Kleuter | Vriendschap: de eerste vriendschappen

Kinderen tussen de 4 en 6 jaar gaan voor het eerst naar school. Daardoor komen ze met nieuwe mensen in contact en leren ze met anderen omgaan. Ze leren samen delen, op hun beurt wachten, zich inleven in anderen en samen regels bepalen. Ze krijgen hun eerste vriendschappen en speelafspraakjes. Hoe kun je je kleuter hierbij ondersteunen?

Wat leert mijn kind in de omgang met leeftijdsgenoten?

Vergeleken met peuters gaan kleuters steeds meer met elkaar spelen in plaats van alleen. Vaak doen ze dat in een fantasiespel met eigen regels. Door samen te spelen leren ze elkaar steeds beter kennen. Ze ontdekken wat ze wel en niet fijn vinden. Ze merken wat anderen leuk aan hen vinden. En ze zien hoe anderen reageren als ze iets niet willen. Van het samen spelen leren kleuters ook praten over hun gedachten en wensen. En samen vinden ze uit hoe ze rekening met elkaar kunnen houden.

Hoe kan ik mijn kind helpen met contact maken?

In de eerste weken of maanden op de basisschool moet je kleuter meestal wennen aan een nieuw ritme en de nieuwe groep kinderen. Het kan zijn dat je kind moe thuiskomt en het liefst alleen wil spelen. Hoe ga je hier als ouder mee om?

Gun je kind de tijd

Probeer met een open vraag een leuk gesprekje te voeren, bijvoorbeeld zo:

  • 'Met wie heb je vandaag gespeeld?'
  • 'Wat was het leukste van de dag?'
  • 'Was er ook iets dat je niet leuk vond?'

Laat je kind spelen met vertrouwde personen

Stimuleer het spelen met vertrouwde personen: een buurjongen, een zusje of een neef. Voor je kleuter is het fijn ook leeftijdsgenoten te ontmoeten buiten school, bijvoorbeeld in de speeltuin, de bibliotheek of het park.  

Laat zien hoe je contact legt

Je kunt je kind ook helpen contact maken met leeftijdsgenoten als je je kind naar school brengt of van school ophaalt. Door gesprekjes aan te knopen met andere ouders of kinderen laat je je kind zien hoe je contact legt, bijvoorbeeld zo:

  • 'Eleisha wat heb jij een mooie nieuwe schoenen zeg!'
  • Naar je eigen kind: 'Heb jij de nieuwe schoenen van Eleisha al gezien?'
  • 'Mogen wij je schoenen van iets dichterbij bekijken?'
  • Eleisha komt en zegt: 'Ik kan er hard mee rennen!'
  • Naar je eigen kind: 'Hoe hard kan jij rennen Mees? Zullen we samen rennen?'

Leg gedrag uit

Misschien stapt je kind heel makkelijk op andere kinderen af en is het daarin soms een beetje wild. Merk je dat andere kinderen dat niet fijn vinden maar dat niet kunnen zeggen? Probeer je kind dan uit te leggen wat er aan de aan de hand is, bijvoorbeeld zo:

  • 'Jij wilt graag spelen hè? Volgens mij heeft dit meisje nog niet zoveel zin en wil ze nog even haar tekening afmaken. Wat zou jij even alleen kunnen doen?'
  • 'Je bent heel enthousiast. Maar kijk, zij schrikt ervan. Als je wat rustiger doet, vindt ze het misschien wel leuk om samen te spelen.' Zo leer je je kind zich inleven in de ander.

Fantasievriendjes

Kleuters hebben soms een fantasievriendje tegen wie je ze af en toe hoort praten. Maak je geen zorgen. Dat is heel normaal op deze leeftijd. Vaak helpt het fantasievriendje je kind de wereld beter te begrijpen, bijvoorbeeld de regels in de klas. Door gesprekken met het fantasievriendje oefent je kleuter ook met taal en met het omgaan met anderen. Gun je kind dus dat fantasievriendje. Het verdwijnt vanzelf.

Hoe help ik mijn kind met beginnende vriendschappen?

Het maken van speelafspraakjes wordt via school gewoner voor je kind. Met iemand thuis spelen is voor je kind een andere manier om te leren hoe je met anderen kunt omgaan. Je kunt je kind daar op de volgende manieren mee helpen:

  • Je kunt enthousiast reageren wanneer je kind met een ander kind wil afspreken. En de kinderen een compliment geven als ze fijn met elkaar aan het spelen zijn. Houd wel goed in de gaten of je kind niet te moe is voor een speelafspraak, maar geen nee durft te zeggen.
  • Meestal vinden kinderen zelf genoeg dingen om te doen als ze eenmaal samen thuis spelen. Je hoeft daarvoor dus geen programma te bedenken.
  • Sommige kinderen willen wel spelen met anderen, maar dan alleen thuis. Misschien kun je in dat geval een keer meegaan naar een speelafspraak bij een ander kind. Grote kans dat je kind het daarna alleen wil.
  • Het kan zijn dat je kind op deze leeftijd bij gezinnen komt met andere gewoontes en regels, bijvoorbeeld voor eten of filmpjes kijken. Praat hierover met je kind en geef het de ruimte om te ontdekken hoe het bij anderen gaat. Heb je moeite met een bepaalde gewoonte? Ga dan in gesprek met de ouders van het vriendje of vriendinnetje.

Tips voor het ondersteunen van je kind bij contact met leeftijdgenoten

Als ouder kun je vriendschappen van je kind stimuleren, maar vriendschap laat zich niet dwingen. Leg je kind daarom uit wat er gebeurt in het contact met anderen.

Blijf spelen met anderen stimuleren

Jonge kinderen, ook kleuters, kunnen soms bazig zijn of nare dingen tegen elkaar zeggen. Je kan dan de neiging hebben om je kind bij die kinderen weg te houden. Maar daardoor leert je kleuter niet met het gedrag van anderen om te gaan of het eigen gedrag aan te passen. Blijf het spelen met anderen daarom stimuleren en ondersteun je kleuter wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld zo:

'Kijk, ze is geschrokken omdat je zo boos reageert. Het ging kapot, maar dat was niet de bedoeling. Zullen we het samen weer maken?'

Leer je kind omgaan met ruzies

Kleuters hebben vaak wisselende vriendschappen. Daar horen zo nu en dan ook ruzies bij. Je kunt je kind leren omgaan met ruzies door te vragen hoe die zich voelt, te troosten en te stimuleren zelf de ruzie op te lossen, bijvoorbeeld door te vragen:

  • 'Hoe kun je samen weer verder spelen?' 
  • 'Helpt het om even iets anders te gaan doen?'

Vraag wat er aan de hand is

Het contact met anderen kan soms ook gepaard gaan met gevoelens van jaloezie, boosheid of frustratie. Vraag je kind dan wat er aan de hand is en help het dat te verwoorden, bijvoorbeeld zo:

'Vind je het politiepak van Maaike ook heel mooi? Vind je het jammer dat jij dat nu niet aan kan omdat er maar één in de verkleedkist zit?'

Neem de tijd om stil te staan bij de gevoelens van je kind. Je kind heeft jou nodig om te ontdekken wat het voelt in verschillende situaties. En om boosheid, angst en verdriet op zo'n manier te leren uiten dat het contact met anderen kan maken en houden.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders