A404: Problematisch gebruik van opiaten (heroïne)
Deze problemen zijn in het classificatiesysteem CAP-J onderdeel van:
- As A: Psychosociaal functioneren jeugdige
- A400: Gebruik van middelen/verslaving
Kenmerken
Bij deze problematiek is er sprake van opiatengebruik op een zodanige manier dat hierdoor lichamelijke, psychische of sociale problemen ontstaan bij een jeugdige, of op een zodanige manier dat maatschappelijke overlast ontstaat. Het gebruik moet ook niet verward worden met een stoornis in het gebruik van middelen. Het gebruik van opiaten is sterk verslavend, er is daarom al snel sprake van een stoornis. In de DSM 5 wordt verslaving 'een stoornis in het gebruik van middelen' genoemd. Om vast te stellen of daar sprake van is, zijn er elf kenmerken opgesteld:
- vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was
- mislukte pogingen om te minderen of te stoppen
- gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd
- sterk verlangen om te gebruiken
- door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis
- blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak
- door gebruik opgeven van hobby's, sociale activiteiten of werk
- voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt
- voortdurend gebruik ondanks weet hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert
- grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie
- het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van de stof te gebruiken.
Subtypes en/of specificaties
Heroïne is een drug die een verdovende werking heeft. Kenmerkend is de sterke en snelle lichamelijke verslaving die na gebruik optreedt.
De psychische effecten van heroïne zijn:
- ervaring van een gelukzalig gevoel
- grotendeels verdwijnen van verdriet, pijn en angstgevoelens
- dromerigheid en onverschilligheid tegenover de omgeving.
Lichamelijke effecten zijn onder meer:
- pijnstillend
- versuffend
- verminderde ademhaling.
De belangrijkste risico's die met het gebruik van heroïne gepaard gaan zijn:
- overdosis en ademstilstand
- infectiegevaar; door gebruik van naalden is er een groot risico op ziekten als hiv en hepatitis B en C
- ondervoeding en een slechte gezondheid doordat door de effecten van heroïne ziekten, pijn en honger niet worden opgemerkt
- verwaarlozing van familie en vrienden
- sociale isolatie en geïsoleerd raken van de maatschappij.
Heroïne is sterk lichamelijk en geestelijk verslavend. De lichamelijke ontwenningsverschijnselen zijn ernstig en heftig. Bij ontwenningsverschijnselen voelt de gebruiker zich ziek, is klam en koud, heeft kippenvel, heeft buikkrampen en pijn in de armen en benen. Daarnaast kunnen ook braken en diarree optreden. Naast deze verschijnselen raakt de gebruiker ook geestelijk afhankelijk van heroïne. De gebruiker voelt zich niet meer prettig zonder het gebruik van heroïne. Heroïne verdooft alles, waardoor alle negatieve gevoelens verdwijnen.
Culturele, leeftijds- en seksespecifieke kenmerken en verloop
Met betrekking tot het problematisch gebruik van middelen is relevant dat:
- jeugdigen met ADHD eerder geneigd zijn tot problematisch gebruik en beginnen er ook eerder mee in vergelijking met hun leeftijdsgenoten. Zij vormen een kwetsbare groep. ADHD vergroot de kans op verslaving (Gunning, 2005)
- agressief gedrag op kinderleeftijd de kans op (problematisch) middelengebruik verhoogt (Slot, 2004)
- problematisch gebruik van middelen, voornamelijk bij jongeren met een licht verstandelijke beperking, tot een eerste psychose kan leiden (Noorlander, 2001).
Gebruik van middelen komt het meest voor bij jongeren vanaf 14 jaar. Bij deze jongeren is sprake van geregeld recreatief gebruik. Het problematisch gebruik van middelen, zoals beschreven bij kenmerken, kan leiden tot misbruik van de middelen (Gunning, 2005; Heuves, 2006). Het misbruik kan ertoe leiden dat de jongere afhankelijk wordt van het middel en ontwenningsverschijnselen vertoont. Dit kan uiteindelijk leiden tot dwangmatig gebruik of verslaving (Heuves, 2006).