Week van Vergeten Kind: aandacht voor doorplaatsen

De Week van Het Vergeten Kind, die 29 januari begint, vraagt  aandacht voor uithuisgeplaatste kinderen en de doorplaatsingen waarmee zij te maken krijgen. Tom van Yperen, expert bij het Nederlands Jeugdinstituut: 'Een meisje twintig keer doorplaatsen mag niet gebeuren. Maar niet alle doorplaatsingen zijn per definitie slecht.'

In Nederland waren in 2017 46.000 kinderen voor kortere of langere tijd uit huis geplaatst. Volgens Van Yperen is het aantal uithuisplaatsingen in Nederland door de jaren heen vrij stabiel, maar vergeleken met andere Europese landen relatief hoog. 'In andere landen komt het vaker voor dat een oma of een tante een kind opvangt als het niet meer thuis kan wonen. Formeel is er is dan geen uithuisplaatsing.' Volgens Van Yperen is uithuisplaatsing in sommige situaties onvermijdelijk. 'Als het thuis niet veilig is voor een kind, is er soms geen andere optie.'

Kinderen kunnen het beste 'zo thuis mogelijk' opgroeien. Het VWS-actieprogramma Zorg voor de Jeugd stimuleert daarom intensieve ambulante hulp en jeugdhulp in gezinsvormen, zoals pleegzorg en gezinshuizen. Van Yperen: 'Bij uithuisplaatsing moet je goed kijken naar wat het best past bij een kind en daarmee overplaatsingen zoveel mogelijk voorkomen. Maar een doorplaatsing is niet altijd slecht. Als een kind kan worden overgeplaatst van een leefgroep naar een geschikt pleeggezin of een kamertraining is dat natuurlijk prima, zeker als het kind dat ook zo ervaart.'

Bron: Week van Het Vergeten Kind; Nederlands Jeugdinstituut

Pers

Ben je journalist? Dan kun je:

  • je vraag stellen via pers@nji.nl
  • bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
  • bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)