'Geen bewijs dat toeslagaffaire oorzaak was van maatregel'

Er zijn geen aanwijzingen dat slachtoffers van de toeslagenaffaire extra vaak in aanraking zijn gekomen met de kinderbescherming als gevolg van die affaire. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS op verzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

Het CBS vergeleek de gezinnen die slachtoffer zijn van de toeslagenaffaire met gezinnen die ook kinderopvangtoeslag kregen, maar niet gedupeerd zijn door de affaire. Slachtoffers van de kinderopvangtoeslagenaffaire kregen vier keer vaker te maken met een kinderbeschermingsmaatregel dan gezinnen die geen slachtoffer waren. Maar dat was ook al zo in het jaar voordat ze slachtoffer werden.

Elf kenmerken

Het CBS vond elf kenmerken waarop gedupeerde en niet-gedupeerde gezinnen van elkaar verschillen. De gedupeerde gezinnen waren bijvoorbeeld vaker een eenoudergezin en hadden vaker een laag inkomen. Ze hadden vaker een migratieachtergrond en de ouders waren vaker jonger dan 25 jaar bij de geboorte van hun eerste kind. Die kenmerken vergroten tegelijkertijd het risico om slachtoffer te zijn van de toeslagenaffaire én het risico op een kinderbeschermingsmaatregel.

Het CBS vergeleek vervolgens de gedupeerde gezinnen met gezinnen met dezelfde elf kenmerken die geen slachtoffer waren. Beide groepen kregen even vaak te maken met een kinderbeschermingsmaatregel. Het feit dat gezinnen gedupeerd waren door de toeslagenaffaire vergrootte de kans op een maatregel niet voor de hele groep. Wel is het mogelijk dat in individuele gevallen de toeslagenaffaire medeoorzaak was van een uithuisplaatsing.

Verder onderzoek

Wel gaat de inspectie verder onderzoek doen naar de reden waarom de getroffen gezinnen te maken kregen met de kinderbescherming. Ze wil precies weten wat het verband is tussen de gevonden kenmerken en het risico op een kinderbeschermingsmaatregel. Want die kenmerken op zich mogen niet de aanleiding zijn voor een kinderbeschermingsmaatregel, stelt de inspectie.

Brede blik

'Die gevonden kenmerken, zoals een laag inkomen, schulden en een eenoudergezin zijn, vergroten wel de kwetsbaarheid van een gezin', zegt Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Daarom is het belangrijk dat professionals met een brede blik kijken naar de problemen in een gezin. Niet alleen naar de problemen in de opvoeding of het gedrag van het kind, maar ook naar schulden, naar de huisvesting, en naar het sociale netwerk van bijvoorbeeld een eenoudergezin. Preventief beleid kan voor gezinnen in die kwetsbare omstandigheden het verschil maken. Denk aan armoedebestrijding, een veilige buurt of de inzet van steungezinnen om het netwerk van een kwetsbaar gezin te versterken. Dan vergroot je de veerkracht van het gezin en verklein je het risico dat het misgaat. En gaat het toch mis, dan helpt die veerkracht het gezin om sneller weer uit te problemen te komen.'

Bron: CBS; Inspectie Justitie en Veiligheid

Bericht CBSBericht Inspectie Justitie en VeiligheidBrief inspectie aan minister voor Rechtsbescherming

Lees ook