Cijfers over schooladviezen

Ontwikkeling schooladviezen

Het grootste deel van de leerlingen in groep 8 kreeg in het schooljaar 2021/2022 een definitief schooladvies naar vmbo-gemengd theoretisch (17 procent), havo (16 procent) of vwo (19 procent). In verhouding wordt sinds het schooljaar 2014/2015 minder verwezen naar het vmbo en de havo en meer naar vmbo/havo en havo/vwo. Ook neemt het aantal leerlingen met een schooladvies voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) af. Meer leerlingen krijgen een dubbelvoudig advies, bijvoorbeeld vmbo-gt/havo of havo/vwo.

Grafiek Definitieve schooladviezen per leerjaar

Gegevens in een tabel

Definitieve schooladviezen per leerjaar

Schooljaar vso / pro / vmbo-b vmbo-b-k-gt vmbo-gt / havo havo havo / vwo vwo
2014/2015 9% 38% 5% 22% 6% 20%
2021/2022 7% 36% 10% 16% 11% 19%

Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen

De schooladviezen zijn anders voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen dan voor kinderen uit gezinnen met een hoog inkomen. Kinderen uit gezinnen met een laag inkomen werden tijdens het schooljaar 2021/2022 relatief vaker verwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en het vmbo en minder vaak naar de havo en het vwo dan kinderen uit gezinnen met een hoog inkomen. 46 procent van deze leerlingen wordt verwezen naar het vmbo en 9 procent naar het vwo. Onder kinderen uit een gezin met een hoog inkomen gaat het om respectievelijk 22 en 33 procent (CBS, 2023).

Grafiek Definitieve schooladviezen per inkomensgroep

Gegevens in een tabel

Definitieve schooladviezen per inkomensgroep

Inkomensgroep vso / pro / vmbo-b vmbo-b-k-gt vmbo-gt / havo havo havo / vwo vwo
hoog inkomen 2% 22% 9% 18% 15% 33%
laag inkomen 15% 46% 10% 12% 7% 9%

Hoe lager het gezinsinkomen van de leerling, hoe groter de kans dat de leraar een lager schooladvies geeft dan het toetsadvies voorschrijft. In het schooljaar 2021/2022 kreeg 44 procent van de leerlingen uit een gezin met een laag inkomen een hoger toetsadvies dan het eerste schooladvies. Onder leerlingen uit een gezin met een hoog inkomen was dit bij 28 procent van de leerlingen het geval. Gemiddeld wordt het eerste schooladvies in 27 procent van de gevallen hoger bijgesteld als het toetsadvies hoger blijkt.

In de afgelopen jaren gebeurt het steeds vaker dat het schooladvies lager is dan het toetsadvies, met name onder de lage inkomensgroep. In het schooljaar 2014/2015 ging het voor deze groep om 22 procent van de leerlingen uit een lage inkomensgroep (CBS, 2023).

Kinderen met niet-Nederlandse herkomst

Leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst worden relatief vaker verwezen naar voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en het vmbo en minder vaak naar de havo of het vwo. Al zijn de verschillen niet groot. 17 procent van deze leerlingen wordt verwezen naar het vwo. Onder leerlingen met een Nederlandse herkomst gaat het om 20 procent (CBS, 2023). Uit cijfers over onderwijsdeelname op de middelbare school blijkt dat steeds meer kinderen uit veelvoorkomende immigratielanden op de havo of het vwo terechtkomen.

Grafiek Definitieve schooladviezen bij wel of geen migratieachtergrond

Gegevens in een tabel

Definitieve schooladviezen naar herkomstland

  vso / pro / vmbo-b vmbo-b-k-gt vmbo-gt / havo havo havo / vwo vwo
Niet-Nederlands herkomstland 10% 38% 10% 14% 10% 17%
Nederland als herkomstland 6% 36% 10% 17% 11% 20%

Leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst kregen net iets vaker een hoger toetsadvies dan het schooladvies voorschreef (37 procent) in vergelijking met jongeren met een Nederlandse herkomst (36 procent). Bij leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst wordt het schooladvies vervolgens relatief vaker bijgesteld als het toetsadvies hoger uitpakt. Voor leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst was dit bij 36 procent het geval, bij leerlingen met een Nederlandse herkomst ging het om 23 procent (CBS, 2023).

Definitie

In groep 8 krijgen leerlingen een schooladvies mee voor het aanbevolen niveau in het voortgezet onderwijs. Dit schooladvies is gebaseerd op twee elementen:

  • eerste schooladvies: oordeel van de leraar
  • toetsadvies: score van de  eind-/doorstroomtoets.

Het advies kan verschillen met het niveau waarin een leerling daadwerkelijk deelneemt in het voortgezet onderwijs.

Op deze pagina is onderscheid gemaakt tussen kinderen uit gezinnen met lage en met hoge inkomens. Een gezin met een laag inkomen heeft een totaal inkomen dat in de 20 procent laagste inkomens valt van alle huishoudens in Nederland. Een gezin met een hoog inkomen valt juist in de 20 procent hoogste inkomens.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. De herkomst van mensen die in het buitenland zijn geboren, wordt voortaan bepaald door hun eigen geboorteland. Bij mensen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend in het bepalen van de herkomst. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden (Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Cariben).

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud