Tussen hun 10e en 17e ontwikkelen kinderen hun identiteit. Ze krijgen steeds meer een eigen mening. Dat kan samengaan met verzet tegen regels en afspraken en met conflicten thuis of op school. Vaak gaat het ook samen met interessante gesprekken met je kind. Je kind vindt steeds meer uit wat het belangrijk vindt en waarom.
Een eigen identiteit vormen
Kinderen tot een jaar of 10 houden zich vaak zonder problemen aan de regels en afspraken op school en thuis. Zodra zij wat ouder worden, denken ze daar steeds meer over na. Waarom moet ik eigenlijk per se om half negen op school zijn, mijn kamer opruimen of me sociaal gedragen? Pubers gaan de normen die gelden meer in twijfel trekken. Ze zetten zich ertegen af door de grenzen op te zoeken en nieuw gedrag uit te proberen. Je kind gaat waarschijnlijk vaker met je in discussie, en dat kan lastig zijn. Maar bedenk dat het betekent dat pubers hun eigen persoonlijkheid aan het ontdekken zijn. Ze zijn een eigen mening aan het vormen, en oefenen daarmee. Dat is nodig om onafhankelijk te worden van de zorg van hun ouders. Ze denken veel na over wie ze willen zijn, wat bij hen past en welk gedrag daarbij hoort. Daarmee ontwikkelen ze hun identiteit en worden ze steeds zelfstandiger.
Kritisch denken en eigen mening
Kinderen van 10 tot en met 16 jaar onderzoeken wat er bij hen past en wat niet. Dat kan soms kritisch en afstandelijk overkomen. Je kind vindt bijvoorbeeld iets van hoe jij met andere mensen omgaat of dat je dingen zegt die je volgens jouw puber niet waarmaakt. Pubers zetten zich graag af tegen alles wat in hun ogen saai en te normaal is. Vat dat niet persoonlijk op en probeer er op een open manier over in gesprek te gaan: 'Vind je het saai omdat je graag een avontuurlijk leven wilt?'
Pubers zijn vaak eigenwijs: ze zijn het liever niet met je eens. Wanneer je daar steeds tegenin gaat, dan kan dat veel discussies of ruzie opleveren. Geef je puber de ruimte om eigenwijs te zijn en zeg niet te snel wat jij ervan vindt. Pubers vatten jouw oordeel al snel op als een 'preek'. Door vragen te stellen, zet je hun hersenen juist 'aan'. Daarmee stimuleer je dat je puber een eigen mening ontwikkelt en een eigen kijk krijgt op wat volgens je puber belangrijk, goed of slecht is. Zo leren pubers zelf kritisch te denken en ontwikkelen ze hun eigen waarden en normen.
Praten over waarden en normen
Hoe waarden en normen met elkaar samenhangen, lees je in de volgende voorbeelden:
- Waarden: betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid, respect voor andermans spullen
- Norm: wat je van iemand leent, geef je ook weer terug
- Waarde: vriendelijkheid
- Norm: als je de klas binnenkomt groet je de leraar en je klasgenoten
Als je aan pubers vraagt waarom ze bepaalde normen stom vinden of juist belangrijk, dan voer je een gesprek over waarden. Daarmee help je je puber om daarover na te denken. Vraag naar de mening van je kind. Dat kan lastig zijn wanneer je kind over bepaalde dingen heel anders denkt dan jij. Probeer de mening van je kind niet te veroordelen en blijf met elkaar in gesprek. Daarmee laat je zien dat mensen van mening kunnen verschillen, maar toch met elkaar kunnen omgaan.
Let erop hoe je zelf jouw mening geeft. Je mag best je zorgen uiten over wat er in de maatschappij gebeurt, wat je op televisie ziet of in de krant leest, wat je kind beleeft of wat jij bijvoorbeeld allemaal meemaakt op je werk, maar let op je toon. Probeer open en vriendelijk te praten over de onderwerpen die je bezighouden, en bedenk dat jouw manier een voorbeeld is voor je kind. Wanneer je iets stellig en negatief beweert, zal je kind eerder klagen, tegen je in gaan, of helemaal niets zeggen. Wanneer je op een open manier praat, en je mening niet als een feit brengt, dan zal dat je kind eerder uitnodigen om zijn mening daarover te geven. Zo stimuleer je je kind om onderwerpen en problemen op een positieve en rustige manier te benaderen.
Dus bijvoorbeeld:
- 'Ik vraag me af waarom mijn manager in de thuiszorg zoveel meer verdient dan ik, terwijl mijn collega's en ik elke dag van hot naar her fietsen en onze handen écht uit de mouwen steken.'
- in plaats van:
- 'Managers zijn allemaal zakkenvullers!'
Wanneer het jullie in een discussie niet lukt om positief te blijven, benoem dit dan. Las eventueel een klaagkwartiertje in, maar probeer steeds met een lach te eindigen. Wanneer je met je kind over waarden en normen praat, zijn humor en geduld belangrijke hulpmiddelen. En bedenk: ook al lijkt het misschien niet zo, als ouder heb je nog steeds veel invloed op hoe je kind naar de wereld kijkt. Laat in elk geval merken dat de mening van je kind ertoe doet. Daarmee geef je aan dat je kind belangrijk is, en invloed heeft op diens eigen leven. Dat vergroot het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen van je kind.
Regels en afspraken
Hoewel pubers zich vaak verzetten tegen de normen die thuis, op school of in de maatschappij gelden, hebben ze regels en grenzen wel nodig. Wanneer jij als ouder bij deze regels en grenzen blijft, geeft dat vertrouwen. Met kinderen tussen 10 en 16 jaar maak je samen afspraken over regels. Wanneer je kind het niet met een afspraak eens is, luister daar dan naar. En leg uit waarom jij de afspraak belangrijk vindt.
- Dochter: 'Hoezo mag ik niet bij Ayse logeren, je wil toch dat ik vrienden heb?'
- Moeder: 'Ja en ik vind het ook belangrijk dat je goed uitgerust bent doordeweeks.'
- Dochter : 'We gaan echt wel op tijd naar bed hoor, dat moet ook van haar ouders.'
- Moeder: 'Dat is fijn om te weten, maar ik wil dat we ons toch aan de afspraak houden dat je alleen in het weekend logeert.'
- Dochter: 'Hallo, ik ben geen baby meer, ik ga echt niet tot ik het huis uitga alleen in de weekenden logeren.'
- Moeder: 'Dus je wilt het nog een keer over onze afspraak hebben?'
- Dochter: 'Uuuhhh… ja?!'
- Moeder: 'Oké ik wil het daar best binnenkort met je over hebben. Maar voor morgen wil ik dat we ons houden aan deze afspraak: morgen mag je wel bij Ayse eten maar niet logeren omdat ik wil dat je uitgerust bent voor school.'
- Dochter: loopt weg
Hoewel de dochter in dit voorbeeld niet blij is met de uitkomst van het gesprek, betekent dat niet dat zij de regels zal overtreden. De moeder houdt zich aan hun afspraken, en vertelt waarom zij deze afspraak belangrijk vindt. Tegelijkertijd zegt ze open te staan voor onderhandeling.
Als je samen afspraken maakt over regels, zorg je ervoor dat je kind zelf gaat nadenken over diens gedrag, de gevolgen ervan en de regels zelf. Daarmee stimuleer je bij je kind ook de ontwikkeling van waarden en normen. Onderhandelen is dus nodig, maar vertel ook over welke regels je absoluut niet in onderhandeling wilt en waarom. Ook al zullen pubers niet laten blijken dat ze het eens zijn met jouw regels, vaak helpt het hen wel om hun eigen grenzen te bepalen en stevig in het leven te staan.
Zorgen over fout gedrag
Brutaal zijn tegen voorbijgangers, een bank in het park vernielen, vuurtjes stoken, een bushokje vernielen, vechten, meedoen met voetbalhooligans – fout gedrag in de puberteit gaat helaas niet vanzelf over. Praat er met je kind over en vertel wat er gebeurt als je kind jullie regels of de regels van school of de maatschappij overtreedt. Als het gedrag van je kind niet verandert, laat het er dan niet bij zitten en roep hulp in, van een mentor op school, een jongerenwerker of het Centrum voor Jeugd en Gezin bij jou in de buurt.
Ook als je kind er steeds radicalere ideeën op nahoudt en niet meer voor reden vatbaar is, is het belangrijk om hulp te zoeken. Probeer onder alle omstandigheden contact te houden met je kind: alle kinderen hebben aandacht en liefde nodig van hun ouders.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.