Succesvol samenwerken tussen gemeenten en zorgaanbieders

Als gemeente heb je verschillende rollen in de samenwerkingsrelaties met diverse aanbieders. Hoe combineer je die rollen, hoe werk je goed samen en hoe kom je tot een maatschappelijk partnerschap? En hoe ga je om met aanbieders met een sterk verdienmodel?

Werken met maatschappelijke partners

Als gemeente werk je met verschillende partners om de gewenste resultaten voor kinderen en jongeren te bereiken. Kinderen, jongeren en ouders zijn hierin de belangrijkste partners. Zij weten immers het beste waar ze behoefte aan hebben en wat beter of anders kan.

Met sommige maatschappelijke partners werk je vanuit je eigen verantwoordelijkheid aan een gezamenlijke opgave, zoals met scholen of huisartsen. Met andere partners heb je een inkoop- of subsidierelatie, zoals jeugdhulpaanbieders of jongerenwerkorganisaties. Ook die relatie willen gemeenten vaak meer als een maatschappelijk partnerschap vormgeven.

Wat betekent maatschappelijk partnerschap?

Maatschappelijk partnerschap is een andere manier van samenwerken dan samenwerking in de traditionele rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer. Maatschappelijk partnerschap gaat over een gedeelde verantwoordelijkheid voor een maatschappelijke opgave, vanuit een gezamenlijk vertrekpunt. Dat is vaak een gezamenlijke visie – een stip op de horizon – en een gevoel van urgentie om samen te werken. 

Partnerschap gaat over samenwerken: in de uitvoering, maar ook bij het analyseren, plannen en verbeteren. Het gaat ook over een andere houding en cultuur, waarbij partijen oog hebben voor elkaars belangen en tekortkomingen. Waarbij samenwerkingspartners elkaar kritisch durven te bevragen, met steeds beter worden en met elkaar leren als doel.

Partnerschap vanuit vertrouwen, in plaats van wantrouwen en sterke controle, zorgt voor een efficiënte en effectieve besteding van het budget. Deze vorm van samenwerken is nodig bij het transformatievraagstuk in het jeugddomein, waarin een integrale en samenhangende aanpak van gemeente, partners en inwoners gevraagd wordt en de druk op de financiën toeneemt.

Welke sturingsrol neem je aan?

Gemeenten kunnen verschillende sturingsrollen aannemen. Van een presterende of rechtmatige overheid tot een responsieve of samenwerkende overheid. Complexe opgaven, zoals het transformatievraagstuk in het jeugddomein, vragen om een naar buiten gerichte, samenwerkende overheid die streeft naar maatschappelijk partnerschap met alle veldpartijen.

Om de gewenste verandering tot stand te brengen, is een overheid nodig die niet plat afrekent op prestaties. Wel een overheid die in gezamenlijkheid met maatschappelijke partners op zoek gaat naar het verhaal achter de cijfers en die ruimte maakt voor verbetermogelijkheden.

In de publicatie Herkenbare ontwikkelingsfasen bij het verbeteren van inkoop in het sociale domein van Sioo worden vijf niveaus beschreven in de ontwikkeling van inkoopprocessen. Deze gaan van een sterk financieel georiënteerde inkoop (niveau 1) naar visiegedreven samenwerking (niveau 4, zoals in partnerschap), tot aan inkoop waarin cliënten en preventie leidend zijn (niveau 5). Dit ontwikkelingsmodel kan helpen om als gemeente te bekijken: waar staan we nu, wat typeert onze wijze van inkoop en hoe tevreden zijn we daarmee?

Met welke aanbieders ga je een partnerschap aan?

Het is niet nodig om met elke aanbieder een maatschappelijk partnerschap aan te gaan. Sommige aanbieders zijn strategische partners, terwijl anderen meer een leveranciersfunctie vervullen. Dit onderscheid kan helpen om een afweging te maken: met wie ga je een partnerschap aan? Bijvoorbeeld met innoverende organisaties of de grootste aanbieder. En met wie onderhoud je vooral een leveranciersrelatie? Bijvoorbeeld met kleine organisaties in jouw regio.

Hoe kun je tegelijk opdrachtgever en partner zijn?

Als gemeente ben je zowel de formele opdrachtgever als een partner. Een manier om hier goed mee om te gaan is de rollen en taken van de partners expliciet maken en werken op basis van duidelijke afspraken. Een zorgaanbieder accepteert en gaat akkoord met de opdracht, bij voorkeur vanuit een gezamenlijk geformuleerde visie, leidende principes en randvoorwaarden.

De gemeente is altijd de formele opdrachtgever, ook als gemeente en aanbieders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid en visie aan de opgave werken. Maar een te strikte houding en opstelling als opdrachtgever en opdrachtnemer draagt weinig bij aan een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid en eigenaarschap.

Hoe werk je goed samen met zorgaanbieders?

Goed partnerschap begint met een gezamenlijke visie, een gedeelde stip op de horizon en overeenstemming over de beoogde resultaten. Daarnaast zijn houding en gedrag belangrijk als voorwaarden om samen de gewenste resultaten te boeken. Wederzijds vertrouwen is hierbij essentieel: dit moet groeien en is een doorlopend aandachtspunt.

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies constateert in het Metadossier Jeugd dat het verminderen van de druk bij professionals in veel gemeenten nog niet goed van de grond komt, of niet verwerkt is in het gemeentelijke beleid. Professionals kampen met een te hoge werkdruk en te veel administratieve lasten. Hierdoor hebben zij geen tijd en ruimte om zo effectief mogelijk te werken. Ook is het verloop hoog door de werkdruk. Hierdoor stijgt de werkdruk nog meer.

Hoe bevorder je maatschappelijk partnerschap?

  • Ga met elkaar in gesprek over de visie, de gezamenlijke stip op de horizon en het gedeelde gevoel van urgentie.
  • Voer samen het gesprek over de beoogde maatschappelijke resultaten, wat er nodig is om die te realiseren en hoe je hieraan werkt. Zo ontwikkel je een gezamenlijke taal. Het Kwaliteitskompas kan daarbij behulpzaam zijn.
  • Werk vanuit een duidelijke visie, draag die uit en handel ernaar. Dit maakt jouw gedrag congruent en voorspelbaar voor de ander.
  • Heb oog voor elkaars visie, eigenheid, belangen en de beperkingen die elke rol met zich meebrengt. Als dit met elkaar schuurt: maak dit expliciet en bespreek het met elkaar.
  • Heb een open houding en oprechte interesse naar de andere partij, vanuit het besef dat je de expertise van de ander nodig hebt om de gewenste resultaten te bereiken.
  • Pak als gemeente de problemen die worden aangekaart door jeugdprofessionals tijdiger op.
  • Laat de inhoud van de jeugdzorg aan professionals over. Bied als gemeente slechts een visie aan en voer de controlerende taak uit met betrekking tot de jeugdhulp. 
  • Verminder onnodige regeldruk bij professionals en kijk uit dat administratieve lasten in de uitvoering niet onnodig toenemen. Dat kan door bijvoorbeeld zoveel mogelijk gebruik te maken van  online beschikbare data-informatie.
  • Ga na in welke gevallen privacyoverwegingen effectieve dienstverlening in de weg kunnen staan en bespreek met de direct betrokkenen in het jeugdveld hoe hiermee omgegaan kan worden.
  • Investeer in wederzijds vertrouwen. Dat zorgt dat je ontvankelijk bent voor kritiek en dat je elkaar kunt aanspreken en daarvan kunt leren. Bijvoorbeeld over het niet behalen van resultaten.
  • Vertrouwen moet groeien en dat kost tijd. Sluit daarom langdurige contracten.

Lees meer over wat gemeenten kunnen doen om de regeldruk van professionals te verminderen in Lokale  rekenkamers over beleid gericht op de Jeugdwet.

Afke Donker

Dr. Afke Donker

senior medewerker monitoring en sturingsinformatie