Ouders en jongeren weten vaak heel goed wat er aan de hand is en wat ze nodig hebben. Hulp waar het gezin helemaal achter staat, geeft ook het beste resultaat. Hoe zorg je ervoor dat je goed samenwerkt met kinderen en hun ouders?
Hoe bouw je een goede relatie op?
Het opbouwen van een goede relatie met het gezin is de basis voor een goede samenwerking. Het zorgt dat je het eens wordt over de kern van het probleem en samen de hulp kiest die zo goed mogelijk aansluit bij het gezin. Ook het goed informeren van ouders en jongeren over hun mogelijkheden draagt bij aan het samen beslissen.
Ouders willen het beste voor hun kind. Zij moeten jou als hulpverlener vertrouwen, maar ook het gevoel hebben dat jij hen vertrouwt. Het opbouwen van een goede relatie kost tijd en energie. Werk daarom aan dat vertrouwen tijdens de hele periode waarin je bij het gezin betrokken bent. Dat kun je zo doen:
- Wees nieuwsgierig naar het verhaal van ouders en jongere. Luister zonder oordeel en met een houding van 'niet-weten'. Verplaats je in hun beleving en leefwereld: hoe kijkt de jongere zelf naar wat er goed gaat en juist niet? En is dat anders voor ouders?
- Geef uitleg en informatie. Ouders en jongeren hebben informatie nodig om tot een goede beslissing over passende hulp te kunnen komen. Leg uit welke stappen genomen moeten worden en hoe en waarom de hulp gegeven wordt.
- Ga goed na of de ouder of jongere je begrijpt. Als je hierover twijfelt, overleg dan samen met het gezin wat kan helpen. Soms is het nodig om gebruik te maken van een tolk. Zoek dan altijd eerst samen met het gezin uit of het eigen netwerk hierin kan helpen. Als het nodig is om een professionele tolk in te schakelen, doe dit dan altijd in overleg met het gezin.
- Heb oog voor hun inspanningen en wensen: wat hebben ze al geprobeerd en hoe heeft dat uitgepakt? Wat zouden ze zelf graag willen?
- Denk in mogelijkheden en kijk naar wat goed gaat in het gezin. Spreek dat ook uit tegenover het gezin. Zo laat je zien dat je er vertrouwen in hebt dat ouders en jongeren kunnen veranderen.
- Vraag hen om feedback en sta open voor kritiek en suggesties. Vraag bijvoorbeeld naar hoe zij de samenwerking ervaren. Wat vinden ze fijn in het contact en wat juist niet?
- Wees transparant. Leg uit wat je doet en waarom.
- Zorg dat je betrouwbaar bent. Kom je afspraken na en laat het op tijd weten als je een afspraak niet waar kunt maken.
- Ga niet te snel. Misschien zie je zelf heel duidelijk wat het probleem is en wil je snel hulp inzetten, maar is het gezin nog niet zo ver. Probeer zo veel mogelijk naast het gezin te staan en je eigen tempo steeds af te stemmen op het tempo van het gezin.
Meer informatie:
Aspecten in de samenwerkingTips voor gedeelde besluitvorming
Welke houding heb je als hulpverlener nodig?
De samenwerking tussen hulpverlener en gezin verbetert als je de volgende houding aanneemt:
- Wees authentiek: ben je bewust van je eigen gedachtes en gevoelens, en vertel daar ook over als dat nodig is. Bijvoorbeeld als je merkt dat een emotie je in de weg zit om er echt voor de cliënt te kunnen zijn.
- Verplaats je in het gezin: een empathische hulpverlener begrijpt de ervaring van een jongere of ouder, voelt deze aan en laat dit merken.
- Accepteer de ander voor wie hij of zij is: ook als de ander dingen voelt of denkt die botsen met wat jij als hulpverlener belangrijk vindt.
Meer informatie:
Houding en vaardigheden van de professionalHandreiking begeleiden van ouders met een LVB en multiproblematiek
Gesprekstechnieken
Op een goede manier gesprekken voeren met jongeren en ouders zorgt ook voor een betere samenwerking. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van motiverende gespreksvoering of oplossingsgericht werken. Lees hierover meer bij Houding en vaardigheden van de professional.
Samen een besluit nemen met jongere en ouders
Samen een besluit nemen over iets dat voor jongeren en ouders belangrijk is, vergroot hun betrokkenheid en de kans op een passende keuze. Hiervoor kun je gebruik maken van de volgende vier stappen:
- Breng de vraag of het probleem in kaart en bespreek de opties. Vraag ook welke informatie de ouder(s) of jongere zelf hebben over deze opties en wijs eventueel op aanvullende informatie.
- Weeg samen de voor- en nadelen per optie af. Bespreek de risico's, opbrengsten en inspanningen van alle opties. Voeg waar passend je professionele kennis, bijvoorbeeld uit een richtlijn, toe.
- Ontdek de waarden, verwachtingen en voorkeuren van de jongere en ouder(s). Bijvoorbeeld met vragen als: Wat is voor jou het belangrijkste bij het nemen van een besluit? Waarover maak je je het meeste en minste zorgen?
- Laat eerst de jongere of ouder(s) een voorkeur uitspreken en neem daarna samen een besluit. Check vooraf of iedereen klaar is om een keuze te maken.
Samenwerken binnen het gedwongen kader
Binnen een gedwongen kader vraag het samen met het gezin beslissen nog meer van jou als professional. Denk bijvoorbeeld aan het maken van afspraken voor het geval dat een gesprek escaleert. Of aan het vooraf samen opstellen van een gespreksagenda zodat de verwachtingen helder zijn. Lees hierover meer bij Hoe werk je goed samen met ouders en kinderen in de jeugdbescherming?
Wat als je het niet met elkaar eens bent over de hulp?
Soms heb jij als hulpverlener een andere kijk op het probleem dan het gezin zelf. Of misschien zijn het kind en de ouders het niet met elkaar eens over wat nodig is. Probeer hen niet te overtuigen want dat werkt vaak averechts. Ga liever opnieuw het gesprek aan over waar het botst en wat daar aan te veranderen is. Ga steeds uit van het gezamenlijke doel om iets te veranderen waardoor het beter gaat met het gezin.
Meer informatie
Richtlijn Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulpOmgaan met diversiteit: ouders en jeugdigen met een LVBDigitale ondersteuningstool bij het maken en onderbouwen van gezamenlijke beslissingenGGZ Standaarden: samen beslissen in de praktijkBrochure Het beste besluit
De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Landelijk Kenniscentrum LVB en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
