Outcome in jeugdbescherming en jeugdreclassering

De basisset outcome-indicatoren voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering is bedoeld om de uitkomsten te monitoren van de inzet van gecertificeerde instellingen. Deze gegevens staan niet op zichzelf. Het is belangrijk om met elkaar te praten over de betekenis van de uitkomsten en hun context. Deze dialoog is nodig om de uitkomsten te kunnen benutten voor verbeteringen in de praktijk.

Outcome-indicatoren

In nauwe samenwerking met het jeugdveld is een set outcome-indicatoren voor de jeugdbescherming en de jeugdreclassering geformuleerd. De opgenomen indicatoren zijn:

  • Verloop van het traject
  • Cliëntervaring
  • Doelrealisatie:
    • Afname ontwikkelingsbedreiging (jeugdbescherming)
    • Afname dynamische criminogene factoren (jeugdreclassering)
    • Acceptatie van noodzakelijke hulp (jeugdbescherming)
    • Herhaald beroep

Een deel van deze outcome-indicatoren zijn uitgewerkt om ze toepasbaar te maken in de praktijk. Lees bij het CBS meer over herhaald beroep en het verloop van jeugdbescherming en -reclassering.

Dialoog

Praten over de outcomegegevens is essentieel om het verhaal achter de cijfers te achterhalen en en te benutten in de praktijk. Dit kwaliteitsgesprek kan plaatsvinden op verschillende niveaus:

  • in het primaire proces tussen cliënt en professional
  • in de organisatie, met het team, het management en de cliëntenraad
  • met externe partijen, zoals gemeenten, ketenpartners en opdrachtgevers.

In de handreiking Zicht op outcome in de jeugdbescherming en de jeugdreclassering vind je praktische tips voor deze dialoog.

Aandacht voor de context

In de dialoog over outcomegegevens voor jeugdbescherming en jeugdreclassering is aandacht voor de context van de outcome noodzakelijk. Procesindicatoren geven inzicht in deze context en laten zien waar verbeteringen mogelijk zijn. Relevante procesindicatoren zijn bijvoorbeeld:

  • De samenwerkingsrelatie tussen cliënt en professional: een goede werkrelatie heeft een positieve invloed op de resultaten van de begeleiding. Wanneer de professional en de cliënt regelmatig hun samenwerkingsrelatie monitoren, biedt dat de gelegenheid om ook over de samenwerking te praten.
  • De ketensamenwerking: de gecertificeerde instelling is slechts een van de partners in de zorg en begeleiding die gezinnen ontvangen. Het is zinvol om te kijken naar de rol van de ketenpartners en naar de kwaliteit van de ketensamenwerking. Door hier met elkaar over te spreken, ontstaat zicht op mogelijke knelpunten en verbeteracties.
  • Kwesties: dit zijn externe belemmerende factoren die ervoor zorgen dat de cliënt niet krijgt wat hij nodig heeft. Te denken valt bijvoorbeeld aan de beschikbaarheid van passende zorg, wachtlijsten bij jeugdhulpaanbieders, belemmeringen in de ketensamenwerking, belemmerende wetgeving en krapte in de arbeidsmarkt.
  • Kenmerken van de doelgroep: factoren als de complexiteit van de problemen van cliënten en het toekomstperspectief dat voor hen realistisch is, bepalen mede welke resultaten haalbaar zijn.

Meer informatie over de dialoog en relevante procesindicatoren vind je in het eindrapport Zicht op outcome in de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Ook vind je hier de precieze uitwerking van de voorgestelde outcome-indicatoren en de benodigde vervolgstappen.

Tips en adviezen om in de praktijk aan de slag te gaan met het monitoren van outcome in de jeugdbescherming en de jeugdreclassering vind je in de gelijknamige handreiking.

Achtergrondinformatie over het onderzoek en het proces kun je lezen in het bijbehorende verantwoordingsdocument.

Afke Donker

Dr. Afke Donker

senior medewerker monitoring en sturingsinformatie