Huiselijk geweld vaker gestopt

Sinds de start van het programma 'Geweld hoort nergens thuis' is bij 29 procent van de gevolgde gezinnen het structurele geweld anderhalf jaar na een melding bij Veilig Thuis gestopt. Dat blijkt uit de eindrapportage 2021 van de Impactmonitor Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling.

Het programma 'Geweld hoort nergens thuis' werd opgericht om de samenwerking rond en met gezinnen waar het niet altijd veilig is te verbeteren en zo huiselijk geweld en kindermishandeling eerder en beter in beeld te krijgen en duurzaam te stoppen. Het programma loopt op 31 december 2021 in de huidige vorm af.

Het programma is een samenwerking tussen de Rijksoverheid, gemeenten, het onderwijs, zorgprofessionals, kinderopvangorganisaties, Veilig Thuis-organisaties, politie, Openbaar Ministerie, reclassering, Raad voor de Kinderbescherming, Zorg- en veiligheidshuizen, hulp- en opvangorganisaties en andere betrokkenen.

Geweld nam sterk af

De eindrapportage geeft weer welke resultaten geboekt zijn sinds de start van het programma in 2018. Zo nam het geweld sterker af of stopte in de gezinnen die hulp of ondersteuning ontvingen van instellingen die gespecialiseerd zijn in de aanpak van huiselijk geweld. Dit is een vooruitgang ten opzichte van onderzoek dat in 2014 is verricht, waaruit bleek dat in geen van de onderzochte gezinnen het geweld na anderhalf jaar was gestopt.

Nieuw programma

In 53 procent van de gezinnen komt na anderhalf jaar nog wel veelvuldig en ernstig geweld voor. Daarom heeft het kabinet voor 2022 5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hiermee worden de infrastructuur en de fundamenten van 'Geweld hoort nergens thuis' geïntegreerd in het nieuwe programma 'Toekomstscenario', dat de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling voortzet.

Bron: Ministeries van VWS, J en V

Meer informatie

Geweld hoort nergens thuis – EindrapportageKamerbrief over Zevende voortgangsrapportage programma Geweld hoort nergens thuis