Zorgdragen voor een veilige opgroeisituatie doe je zelden alleen. Professionals, ouders, hun informele netwerk en andere betrokkenen werken samen aan één doel. Namelijk dat kinderen zich (weer) veilig en kansrijk kunnen ontwikkelen en er sprake is van duurzame veiligheid en herstel.
Als professional zet je je expertise in ten dienste van het gezin. Je bent vaak een schakel in één gezamenlijk plan. De regie blijft zoveel mogelijk bij het gezin en er worden passende beslissingen genomen die zo min mogelijk ingrijpend zijn. Dit vraagt een grote flexibiliteit en 'presentie' van professionals: écht beschikbaar en bereikbaar zijn op de momenten dat het nodig is. In sommige situaties vraagt het om langdurige of zelfs blijvende betrokkenheid.
Beslissen over hulp
Voordat je met elkaar kunt bepalen welke hulp nodig is en wie die het beste kan bieden, is het belangrijk een complete analyse te maken van de situatie waarin het gezin zich bevindt (idealiter samen met het gezin). In deze analyse weeg je de risico- en beschermende factoren en de veiligheid. Ieder brengt zijn eigen perspectief in en daarna beslis je samen of er sprake is van acute- of structurele onveiligheid of een toekomstig risico daarop.
Gebruik hierbij het afwegingskader uit de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Kijk ook naar eventuele eerdere situaties van onveiligheid en het effect van de beslissingen die destijds genomen zijn. Op basis daarvan bepaal je samen met het gezin (en Veilig Thuis als er sprake is van acute- of structurele onveiligheid) welke hulp nodig is en wie deze hulp het beste kan bieden.
Waar moet goede hulp bij onveiligheid aan voldoen?
In het algemeen voldoet goede hulp aan de volgende voorwaarden:
- Alle betrokken professionals werken met ouders en kinderen aan één gezamenlijk doel: het stoppen van geweld en (duurzaam) herstel van de veiligheid.
- Er is sprake van een gezamenlijke analyse en een plan met doelen en evaluatiemomenten. Dit plan is op maat gemaakt met alle betrokkenen binnen het gezin, waarbij de doelen van begeleiding en/of hulpverlening helder zijn opgesteld.
- Indien meerdere professionals betrokken zijn, zijn er afspraken over samenwerking en casusregie op de veiligheid en (multidisciplinaire) hulpverlening.
Zie voor meer informatie:
- Het afwegingskader in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
- Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg
Waar bestaat goede hulp uit?
Voor goede hulp aan gezinnen na kindermishandeling en onveiligheid is het van belang om:
- allereerst samen de veiligheid op korte termijn te realiseren en te behouden.
- daarna samen te werken aan de veiligheid op de lange termijn.
- zo vroeg mogelijk samen te werken aan herstel en het verminderen van ernstige en langdurige stress om verdere schade te voorkomen.
Werken aan veiligheid op de korte termijn
Werken aan veiligheid op de korte termijn (directe veiligheid) betekent het stoppen van de kindermishandeling en de onveilige situatie en het beschermen van slachtoffers. Ook het direct ontlasten van gezinsleden hoort hierbij, zoals het aanpakken van bronnen van stress, het bieden van praktische ondersteuning, het opbouwen van een werkrelatie en het motiveren tot hulp. Denk bijvoorbeeld aan het wegnemen van financiële zorgen of het regelen van (andere) woonruimte.
In deze fase past het om te werken aan een gezamenlijk opgesteld veiligheidsplan. Een voorbeeld daarvan is het veiligheidsplan van Signs of Safety, waar aan de hand van de veiligheidsschaal door alle betrokkenen bepaald wordt hoe 'voldoende veilig' de huidige situatie wordt ervaren en welke oplossingen worden ingezet om 'voldoende veilig' te bereiken.
Als er sprake is van letsel bij een kind, dan is het in deze fase belangrijk daar goed onderzoek naar te doen. Dit kan belangrijk forensisch feitenmateriaal opleveren dat bijdraagt aan veiligheid op de langere termijn. Zie voor meer informatie de website van het Landelijk Expertisecentrum Kindermishandeling.
Voor het doen stoppen van onveiligheid is het in deze fase soms nodig om te werken met een tijdelijk huisverbod en/of een (voorlopige) ondertoezichtstelling.
Werken aan veiligheid op de lange termijn
Zodra veiligheid op korte termijn is gerealiseerd ontstaat er ruimte bij het gezin om na te denken over langere termijn-oplossingen die bij hen passen. In deze fase past het om aan de hand van een risicotaxatie (zie Signaleren van kindermishandeling) en een hulpverleningsplan te werken aan veiligheid op de lange termijn (stabiele veiligheid). Je helpt het gezin, vaak samen met anderen, om aanwezige beschermende factoren te versterken en risicofactoren weg te nemen of te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan het verstevigen van contact met belangrijke anderen of aandacht voor goede daderhulpverlening. Zie Beschermende en risicofactoren.
Denk ook na over hoe het informele netwerk het gezin kan helpen. Misschien hebben zij belangrijke mensen in hun omgeving die hen steun bieden. Die steun uit het informele netwerk is meestal duurzamer dan professionele hulp. Bekijk ook eens deze handreiking voor professionals over samenwerken met het informele netwerk.
Zie voor informatie over het hulpverleningsplan, eigenaarschap, hulpvraag, doelen en gesprekstechnieken de pagina's over Beslissen over hulp.
Lees meer over werkzame factoren van interventies bij Wat werkt bij de aanpak van kindermishandeling?. Effectieve interventies die op zijn minst goed onderbouwd zijn, zijn terug te vinden in de Databank Effectieve Jeugdinterventies.
Herstel
Kindermishandeling en onveiligheid kunnen op korte en lange termijn ernstige schade veroorzaken, onder andere omdat het langdurige en ernstige stress (zie Gevolgen) oproept bij de betrokkenen. Door zo vroeg mogelijk te werken aan herstel, kan verdere schade worden voorkomen. Werken aan herstel van schade gaat onder andere over:
- het versterken van zelfredzaamheid. Onderdeel van herstel is dat iemand beter leert om te gaan met nare gedachten en gevoelens.
- afname van de negatieve impact in het hier en nu door onveiligheid uit het verleden. Onderdeel van herstel is dat iemand minder nare gedachten en gevoelens heeft wanneer hij terugdenkt aan de gebeurtenissen.
- het vergroten van de natuurlijke veerkracht. Veerkracht is het individuele vermogen om bij ernstige tegenslag terug te veren en verder te groeien. Dit leer je over het algemeen in contact met anderen.
Steun van een betrouwbare volwassene is heel belangrijk bij veerkracht en herstel van kinderen. Zeker als kinderen (thuis, op school en op de sportclub) trauma-sensitief benaderd worden, maakt dat een groot verschil voor hun herstel. Een voorbeeld van trauma-sensitief (samen)werken is Handle with care.
Zie voor meer informatie over traumasensitief werken (in onder andere het onderwijs):
Bij klachten op het gebied van posttraumatische stress en bij het werken aan herstel zijn Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie (TF-CGT) en EMDR effectieve behandelmethoden. Zie voor meer informatie over traumabehandeling de website Brainwiki.nl.
Om te voorkomen dat posttraumatische stress leidt tot chronische klachten is het belangrijk dat professionals, kinderen en jongeren vragen naar mogelijke traumatische ervaringen. De site www.rakevragen.nu helpt hulpverleners bij het stellen van de juiste vragen als het gaat over trauma's en de mogelijke gevolgen hiervan.
Samenwerken met het gezin
Wanneer je als professional samen met ouders werkt aan een veilige opgroeisituatie helpt het om regelmatig te reflecteren op jouw handelen in deze samenwerking. Reflectieve vragen over je contact met het gezin over (on)veiligheid zijn bijvoorbeeld:
- Ben ik duidelijk tegen de ouder(s), partner(s) of opvoeders over wat er concreet moet veranderen?
- Zie ik het kind in het gezin en praat ik met hem of haar?
- Heb ik zicht op wat wel veilig is in het gezin en bespreek ik dit met het gezin?
- Stimuleer ik het gezin om zijn netwerk in te zetten?
- Hoe is mijn samenwerking met andere professionals en organisaties die betrokken zijn bij het gezin? Zijn er duidelijke afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, en met name wie op de veiligheid in het gezin let?
- Ben ik als professional voldoende toegerust en krijg ik voldoende steun vanuit mijn organisatie?
Zie voor meer helpende vragen en achtergrondinformatie:
- Zo zorg je dat kinderen veilig opgroeien. 10 reflectievragen voor wijkteamprofessionals
- Wie heeft de regie in het proces over beslissen?
- Richtlijn Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp
Domeinoverstijgende samenwerking tussen professionals
Zolang duurzame veiligheid niet wordt bereikt, blijven gezinnen in het zorgsysteem, het beschermingssysteem of het strafrechtsysteem. Dat zet zich vaak gedurende meerdere generaties door. De impact van het probleem op de veiligheid zou de focus moeten zijn van hulpverlening. Dat geldt voor de zorgketen (inclusief onderwijs), maar ook voor de medische en justitiële keten. Vaak hebben meerdere gezinsleden hulpverlening nodig, maar kunnen ze niet terecht bij dezelfde organisaties. Dat maakt het soms lastig voor alle gezinsleden om naar de behandelingen te gaan.
Het gaat er om dát te doen wat nodig is voor dít kind in dít gezin. Deze zienswijze kan een andere prioritering en andere werkdoelen in de aanpak van (deel)problemen tot gevolg hebben. Een gemeenschappelijke taal en een brede, op waarden gestuurde kijk op veilig opgroeien is hiervoor nodig. Zogenaamde inclusieve modellen kunnen hierbij helpen. Een voorbeeld daarvan is de assesmentdriehoek en het zevenstappenmodel.
Beschikbare kennis en kennisbehoeften
In juli 2019 voerde het NJi samen met Movisie een deskresearch uit om te inventariseren welke beschikbare kennis er is en welke kennisbehoeften er zijn met betrekking tot huiselijk geweld en kindermishandeling.
In dit onderzoek is onderscheid gemaakt in vier onderdelen:
- Prevalentie-onderzoek (aanbevelingen voor nader onderzoek).
- Erkende interventies bij de drie actielijnen Eerder en beter in beeld, Stoppen en duurzaam oplossen en Aandacht voor specifieke doelgroepen.
- Lacunes in de kennis over interveniëren en organiseren. Hoe kan de kennis over wat werkt beter worden ontsloten? Hoe kan het op maat toepassen van deze kennis worden bevorderd?
- Per onderdeel is de (toenmalige) stand van zaken weergegeven, een eerste aanzet tot aanbevelingen geformuleerd en zijn er een aantal eerste conclusies getrokken.
Met wie mag ik welke informatie delen?
Het delen van informatie is een essentieel onderdeel van het samen werken aan veilig opgroeien. Uitgangspunt is steeds dat het belang van het kind centraal staat in je overwegingen om wel of geen informatie te delen. Deze websites bieden informatie over welke informatie met wie gedeeld kan worden:
