Verschillende opvoedstijlen: een overzicht
Kinderen worden op verschillende manieren opgevoed. Hoe er wordt opgevoed, hangt af van wat de opvoeder belangrijk vindt. Maar ook van hoe diegene zelf is opgevoed en van de situatie thuis of in de omgeving. Vaak ontstaat daardoor een vaste manier van omgaan met het kind. Dit noemen we een opvoedstijl. De Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Diana Baumrind onderzocht opvoedgedrag en maakte een indeling met drie opvoedstijlen. Later voegden andere onderzoekers daar een vierde stijl aan toe. Op deze pagina vind je een korte uitleg van deze vier opvoedstijlen.
Opvoeden gebeurt niet altijd op dezelfde manier
In onderzoek naar opvoeding wordt gekeken naar hoe opvoeders omgaan met een kind, bijvoorbeeld ouders, pleegouders en andere belangrijke volwassenen. Daarbij gaat het niet om één moment, maar om een verzameling van opvoedsituaties. Zo ontstaat een algemeen beeld van het opvoedgedrag, ook wel een opvoedstijl genoemd.
Zo'n opvoedstijl laat zien wat het meeste gebeurt, maar in het dagelijks leven verloopt de opvoeding niet altijd op dezelfde manier. Hoe opvoeders reageren op een kind hangt af van het moment, de situatie, hoe diegene zich voelt en het gedrag van het kind. Daarom kunnen opvoeders soms verschillend reageren in soortgelijke situaties. Één moment zegt dus niet alles over de hele opvoeding van het kind.
De opvoedstijlen van Baumrind
Hoewel ouders of andere opvoeders in het dagelijks leven per situatie verschillend kunnen reageren, hebben onderzoekers geprobeerd opvoedgedrag in vier opvoedstijlen te verdelen. Deze vier opvoedstijlen zijn: autoritatief, autoritair, toegeeflijk en niet-betrokken.
Deze opvoedstijlen verschillen vooral op twee punten:
- Steun: dit betekent hoeveel aandacht en warmte er is voor het kind. Het gaat erom of de opvoeder goed let op wat het kind voelt en nodig heeft, en hoe de opvoeder hierop reageert.
- Controle: dit betekent hoe duidelijk de regels, verwachtingen en grenzen zijn. Het gaat erom hoe streng of duidelijk de opvoeder is over wat het kind wel en niet mag doen.
Deze twee punten, steun en controle, bepalen samen de opvoedstijl. Sommige opvoeders geven veel steun en veel controle. Dit noemen we de autoritatieve stijl. Anderen geven wel steun, maar houden weinig controle. Dat is de toegeeflijke stijl. Er zijn ook opvoeders die strenge controle uitoefenen, maar weinig steun geven. Dat hoort bij de autoritaire stijl. En soms is er weinig steun en weinig controle. Dit is de niet-betrokken stijl.
Autoritatieve opvoedstijl
Bij deze opvoedstijl zijn er duidelijke regels, maar luistert de opvoeder ook naar de wensen van het kind. Er is veel aandacht voor wat het kind nodig heeft. Het kind krijgt ruimte om zelf te ontdekken en keuzes te maken. De opvoeder toont liefde en communiceert duidelijk. Uit onderzoek komt naar voren dat kinderen die zo worden opgevoed, zich vaak goed ontwikkelen. Ze hebben een luisterend oor, maar er worden ook grenzen gesteld. Daarnaast is deze opvoedstijl goed voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit betekent dat ze goed leren omgaan met hun gevoelens en gezonde relaties leren aangaan. Deze kinderen zijn vaak zelfstandig, luisteren goed en hebben zelfvertrouwen.
Autoritaire opvoedstijl
Bij deze opvoedstijl zijn de regels duidelijk. Overleg met het kind gebeurt weinig. De opvoeder verwacht dat het kind goed luistert, doet wat wordt gezegd en zich netjes gedraagt. Er is veel structuur en er zijn duidelijke grenzen. Het kind krijgt weinig ruimte om zelf uit te proberen en te oefenen. Dit kan ervoor zorgen dat het kind minder zelfvertrouwen krijgt en meer hulp nodig heeft van anderen. Het kind kan het lastig vinden om zelf nieuwe dingen te doen. Ook kan het kind meer verlegen en geremd worden, omdat het gewend is dat iemand zegt hoe het zich moet gedragen.
Toegeeflijke opvoedstijl
Bij deze opvoedstijl is er veel steun en warmte, maar weinig regels en grenzen. Het kind krijgt veel vrijheid en de wensen van het kind staan centraal. Er is weinig structuur en de opvoeder gaat confrontaties uit de weg. Het kind kan hierdoor moeite krijgen met het leren van regels en grenzen. Het kind kan later meer behoefte hebben aan aandacht of waardering van leeftijdsgenoten of volwassenen. Ook kan het kind meer hulp nodig hebben van anderen, het lastiger vinden om zelf dingen te doen en minder goed leren om impulsen te beheersen.
Niet-betrokken opvoedstijl
Bij deze opvoedstijl is er weinig aandacht en zijn er weinig regels. Het kind krijgt weinig steun en de opvoeder toont weinig aandacht voor de gevoelens van het kind. De opvoeder is niet betrokken bij het leven van het kind. Het kind moet veel zelf uitzoeken en is meer op zichzelf aangewezen. Dit kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het kind, zoals minder zelfvertrouwen en problemen met gevoelens en gedrag. Deze kinderen kunnen het gevoel hebben dat ze niet belangrijk genoeg zijn. Dit kan leiden tot problemen in de band tussen opvoeder en kind. Daardoor kan het kind moeite hebben met het opbouwen van goede relaties.
Kritiek op vaste opvoedstijlen
Hoewel opvoedstijlen een handig hulpmiddel zijn om manieren van opvoeden te begrijpen, is er ook kritiek op het idee van vaste opvoedstijlen. Opvoeders volgen niet altijd één stijl, de hele dag en elke dag. De manier van reageren verandert door omstandigheden, cultuur, het karakter van het kind en hoe de opvoeder zich voelt. Zo kan een opvoeder het kind soms rustig aangespreken en uitleggen waarom iets niet mag. Maar als diezelfde opvoeder moe of geïrriteerd is, kan de reactie strenger of boos zijn.
De vier stijlen zeggen dus niets over hoe men als opvoeder is. Want een opvoedstijl wordt door meer bepaald dan alleen de hoeveelheid steun en controle. Wel kunnen de vier opvoedstijlen opvoeders helpen om na te denken over voorkeuren in de opvoeding en hoe dit kan doorwerken op kinderen.
Ieder kind is uniek
Elke opvoedstijl heeft sterke en minder sterke kanten. Omdat opvoeders vaak anders reageren in verschillende situaties, is het belangrijk om vooral te letten op wat het kind zelf nodig heeft. Elk kind is anders en ontwikkelt zich op een eigen manier. Sommige onderdelen van een opvoedstijl passen goed bij een kind, andere minder. Daarom is het belangrijk dat opvoeders naar de behoeften van hun eigen kind kijken en daar hun manier van opvoeden op aanpassen. Opvoeders gebruiken niet altijd dezelfde stijl. Soms doen ze het op een andere manier, afhankelijk van het moment. Dat is normaal.
Naast opvoedstijl zijn nog andere zaken belangrijk bij opvoeden. Daarover lees je meer bij Wat is belangrijk bij opvoeden?
Bronnen
- Baumrind, D. (1966). 'Effects of Authoritative Parental Control on Child Behavior', in: Child Development, jaargang 37, nummer 4, p. 887–907.
- Baumrind, D. (1991). 'The Influence of Parenting Style on Adolescent Competence and Substance Use', in: The Journal of Early Adolescence, jaargang 11, nummer 1, pl 56-95.
- Darling, N. (1999). 'Parenting Style and Its Correlates', in: ERIC Digest.
- Brooks, J. (2008). The Process of Parenting. McGraw Hill Professional.
- Bülow, A., E. van Roekel, S. Boele, J. Denissen en L. Keijsers (2022). 'Parent-adolescent interaction quality and adolescent affect: An experience sampling study on effect heterogeneity', in: Child Development, jaargang 93, nummer 3, p. e315– e331.
- Fadlillah, M. en S. Fauziah (2022). 'Analysis of Diana Baumrind's Parenting Style on Early Childhood Development', in: Al-Ishlah: Jurnal Pendidikan, jaargang 14, nummer 2, p. 2127-2134.
- Fadlillah, M., R. Wahab, Y. Ayriza en S. Indartono (2020). 'The Roles of Parenting Style towards Mental Health of Early Childhood', in: Medico-legal Update, jaargang 20, nummer 2, p. 667-672.
- Lavrič, M. en A. Naterer (2020). 'The power of authoritative parenting: A cross-national study of effects of exposure to different parenting styles on life satisfaction', in: Children And Youth Services Review, jaargang 116, 105274.
- Ramaekers, S. en J. Suissa (2012). 'The claims of parenting. Reasons, responsibility and society'. Springer.
- Van der Kaap-Deeder, J., M. Vansteenkiste, B. Soenens en E. Mabbe (2017). 'Children's daily well-being: The role of mothers', teachers', and siblings' autonomy support and psychological control', in: Developmental Psychology, jaargang 53, nummer 2, p. 237-251.
Lees ook
-
Wat is ouderschap?
Wat is ouderschap?WetenOuderschap is meer dan alleen opvoeden. Er verandert veel voor ouders. Lees hier factoren die invloed hebben op het ouderschap, zoals levensvaardigheden.
-
Wat is opvoeding?
Wat is opvoeding?WetenOpvoeden houdt in dat ouders hun kind begeleiden bij de ontwikkeling naar een zelfstandige in de samenleving. Lees meer over de doelen en principes.
-
Invloed partnerschap op kind en ouders
Invloed partnerschap op kind en oudersWetenDe kracht van een goede partnerrelatie is groot. De relatie heeft veel invloed op het welzijn van ouders en kinderen. Lees hier op welke manier.
-
Opgroeien in Nederland: wie zijn daarbij betrokken?
Opgroeien in Nederland: wie zijn daarbij betrokken?WetenIedereen die persoonlijk betrokken is bij kinderen en jongeren behoort tot het netwerk waarin zij opgroeien en opgevoed worden.
