Soorten angst

Er bestaan verschillende soorten angst: sociale angst, scheidingsangst, specifieke vrees, dwanggedachten en dwanghandelingen en piekeren tijdens de adolescentie.

Sociale angst

Sociale angst is bang of gespannen zijn in gezelschap van anderen. Deze angst ontstaat doordat een kind of jongere denkt dat anderen voor hem een gevaar of dreiging vormen. De oorzaak van sociale angst kan ook zijn dat het kind of de jongere psychische druk ervaart, bijvoorbeeld omdat hij het idee heeft dat hij aan bepaalde eisen moet voldoen. Deze laatste vorm van angst wordt ook wel sociaal evaluatieve angst genoemd. Piekert een kind of jongere over zijn schoolprestaties, dan wordt dat faalangst genoemd.

Scheidingsangst

Scheidings- of separatieangst is de bekendste angst die bij jonge kinderen voorkomt. Deze angst is een normaal verschijnsel in een gezonde ontwikkeling. Scheidingsangst komt voor vanaf de tweede helft van het eerste levensjaar, meestal rond de zevende tot tiende maand. Een kind is dan in staat om vreemden te onderscheiden van bekenden. Het kind ervaart angst voor vreemden en gaat zich hechten aan één of enkele vaste personen. Het kind reageert met angst wanneer het gescheiden wordt van zijn vertrouwde verzorgers. Scheidingsangst wordt problematisch als hij overmatig voorkomt, wat wil zeggen:

  • de angstreactie is zeer heftig: het kind raakt overstuur of in paniek;
  • de reactie duurt buitensporig lang: het kind blijft ontroostbaar;
  • de angst past niet meer bij het ontwikkelingsniveau van het kind.

Specifieke vrees

Kinderen met een specifieke vrees hebben last van een voorbijgaande angst en spanning bij een bepaald voorwerp of in een bepaalde situatie die hen een gevoel van dreiging of gevaar geeft. Deze specifieke angsten zijn typisch voor kinderen tussen de 2 en 12 jaar. Bekend zijn de angst voor een krokodil onder het bed, de angst om door het afvoerputje of door de wc gespoeld te worden en de angst voor beestjes met onverwacht of onbekend gedrag.

Dwanggedachten en dwanghandelingen

Kinderen en jongeren ontwikkelen soms rituele handelingen of gedachten om van bepaalde angstgevoelens af te komen. Ze hebben dan het idee dat ze bepaalde handelingen moeten uitvoeren, terwijl ze tegelijkertijd wel weten dat daar eigenlijk geen reden voor is. Wanneer het gedrag of de gedachten kort duren en vanzelf weer overgaan, zijn ze niet verontrustend en verstoren ze het normale dagelijkse functioneren niet.

Piekeren tijdens de adolescentie

Naarmate kinderen ouder worden, gaan gedachten een steeds grotere rol spelen in het aansturen van hun gedrag. Tijdens de puberteit en adolescentie kunnen deze gedachten angst veroorzaken, bijvoorbeeld wanneer ze gaan over negatieve beoordelingen door anderen, gevaren als oorlogen en milieurampen, middelengebruik en falen op school. Deze gedachten kunnen ver van de werkelijkheid staan en ontaarden in doelloos piekeren. Overmatige angst om te falen of niet te presteren wordt ook wel faalangst genoemd.

Foto Neeltje van den Bedem

Neeltje van den Bedem

senior medewerker inhoud