'Zorg voor tegenspraak in jeugdbescherming'

Factoren als gender, migratieachtergrond en ideeën over de moraliteit van ouders kunnen een rol spelen in de besluitvorming in de jeugdbescherming. Dat blijkt uit onderzoek waarop Floor Middel op 2 februari promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen. 'Dit onderzoek laat zien dat het belangrijk is om tegenspraak te organiseren in het besluitvormingsproces', zegt Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut.

Middel onderzocht hoe ouders worden betrokken bij de besluitvorming in de jeugdbescherming. Ouders goed betrekken leidt uiteindelijk tot betere resultaten van de hulp, aldus de onderzoeker.

Middel beschrijft verschillende studies naar de invloed van gender, migratieachtergrond en stereotype beeldvorming in Engeland, Duitsland, de Verenigde Staten en Nederland. Uit een studie in Nederland bleek bijvoorbeeld dat ouders met een migratieachtergrond tijdens een jeugdbeschermingsonderzoek minder vaak contact hadden met de jeugdbeschermer dan andere ouders.

In een studie in de VS kregen jeugdbeschermers een beschrijving van een casus voorgelegd. Zij dachten sneller dat een ondertoezichtstelling nodig was als de vermoedelijke dader van kindermishandeling een zwarte moeder of een Latijns-Amerikaanse ouder was. Daarnaast dachten ze sneller aan een ondertoezichtstelling als ze een ouder zagen als minder eerlijk, betrouwbaar en oprecht.

Kritisch analyseren

Ongelijkheden in de besluitvorming zijn een terechte zorg binnen de jeugdbescherming, concludeert Middel. Daarom vindt ze het nodig om kritisch te analyseren hoe besluiten tot stand komen en welke rol ongelijkheid daarbij speelt. Erkenning van die ongelijkheden is de eerste stap om er iets aan te doen.

Tegenspraak organiseren

'Floor Middel heeft aangetoond dat factoren als gender en herkomst iets kunnen doen met je blik als professional', zegt Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Wees je daarvan bewust. Wie je bent en wat je hebt meegemaakt heeft invloed op de manier waarop je naar de wereld kijkt en dus ook op je werk. Daarom is het nodig om tegenspraak te organiseren in het besluitvormingsproces. Dat betekent dat iemand jou kritische vragen stelt over hoe je tot een bepaalde conclusie bent gekomen. Dat kan een collega doen, maar ook een professional van buiten de organisatie. Bijvoorbeeld iemand van een lokaal team die het gezin kent en er met een andere blik naar kijkt. Het is belangrijk dat organisaties in de jeugdbescherming daar ruimte voor maken. Dat gebeurt nog te weinig.'

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Bericht Rijksuniversiteit GroningenProefschrift Floor Middel