In vijf 'leertafels' reflecteerden professionals op hun dilemma's bij het werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Movisie en het Nederlands Jeugdinstituut faciliteerden de bijeenkomsten. Zij zagen hoe belangrijk het voor professionals is om uit de waan van de dag te stappen. 'Als je goed met de meldcode wilt werken, moet je niet alleen maar rennen en hollen. Je moet ook vertragen en reflecteren.'
Afgelopen jaar zijn in vijf regio's leertafels opgezet: een gestructureerde vorm van een lerende praktijk waarin professionals aan de slag gingen met hun dilemma's rondom het werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Geweld achter de voordeur gaat over kinderen en volwassenen; door als kennisinstituten samen te werken kunnen het Nederlands Jeugdinstituut en Movisie kennis hierover bundelen en elkaar versterken.
Iedere leertafel kwam vier keer bijeen volgens een vaste structuur, legt Nelleke Westerveld uit, projectleider bij Movisie. 'We begonnen met het ophalen van leervragen. We keken welke nieuwe kennis deelnemers nodig hebben om aan de slag te gaan. Op basis daarvan maakten we met de deelnemers een plan van aanpak: wat kan jij morgen doen om jouw dilemma aan te pakken? De volgende bijeenkomst kwamen we daarop terug.'
Cirkel van invloed
De thema's van de leertafels waren vooraf vastgesteld, maar de leervragen kwamen uit de groepen zelf. Dit leidde tot een breed palet aan dilemma's rondom het werken met de meldcode. Hoe werk ik samen met ketenpartners? Wat mag een gemeente van ons verwachten in het vrijwillig kader? Welke professionele ruimte heb ik daarbij? Wat is onveiligheid en wanneer is het veilig genoeg in een gezin?
Grote vraagstukken soms, die niet in vier bijeenkomsten kunnen worden 'opgelost'. De kunst was daarom om de dilemma's klein te maken, vertelt Mirella van den Burg, adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut. 'Dat was onze eerste stap. Wat is jouw cirkel van invloed en hoe kun je jouw vraag praktisch toepasbaar maken?'
Kennis toevoegen
De rol van het NJi en Movisie was kennis toe te voegen aan de tafels. Zo werd voor een van de leertafels een ervaringsdeskundige uitgenodigd om te vertellen over de verwaarlozing die zij in haar jeugd meemaakte. 'Dat was een indrukwekkend verhaal', herinnert Wendela Wentzel zich, projectleider bij Movisie. De deelnemers bleken niet veel te weten over verwaarlozing, dus de bijeenkomst erna gingen ze daarop door. 'Ik heb verteld over de mechanismen die kinderen gebruiken bij verwaarlozing, zoals dissociatie en je eigen fantasiewereld creëren. Vervolgens hebben we de vraag gesteld: wat kan jij doen in zo'n situatie? Zo stimuleerden we de leercyclus.'
Per leertafel is bekeken welke kennis de deelnemers helpt, met vooral een praktische insteek. Wentzel noemt het voorbeeld van een set kaarten waarmee professionals in gesprek kunnen gaan met kinderen over kindermishandeling. Ook de kennis van andere organisaties werd ingezet, vertelt Van den Burg. 'Bij een leertafel met onderwijsprofessionals kwamen veel dilemma's over samenwerking ter sprake. Voor de tweede bijeenkomst hebben we een medewerker van Veilig Thuis uitgenodigd. Dat werkte goed om elkaar beter te leren kennen.'
Uit de waan van de dag
Door de gestructureerde begeleiding van de leertafels konden de deelnemers uit de waan van de dag stappen. Ze mochten de tijd nemen om te vertragen, op hun eigen dilemma's te reflecteren en hierover met elkaar uit te wisselen. Dit is belangrijk voor professionals die te maken hebben met huiselijk geweld, kindermishandeling en onveiligheid. Hun werk is immers uiterst complex, vertelt Ellen van Eersel, adviseur bij het Nederlands Jeugdinstituut. 'Als professional moet je werken volgens de richtlijnen en protocollen, maar heb je ook je eigen professionele ruimte. Je moet je caseload in de gaten houden, maar er zijn ook urgente momenten waarop je moet handelen. Tegelijkertijd werk je niet alleen, maar in een keten. En je werkt met ouders, met wie je soms moeilijke gesprekken moet voeren. Het werk is intens, op al die verschillende niveaus.'
'En bij dit thema gaat het ook zo ontzettend over je hart', voegt Van den Burg toe. 'Als je ziet dat het niet goed gaat met een kind, of je hebt het gevoel dat het onveilig is, dan raakt dat je.' Deze persoonlijke betrokkenheid maakt dat hulpverleners ook altijd hun eigen achtergrond en overtuigingen meenemen. 'Het is belangrijk dat professionals de tijd hebben om daarover na te denken en uit te wisselen.'
Niet rennen, maar vertragen
De opbrengsten van de leertafels laten zien dat reflectie en vertraging gefaciliteerd moeten blijven worden, benadrukt Westerveld. 'De meldcode is er, de verplichting is er om ermee te werken, en er zijn veel praktische hulpmiddelen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Denk ook aan al die jonge professionals, of professionals voor wie de meldcode nog een ver-van-mijn-bedshow is, zoals wijkverpleegkundigen en huisartsen. Mijn pleidooi is dat organisaties meer gaan investeren in reflectiemomenten. Er wordt nogal wat gevraagd van professionals.'
Wentzel wijst daarbij op de rol van aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling. 'Zij zijn sleutelfiguren, die in hun eigen omgeving hun collega's verder kunnen ondersteunen. Dat is een manier om dit meer duurzaam aan te pakken.'
Kleine gesprekken
Naast deze structurele investering is er volgens Van den Burg nog iets anders nodig: meer tijd en waardering voor de 'kleine gesprekken' in de praktijk. 'Als het gaat over kindermishandeling of huiselijk geweld, dan gaat het erom dat jij de persoon die tegenover je zit echt ziet. Dat je vraagt hoe iemand heeft geslapen, of hoe het eigenlijk met hem gaat. Dit soort gesprekken moet vaak even tussendoor. Maar het moet een vast onderdeel van je werk zijn.'
Zo hebben de leertafels duidelijk gemaakt dat het gaat om de kleine gesprekken, om de onderlinge uitwisseling en reflectie, en de tijd om even pas op de plaats te maken. Van Eersel is hier niet verbaasd over. 'Dit is het cement dat nodig is. De stenen zijn er allemaal wel, met de meldcode en alle instrumenten daaromheen. Maar je hebt ook cement nodig om een huis te kunnen bouwen.'
'Het reflecteren op de werkprocessen en op mijn eigen handelen zorgt ervoor dat ik mijn werk goed kan uitvoeren.'
'Ik voel me gesterkt bij het signaleren van oudermishandeling. Het grijze gebied blijft lastig, maar ik ga eerder met Veilig Thuis overleggen.'
'Ik heb meer duidelijkheid in taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Ook heb ik meer kennis over meldingen en de organisaties binnen de keten.'
'Ik ga meer professionele ruimte innemen. Ik voel me daarin gesterkt.'
'Ik weet beter de ketenpartners te vinden voor mogelijkheden tot samenwerking.'
Praktische hulpmiddelen
Signaleren
Signalenkaart Huiselijk Geweld en KindermishandelingKompas. Ondersteuningsinstrument signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling
Kennis over geweld
Vormen van huiselijk geweldFactsheet De Meldcode bij (vermoedens van) eergerelateerd geweld
In gesprek
Online training Praten over huiselijk geweld kun je lerenHandreiking Participatie van kinderen in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Voor organisaties
Lerende praktijkenHandleiding teamleergesprek (po). Kindermishandeling stop je samenHandleiding teamleergesprek (vo). Kindermishandeling stop je samen
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers@nji.nl
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)