Instrumenten beslissen over hulp

Gebruik van instrumenten helpt

Een instrument helpt om in te schatten welke problemen spelen in een gezin, hoe ernstig die zijn en welke aanpak het meest effectief is. De databank Instrumenten bevat een overzicht van meer dan honderd instrumenten die bruikbaar zijn in de jeugdsector. Hierbij gaat het om vragenlijsten, checklists, observatielijsten en richtlijnen.

Het gebruik van een instrument helpt bij beslissen over hulp om:

  • Tunnelvisie te voorkomen.
  • Een volledig beeld van de situatie te krijgen.
  • Betere inschattingen van toekomstig gedrag te maken, zoals kans op herhaling bij jeugdcriminaliteit.
  • Een betere beoordeling te maken van wat er aan de hand is, wat ervoor zorgt dat de hulp effectiever is.

Een instrument kiezen

Een professional, meestal een gedragswetenschapper, kan het meest geschikte instrument kiezen aan de hand van de volgende vragen:

  • Is het instrument geschikt voor deze doelgroep en voor dit doel?
  • Is het instrument of de meetprocedure voldoende objectief? Beschikt het over een duidelijke instructie over de te volgen werkwijze, passende normen voor de interpretatie en maakt het gebruik van meerdere informanten (naast het kind of de ouders)?
  • Wat is de psychometrische kwaliteit van het instrument? Is het instrument betrouwbaar? Meet het wat je beoogt te meten (validiteit)? Is de onderzoeksgroep representatief?
  • Wat is de verhouding tussen de kosten en baten?
  • Hoe bruikbaar is een instrument om te beslissen wat er moet gebeuren in de behandeling?

Voorbeelden van bruikbare instrumenten bij beslissen over hulp zijn te vinden in de richtlijn Beslissen over hulp.

Problemen classificeren

Een classificatiesysteem zorgt voor eenheid van taal: iedereen benoemt problemen op dezelfde manier en hanteert dezelfde definitie. Het meest bekende classificatiesysteem is de DSM-5, de Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders (DSM-5-TR). Met behulp van dit handboek stellen psychologen en psychiaters vast of en welke psychische stoornis een persoon heeft.

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft CAP-J ontwikkeld, het 'Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek van Jeugdigen (en ouders)'. CAP-J bevat beschrijvingen van problemen in het psychosociaal functioneren, de lichamelijke gezondheid, vaardigheden en cognitieve vaardigheden van kinderen en jongeren en problemen in het gezin, de opvoeding en omgeving.

Esther Kooymans