Met wie krijgt een gezin te maken bij zorgen over de veiligheid?

Bij zorgen over de veiligheid in een gezin, kan het gezin te maken krijgen met verschillende instanties en professionals.

Voor kinderen en jongeren is er een praatplaat met visuele uitleg over de mogelijke routes die kinderen en hun ouders doorlopen in de jeugdbeschermingsketen:

Wie je tegenkomt als het thuis niet goed gaat

Jeugdgezondheidszorg, huisarts, politie, school

Een eerste signaal van mogelijke onveiligheid in een gezin komt vaak van een professional die zich ernstig zorgen maakt over een gezin. Bijvoorbeeld een leerkracht, jeugdverpleegkundige of huisarts. Of de politie die een melding krijgt. Zij zijn vaak de eerste gesprekspartner voor een gezin als er zorgen zijn.

Lokaal team

Een wijkteam, buurtteam of Centrum voor Jeugd en Gezin biedt ondersteuning als er zorgen zijn. Zij bespreken met het gezin wat er speelt. En of het gezin ondersteuning nodig heeft. Het lokale team werkt samen met mensen en organisaties in de wijk om tijdig passende ondersteuning te bieden aan een gezin.

Veilig Thuis

Veilig Thuis biedt informatie, advies en ondersteuning. Zowel professionals als mensen uit het netwerk van een gezin kunnen een melding doen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De hulpverlener van Veilig Thuis beantwoordt vragen en geeft advies. Ook kan de hulpverlener meedenken over welke hulp er nodig is. Eventueel doet Veilig Thuis daarvoor eerst onderzoek. Lees meer:

Veilig Thuis

Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) komt in actie na een verzoek tot onderzoek van de gemeente, Veilig Thuis of de Gecertificeerde Instellingen. De RvdK doet dan onafhankelijk onderzoek naar de thuissituatie van een kind. Die beoordeelt dan of er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging. En of er gronden zijn voor een kinderbeschermingsmaatregel.

Een raadsonderzoeker onderzoekt met het kind, de ouders en anderen wat nodig is. En of er verplichte hulp moet komen. Daarvan wordt een rapport gemaakt. Daarin staat of de Raad een verzoek doet bij de rechter voor een maatregel. In dat laatste geval stuurt de raadsonderzoeker het rapport ook naar de rechter.

Lees meer:

Raad voor de Kinderbescherming

Kinderrechter

De kinderrechter beslist of er een kinderbeschermingsmaatregel komt. Bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling. Ook beslist de kinderrechter of er verplichte hulp komt. De rechter toetst of er voldoende grond is voor een maatregel. Dit gebeurt bij de rechtbank tijdens een rechtszitting. Ouders en jongeren kunnen bij de rechtszitting hulp krijgen van een advocaat. Zij moeten hier zelf voor zorgen. Lees meer:

Kinderrechter: strafzaken en familiezaken

Gecertificeerde instelling

Als de rechter beslist dat er een kinderbeschermingsmaatregel komt, zorgt een gecertificeerde instelling (GI) voor de uitvoering daarvan. Er bestaan verschillende gecertificeerde instellingen, met ieder een eigen naam. Bij een ondertoezichtstelling (OTS) komt er een gezinsvoogd die samen met het gezin een plan maakt. En het gezin daarbij verder begeleidt. De gecertificeerde instelling voert zelf geen jeugdhulp uit. In het plan wordt vastgelegd welke jeugdhulp nodig is bij de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregel.

Aanvullende jeugdhulp organiseren

Als er aanvullend jeugdhulp nodig is, dan wordt dit onder andere uitgevoerd door een jeugdhulpinstelling. Dit kan gaan om opvoedondersteuning, gezinsbehandeling of een behandeling voor het kind. Gecertificeerde instellingen zijn hierbij de wettelijke verwijzer. Momenteel zijn er verschillende knelpunten bij het verwijsproces naar passende hulp. De handreiking Vereenvoudiging verwijsproces gecertificeerde instellingen bevat oplossingen en handvatten om de administratieve lasten van jeugdbeschermers zo veel mogelijk te beperken.

Foto Josine Holdorp