'Falend jeugdbeleid blijft zich herhalen'

Door 'boemerangbeleid' lukt het al veertig jaar niet om de jeugdzorg te verbeteren en passend onderwijs te organiseren. Dat blijkt uit onderzoek waarop Sharon Stellaard op 8 maart promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Stellaard analyseerde het Nederlandse beleid gericht op jeugdzorg en passend onderwijs. Al tientallen jaren spelen daar dezelfde problemen. Elke hervorming om de problemen van eerder beleid op te lossen, zorgt weer voor nieuwe problemen en die geven weer aanleiding voor nieuwe hervormingen. En oude problemen blijven terugkeren. Het beleid wordt zo complexer, de uitvoering wordt duurder, maar een verbetering van de ondersteuning van kinderen, gezinnen en scholen blijft uit, aldus Stellaard.

'Normale' en 'afwijkende' kinderen

Rutger Hageraats, bestuurslid van het NJi, constateert dat de onderliggende analyse van Stellaard uiterst pijnlijk is. 'Zij stelt dat de jeugdzorg en passend onderwijs in hun oorsprong zijn gebaseerd op de aanname dat er 'normale' en 'afwijkende' kinderen zijn en laat zien dat deze aanname nog steeds diep geworteld is in de jeugdsector. Met het idee dat een kind dat afwijkt van de norm een speciale aanpak nodig heeft.'

Zelfversterkend mechanisme

Het onderzoek van Stellaard beschrijft hoe het beleid ertoe heeft geleid dat deze manier van denken de afgelopen decennia is verfijnd, als een zelfversterkend mechanisme. Terwijl de wens was om dit juist te doorbreken. Dat leidde tot meer diagnoses, meer interventies, meer voorzieningen. En steeds meer 'afwijkende' kinderen. Daardoor zijn veel soorten speciaal onderwijs en speciale jeugdzorg ontstaan. 'Dit mechanisme draagt niet bij aan betere ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Het zorgt er helaas wel voor dat kinderen een etiket opgeplakt krijgen', aldus Hageraats.

Belemmerende patronen erkennen

'Het NJi herkent het 'boemerangbeleid' dat Stellaard beschrijft', vervolgt Hageraats. 'Beleidsmakers proberen veranderingen door te voeren. Bijvoorbeeld met de Jeugdwet, die kinderen en jongeren niet wil benaderen als probleemgeval maar juist het versterken van de pedagogische kwaliteit van de omgeving als belangrijk doel heeft. Maar de onderliggende aannames over wat normaal en afwijkend is, zijn ingesleten in de politiek, overheden, uitvoeringsorganisaties en de samenleving. Het mechanisme blijkt hardnekkig en het effect van beleid betekent in de praktijk slechts pleisters plakken: het steeds maar repareren van niet-werkend beleid. Het vraagt moed en vasthoudendheid om dit soort belemmerende patronen in ons eigen gedrag en beleid te erkennen. Dat is een gezamenlijke opgave van het hele jeugdveld.'

Bron: Vrije Universiteit Amsterdam

Bericht Vrije UniversiteitVolkskrant-interview met StellaardInterview Binnenlands Bestuur met Stellaard