vrienden en verslaving.

Onderzoek

Er zijn verschillende evaluatieonderzoeken gedaan naar de effecten van ART. Studies in het buitenland (Currie et al., 2012; Barnoski & Aos, 2004; Leeman, Gibbs, & Fuller, 1993) tonen een significante verbetering ten aanzien van agressief gedrag. Ook in Nederland zijn zeer sterke aanwijzingen gevonden (Smeets et al., 2016; Hornsveld & Kraaimaat, 2011) dat ART effectief is om agressief gedrag bij adolescenten te verminderen.

Meer weten?

Meer weten over deze interventie? Neem contact op met: