'Aanpak seksueel geweld vraagt brede blik'

Slachtoffers van seksueel geweld en seksuele uitbuiting help je het beste door met een brede blik te kijken naar hun situatie, zoals hun problemen en achtergrond. Dat schrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in een nieuw rapport.

De Nationaal Rapporteur vergeleek CBS-gegevens over grote groepen slachtoffers van seksueel geweld en seksuele uitbuiting met leeftijdgenoten die geen slachtoffer waren. De slachtoffers van seksueel geweld waren gemiddeld 12 jaar oud. De slachtoffers van seksuele uitbuiting waren gemiddeld 23 jaar.

Andere achtergrond

Jonge mensen die slachtoffer zijn van seksueel geweld of seksuele uitbuiting hebben vaak een andere achtergrond dan hun leeftijdgenoten, blijkt uit de vergelijking. Ze hebben bijvoorbeeld dertien tot achttien keer vaker een lichte verstandelijke beperking. Ook kregen ze vaker al voordat ze slachtoffer werden hulp bij psychische problemen en verslavingen. Verder zijn ze vaker voortijdig schoolverlater en zijn ze sociaal-economisch kwetsbaarder dan hun leeftijdgenoten.

Aansluiten bij wensen en omstandigheden

Die factoren zijn niet de oorzaak van het feit dat ze slachtoffer werden van seksueel geweld of seksuele uitbuiting, aldus de Rapporteur. Wel maken ze de kinderen en jongeren kwetsbaarder voor geweld en uitbuiting. Ook is het zaak om er in de hulpverlening rekening mee te houden. Slachtoffers zijn het meest gebaat bij hulp die aansluit bij hun wensen en persoonlijke omstandigheden. Het kan belangrijk zijn om het hele gezin te betrekken bij de hulp, om schulden aan te pakken of om behandeling te bieden voor al eerder bestaande psychische problemen. Slachtoffers met een lichte verstandelijke beperking moeten hulp krijgen die bij ze past.

Goede analyse

Het onderzoek van de Rapporteur laat zien hoe belangrijk een goede analyse van de totale situatie is, zegt Anne Addink van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Het begint met goed luisteren naar een slachtoffer. Breng samen in kaart hoe problemen samenhangen en elkaar beïnvloeden. Ik kan me voorstellen dat een hulpverlener zich vooral wil richten op het seksueel geweld of de seksuele uitbuiting. Een huisarts wil bijvoorbeeld misschien verwijzen naar een traumatherapeut. Maar het kan veel effectiever zijn om eerst andere problemen aan te pakken. Vraag dus aan slachtoffers waar zij hulp bij willen hebben.'

Zorgprogramma's

Addink is betrokken bij een onderzoek naar het effect van zorgprogramma's voor slachtoffers van seksuele uitbuiting, dat binnenkort wordt gepubliceerd. 'Bij die programma's zie ik al de brede blik waar de Rapporteur om vraagt. Ze gaan vaak uit van gezinsgericht werken en hebben bijvoorbeeld aandacht voor het belang van onderwijs.' Bij de aanvang van het onderzoek waren er nog weinig specifieke zorgprogramma's voor slachtoffers met een lichte verstandelijke beperking. Er zijn organisaties binnen de lvb-sector die daaraan werken, vertelt Addink, maar de effectiviteit van die programma's is nog niet aangetoond. 'Het is dus belangrijk om te investeren in de programma's en in het onderzoek daarnaar.'

Bron: Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

Bericht Nationaal Rapporteur