Interprofessioneel samenwerken in onderwijs en jeugdhulp

Om kinderen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen, wil je als professional van school, jeugdhulp en zorg goed samenwerken rondom hulpvragen van leerlingen, ouders en school. Hoe werkt deze interprofessionele samenwerking in de praktijk? En hoe zorg je ervoor dat het werkt? Op deze pagina lees je hoe je goed interprofessioneel kunt samenwerken met collega's uit andere disciplines.

Wat is interprofessioneel samenwerken?

'Interprofessioneel samenwerken gaat verder dan multidisciplinair werken. Professionals werken intensiever samen, stemmen hun plannen op elkaar af, of maken een gezamenlijk plan', aldus Anja Verwoerdt, auteur van het handboek Onderwijs en Jeugdhulp. Dit gemeenschappelijke doel vormt het uitgangspunt voor alle betrokkenen.

Interprofessionele samenwerking kun je op verschillende manieren vormgeven:

  • Preventief: door goed af te stemmen wat er speelt in de leefwereld van kinderen en jongeren en door samen na te denken over het aanbod voor leerlingen.
  • Op casusniveau: wanneer onderwijs en zorg samen vanuit één plan werken, gericht op het versterken van de situatie van een individuele leerling. Dit kan gaan over de situatie op school, thuis en in de vrije tijd.

Werk je samen op casusniveau? Dan zijn ouders en jongeren hier ook intensief bij betrokken. Met interprofessioneel samenwerken wil je bereiken dat de leerling, ouders en de benodigde professionals in één gezamenlijk plan alle benodigde extra of speciale ondersteuning regelen.

Uitgangspunten

Elkaars achtergrond en situatie begrijpen en aanvullen vanuit de eigen expertise, zijn belangrijke aandachtspunten bij interprofessioneel samenwerken. Je bent bereid om van elkaar te leren en wisselt regelmatig informatie uit. Om dit te bereiken heb je, zoals orthopedagoog Stijn Dekkers het uitdrukt, een T-shaped professional nodig.

In de praktijk betekent dit:

  • De jeugdhulp werkt schoolgericht en de school heeft naast de leerling ook het gezin in beeld.
  • Jeugdhulppartners versterken de basisondersteuning op scholen en in de kinderopvang.
  • Scholen zijn in staat goed in te spelen op de aanwezigheid van jeugdhulp. Zij geven aan wat ze van jeugdhulp nodig hebben en wat ze zelf kunnen.

Werkzame elementen

In het onderzoek De sterkste schakels komen de volgende werkzame elementen naar voren in de samenwerking tussen jeugdgezondheidszorg, wijkteams en onderwijs:

  • Randvoorwaarden: Zijn er afspraken op strategisch en uitvoerend niveau die het belang tot samenwerking benadrukken? Ondersteunen gemaakte afspraken de samenwerking? Is er tijd en ruimte voor professionals om samen te werken?
  • Gezamenlijke visie en doelen op samenwerken: Is er een gezamenlijke visie? Is deze visie vertaald naar doelen waaraan jullie gezamenlijk werken? Worden die doelen door iedereen onderschreven en uitgedragen?
  • Vertrouwen en respect: Investeren jullie in de werkrelaties tussen professionals? Is er vertrouwen tussen de professionals en de organisaties? Bouw je voort op andermans werk en doen anderen dat ook op jouw werk?
  • Rollen en verantwoordelijkheden: Is duidelijk wat elkaars kennis, ervaring en werkwijze is? Maken professionals gebruik van elkaars expertise? Is er op casusniveau duidelijk wie wat doet?
  • Leiderschap en management: Draagt het management de meerwaarde van samenwerken actief uit? Spreken professionals elkaar aan en zijn zij zelf aanspreekbaar bij knelpunten in de samenwerking?
  • Planning, structuren en procedures: Ondersteunen deze de samenwerking?
  • Effectieve communicatie: Zijn professionals toegankelijk en bereikbaar voor elkaar?
  • Richtlijnen voor het zorgvuldig delen van informatie: Kennen professionals de richtlijnen over privacybescherming? Betrekken jullie jongeren en ouders goed en werken jullie transparant?
  • Betrokkenheid professionals, ouders en kinderen: Is er ruimte voor professionals, ouders en jongeren om mee te denken over wat goed gaat en wat beter kan? Benutten jullie deze praktijk- en ervaringskennis in het leerproces van samenwerken?
  • Vaardigheden en attitudes professionals: Beschikken professionals over de benodigde vaardigheden, houding en handelwijze, en is er ruimte om hierop te reflecteren? Zijn professionals in staat om initiatief te nemen en zich flexibel op te stellen in de samenwerking?
  • Samenwerken is een proces: Reflecteren jullie op de samenwerking? Komen hier verbeteracties uit voort die jullie vervolgens weer monitoren? Is de aansluiting tussen beleid en praktijk voldoende voor dit leerproces?
  • Zicht krijgen op effecten: Is er aandacht voor de effecten van het aanbod, de doelrealisatie en de samenwerking?

Met Andere Ogen: Interprofessionele samenwerking

Lieke Salome

Lieke Salomé

senior adviseur en onderzoeker