Uitvoering NPO verloopt succesvol

Het lukt meer dan de helft van de schoolleiders om het Nationaal Programma Onderwijs uit te voeren. Dat blijkt uit de tweede voortgangsrapportage van het programma, die aan de Tweede Kamer is gestuurd.

Via het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) krijgen scholen steun om leerlingen na de lockdowns te helpen hun leervertraging in te halen en om hun mentaal welbevinden te verbeteren. Het ministerie van Onderwijs heeft daarvoor een menukaart met interventies opgesteld.

Leerlingen lekkerder in hun vel

Bij het wegwerken van de vertragingen kiezen de meeste scholen voor interventies die hun leerlingen helpen weer lekkerder in hun vel te zitten, blijkt uit de rapportage. Daarnaast zien vooral schoolleiders en medewerkers uit het primair onderwijs dat het NPO een positief effect heeft op hun professionele ontwikkeling. Een klein deel van de schoolleiders zegt dat hun plannen niet goed van de grond komen, onder andere doordat ze moeite hebben personeel te vinden.

Scholen zelf verantwoordelijk

De rapportage laat ook zien dat leraren vooral zelf het NPO-programma uitvoeren. Volgens minister Dennis Wiersma van onderwijs is dit een goede ontwikkeling, omdat scholen daarmee zelf verantwoordelijk zijn voor hun onderwijs en aanpak. Wel zetten scholen veelal met het NPO-geld gericht externe mensen in. Zij geven bijvoorbeeld training aan docenten. Om scholen nog beter te ondersteunen, wordt de menukaart met bewezen effectieve maatregelen voor de aanpak van leervertragingen de komende tijd verder ontwikkeld.

Hogere beloning

Om het NPO nog structureler in het onderwijs in te bedden, wil minister Wiersma dat leraren ook na het programma een hogere beloning krijgen als zij werken op een school met veel achterstanden. Dit moet ervoor zorgen dat deze scholen makkelijker personeel kunnen vinden en kunnen behouden.

Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

Meer informatie

Bericht OCWTweede voortgangsrapportage NPO

Lees ook