Cijfers over overlast

Overlast door jongeren

In Nederland zijn in 2022 bij de politie 88.654 meldingen van overlast door jeugd binnengekomen. Dat is aanzienlijk minder dan in 2021. 

De afgelopen tien jaar was het aantal meldingen van overlastgevende jeugd het hoogst in 2020 en 2021. Toen ging het om respectievelijk 137.947 en 124.486 meldingen. Vermoedelijk speelde hierbij de beperkingen door de coronapandemie een rol. In 2022 is het aantal meldingen weer gedaald naar het niveau van jaren voor 2020.

Maar het is niet alleen de jeugd die voor overlast zorgt. Het totale aantal meldingen van overlast, zoals geluidsoverlast en overlast door verwarde personen, bedraagt in 2022 461.092. Ook hierin is ten opzichte van 2020 en 2021 sprake van een daling. Toen ging het om respectievelijk 510.177 en 536.973 meldingen van overlast. Hoewel het aantal meldingen van overlast door jeugd weer terug is op het niveau van eerdere jaren, geldt dit niet voor het totaal aantal geregistreerde meldingen van overlast bij de politie. In 2022 is het aantal meldingen nog aanzienlijk hoger dan tien jaar eerder. In 2012 waren er 279.325 meldingen van overlast. Over de jaren heen is vooral het aantal meldingen van verwarde personen toegenomen. In 2012 waren er 44.571 meldingen van verwarde personen. Dit aantal is gestegen naar 138.711 in 2022. Deze gegevens zijn afkomstig van registraties van de politie over meldingen van verschillende soorten overlast.

Behalve de officiële meldingen biedt de Veiligheidsmonitor onder meer zicht op ervaren overlast in de buurt. Volgens de Veiligheidsmonitor vormen rondhangende jongeren in 2021  het grootste overlastprobleem in de sociale sfeer. 21,5 procent van de buurtbewoners zegt weleens last te hebben van rondhangende jongeren. 5,7 procent heeft er veel last van. Ten opzichte van 2019 is er een daling in het percentage buurtbewoners die last hadden van rondhangende jongeren. In 2019 zei 33,6 procent  daar weleens last van te hebben. Dit is gedaald naar 21,5 procent in 2021. Het percentage buurtbewoners die zegt veel last te hebben ervaren van rondhangende jongeren is daarentegen gestegen van 4,5 procent in 2019 naar 5,7 procent in 2021 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022).

Problematische jeugdgroepen

Recent onderzoek naar het aantal problematische jeugdgroepen in Nederland ontbreekt. Beschikbare cijfers dateren uit 2014. In het najaar van 2014 waren er 623 problematische jeugdgroepen bij de politie bekend. In 2013 ging het nog om 764 jeugdgroepen. Het gaat om jeugdgroepen die op wijkniveau zorgen voor hinder, overlast of criminaliteit. 'Hinderlijke jeugdgroepen', die de minste overlast veroorzaken, komen met bijna 70 procent (427 groepen) voor, gevolgd door overlastgevende met 26 procent (163) en criminele jeugdgroepen met circa 5 procent (33).

Het aantal problematische jeugdgroepen is het hoogst in sterk verstedelijkte gemeenten. Zowel het gemiddelde aantal problematische jeugdgroepen als de ernst van de problematische jeugdgroepen neemt toe naarmate de verstedelijking toeneemt.

Sinds 2009 daalt elk jaar het aantal problematische jeugdgroepen. Ten opzichte van 2009 is de daling van 64 procent. Deze gegevens zijn afkomstig uit het onderzoek Problematische jeugdgroepen in Nederland (Ferwerda & Ham 2015; NSCR, 2017).

Definitie

Overlast is groepsgedrag dat jongeren tot 23 jaar in de openbare ruimte vertonen en dat andere gebruikers van die openbare ruimte en omwonenden ervaren als hinderlijk of overlastgevend.

Vier groepen rondhangende jongeren

In het onderzoek 'Problematische jeugdgroepen in Nederland' worden vier groepen 'rondhangende jongeren' onderscheiden. Twee van die vier groepen zijn doelgroepen voor de aanpak van overlast: de 'hinderlijke' en de 'overlastgevende' groepen. De hinderlijke groepen zijn aanspreekbaar op hun gedrag. De overlastgevende groepen treden provocerend op, zijn minder goed te corrigeren en vertonen doelbewust lichte vormen van crimineel gedrag. De derde groep rondhangende jongeren zijn criminele jongeren. Zij vallen niet onder de definitie van overlast maar zijn een doelgroep voor de aanpak van jeugdcriminaliteit. De vierde groep bestaat uit de zogeheten 'aanvaardbaar rondhangende' jongeren die geen overlast veroorzaken.

Op de grens van strafbaar gedrag

Het is moeilijk om een duidelijke definitie te geven van overlast. Overlastgevend gedrag speelt zich vaak af in het grensgebied tussen hinderlijk gedrag dat niet strafbaar is, en strafbaar gedrag dat niet altijd bestraft wordt. Bij het strafbare gedrag gaat het vooral om lichte vormen van regelovertredingen zoals overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de openbare orde. Gemeenten handhaven de APV meestal in beperkte mate en dan vooral bij nadrukkelijke signalen en incidenten. Wat het nog ingewikkelder maakt is dat het gedrag dat omwonenden of bezoekers als overlast ervaren, niet per definitie gedrag is dat de groep zelf zo ervaart of bedoelt. Het gedrag kan bijvoorbeeld voortkomen uit verveling, gebrek aan bereikbare of gewenste activiteiten in de vrije tijd, onmacht of uitlokking. Mensen in de omgeving beleven dit gedrag vaak als 'sociaal onaanvaardbaar gedrag'.

Meer informatie over gebruikte onderzoeken:

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud