Cijfers over delinquentie

Aantal geregistreerde verdachten

Grafiek Geregistreerde minderjarige verdachten

Gegevens in een tabel

 

Geregistreerde minderjarige verdachten

Jaar Aantal per 1.000
12 - 18 jarigen
2012 24,2
2013 20,0
2014 18,6
2015 18,3
2016 16,9
2017 15,4
2018 13,7
2019 15,5
2020 13,5
2021 13,0
2022 14,4

In 2022 waren 17.500 minderjarigen geregistreerd als  verdachte van een misdrijf. Per 1.000 12- tot 18-jarigen zijn dat 14,4 jongeren. Deze jongeren zijn minstens één keer verdacht geweest van een misdrijf. Onder jongvolwassenen van 18-25 jaar waren 36.490 geregistreerde verdachten. Dat is 19,4 per 1.000 18- tot 25-jarigen.

Binnen beide groepen zijn er onder jongeren en jongvolwassenen met een migratieachtergrond aanzienlijk meer geregistreerde verdachten dan onder jongeren met een Nederlandse achtergrond. Onder de minderjarigen gaat het om 11,4 per 1.000 jongeren met een Nederlandse achtergrond en 22 per 1.000 met een migratieachtergrond. 

De afgelopen tien jaar is het aantal geregistreerde minderjarige verdachten flink afgenomen. In 2012 waren er bijna 25 per 1.000 12- tot 18-jarigen geregistreerd als verdachte van een misdrijf. In 2022 ging het om 14,4 jongeren. Ook onder de 18- 25 jarigen is de daling groot. In 2012 waren er 36,6 jongvolwassenen verdacht van een misdrijf. Dit aantal is gedaald naar 19,4 in 2022 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).

Deze gegevens zijn gebaseerd op registraties door de politie. Daarnaast zijn er gegevens uit onderzoek waarbij jongeren bevraagd zijn over hun eigen gedrag. Het gaat dan om zelfgerapporteerde criminaliteit. Dit onderzoek wordt elke vijf jaar uitgevoerd. Die cijfers liggen een stuk hoger. In 2020 zei ruim een derde (36,6 procent) van de 12- tot en met 17-jarigen dat ze zich in de voorafgaande twaalf maanden schuldig hebben gemaakt aan een of meerdere delicten. Online delicten vallen daar niet onder. Ten opzichte van 2015 is er nauwelijks verschil in het percentage minderjarigen dat zegt een delict te hebben gepleegd. In 2015 was dat 35 procent van de minderjarigen. Dit verschil is niet significant (Van der Laan, Beerthuizen & Boot, 2021).

Geregistreerde minderjarige verdachten naar achtergrond

De afgelopen tien jaar is er bij alle herkomstgroepen een aanzienlijke daling te zien in het aantal geregistreerde minderjarige verdachten van een misdrijf. Jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond staan echter, vergeleken met jongeren met een Nederlandse achtergrond, nog steeds veel vaker geregistreerd als verdachte van een misdrijf. In 2022 gaat het om respectievelijk 25,6 per 1.000 jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en 11,4 per 1.000 minderjarigen met een Nederlandse achtergrond. Van de jongeren met een westerse migratieachtergrond zijn 14,2 per 1.000 geregistreerd als verdachten.

Grafiek Geregistreerde minderjarige verdachten naar achtergrond

Gegevens in een tabel

Geregistreerde minderjarige verdachten naar achtergrond

  2012 2022
Totaal 24,8 14,4
Nederlandse achtergrond 18,1 11,4
Migratieachtergrond 48,0 22,0
Niet-westerse migratieachtergrond 55,8 25,6
Westerse migratieachtergrond 28,9 14,2
Antilliaans-Arubaans achtergrond 82,2 45,5
Marokkaanse migratieachtergrond 83,0 31,0
Surinaamse migratieachtergrond 57,2 30,4
Turkse migratieachtergrond 42,6 17,7

Onder de grootste groepen jongeren met een migratieachtergrond in Nederland is de daling in de afgelopen tien jaar is het grootst onder jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond. In 2012 stonden 83 minderjarige jongeren per 1.000 jongeren met een Marokkaanse achtergrond geregistreerd als verdachte van een misdrijf. Dat aantal is in 2022 gedaald naar 31 per 1.000 jongeren met een Marokkaanse migratieachtergrond.

Onder de grootste groepen jongeren met een migratieachtergrond is in 2022 het aantal verdachten nog steeds het hoogst onder jongeren met een Antilliaanse of Arubaanse migratieachtergrond (45,50 per 1.000 jongeren) en met 17,7 per 1.000 het laagst onder jongeren met een Turkse migratieachtergrond (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).

Zelfgerapporteerd daderschap

In de Monitor jeugdcriminaliteit (2021) is aan jongeren gevraagd of ze zich schuldig hebben gemaakt aan een misdrijf. Cijfers verkregen uit onderzoek waarbij jongeren bevraagd zijn over hun eigen gedrag liggen een stuk hoger dan de cijfers over geregistreerd daderschap. Het gaat dan om zelfgerapporteerd daderschap. In 2020 zei ruim een derde (36,6 procent) van de 12- tot en met 17-jarigen dat ze zich in de voorafgaande twaalf maanden schuldig hebben gemaakt aan één of meerdere van de 27 gevraagde delicten. Online delicten vallen daar niet onder. In 2015 ging het om 35 procent van de minderjarigen. Het percentage zelfgerapporteerde criminaliteit is daarmee relatief stabiel gebleven.

Geweldsdelicten, vermogensdelicten en vandalisme komen het meest voor: respectievelijk 20,7 procent, 19,4 procent en 13,4 procent).

12-minners

Onder 12-minners (10- en 11-jarigen) is het percentage zelfgerapporteerd daderschap in de periode 2005-2020 met circa 21 procent gelijk gebleven. Agressiedelicten worden het meest gerapporteerd. In 2020 rapporteerde bijna 17 procent van de 10- tot 12-jarigen een agressiedelict. Het betreft vooral delicten waarbij niemand gewond is geraakt (12,4 procent), gevolgd door agressie met verwonding (7,7 procent). Vermogensdelicten volgen op de tweede plaats. In 2020 rapporteerde bijna 12 procent van de 12-minners een vermogensdelict. Het gaat daarbij vooral om kleine winkeldiefstal (7,1 procent) en diefstal van school (6,2 procent).

Online delicten

In 2020 zei 19,5 procent van de minderjarigen zich schuldig te hebben gemaakt aan een online delict. Dat is een daling van circa 5 procent ten opzichte van 2015. Toen zei circa 25 procent een online delict te hebben gepleegd. Het gaat daarbij om gedigitaliseerde delicten, zoals bangmakerij via e-mail, chat of sociale media, en het verspreiden seksueel getint beeldmateriaal van minderjarigen, en om cyberdelicten, zoals een virus versturen en inloggen op andermans computer.

In 2020 zei 12,7 procent van de 12- tot 18-jarigen zegt in het voorgaand jaar wel eens een cyberdelict te hebben gepleegd. Daarbij gaat het meestal om inloggen op een computer of netwerk zonder toestemming of om wachtwoorden van iemand anders veranderen. Ruim 11 procent van de 12- tot en met 17-jarigen zegt daarnaast zich schuldig te hebben gemaakt aan een gedigitaliseerd delict (Van der Laan e.a., 2021)..

Aantal verdachte jongeren per gemeente

Wil je weten wat het aandeel jongeren in jouw gemeente is dat verdacht wordt van een misdrijf? Dit vind je op Staat-van-de-jeugd.nl.

Verdachten per gemeente

Definitie

Onder delinquent (of crimineel) gedrag vallen verschillende gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld.

Delinquent of crimineel gedrag is een verzamelterm voor verschillende soorten gedrag die volgens de wet strafbaar zijn en die daarom tot een boete of straf kunnen leiden. Kinderen onder de 12 jaar kunnen in Nederland volgens het strafrecht niet veroordeeld worden. Officieel gaat het bij jeugddelinquentie dus om jongeren in de leeftijdscategorie vanaf 12 jaar.

Strafbare feiten of delicten zijn te verdelen in vier typen: geweldsdelicten, vermogensdelicten, vernieling, en overige delicten. Binnen deze typen kan weer een onderscheid worden gemaakt tussen overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn voornamelijk lichte vormen van regelovertredingen zoals zwartrijden en vuurwerk afsteken buiten de daarvoor bestemde periode. Misdrijven zijn zwaardere strafbare feiten zoals (winkel)diefstal, inbraak, mishandeling, beroving en verkrachting.

Meer informatie

Gedragsproblemen

Meer informatie over gebruikte onderzoeken:

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud