Alcoholgebruik onder scholieren
In het HBSC-onderzoek onder scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs worden leerlingen bevraagd over hun alcoholgebruik. Van de basisschoolleerlingen zegt in 2021 14,2 procent ooit alcohol te hebben gedronken. Bijna 4 procent zegt dit nog in de afgelopen maand te hebben gedaan en minder dan 1 procent zegt ooit dronken geweest te zijn.
In het voortgezet onderwijs komt drankgebruik aanzienlijk vaker voor. Daar zegt 47,5 procent van de 12- tot en met 16-jarigen ooit gedronken te hebben en heeft bijna 28 procent in de afgelopen maand gedronken. 17,7 procent is ooit dronken geweest.
Drankgebruik stijgt met de leeftijd. Zo zegt ruim 26 procent van de 12-jarigen ooit gedronken te hebben. Dit stijgt tot bijna 76 procent onder de 16-jarigen.
Van de jongeren in het voortgezet onderwijs die de laatste maand hebben gedronken, zegt bijna driekwart aan bingedrinken te hebben gedaan. Het gaat daarbij om het drinken van vijf of meer glazen alcohol bij één gelegenheid. Verder heeft 9 procent van de drinkende jongeren meer dan tien glazen op een weekenddag gedronken. Voor zowel bingedrinken als het drinken van meer dan tien glazen op een dag zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes.
In het HBSC-onderzoek is ook aan jongeren gevraagd hoe ze aan alcohol komen. Het grootste deel van de middelbare scholieren krijgt het via vrienden, ruim 34 procent. 29 procent zegt het van hun ouders te krijgen. Bijna 5 procent koopt het zelf (Boer e.a., 2022).
Drankgebruik onder jongeren
Ook in de Gezondheidsenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt gevraagd naar het drinkgedrag van jongeren. Van de 12- tot 16-jarigen zegt in 2022 73,8 procent nooit te hebben gedronken. 16,3 procent van de jongeren heeft in de afgelopen 12 maanden gedronken. Onder de 16- tot 20-jarigen zegt 19,5 procent nooit te hebben gedronken. 71,4 procent heeft in de afgelopen 12 maanden gedronken. In beide leeftijdscategorieën is er ten opzichte van 2021 sprake van een stijging van het percentage drinkers. In 2021 zei 11,5 procent van de 12- tot 16-jarigen en 66 procent van de 16- tot 20-jarigen in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek te hebben gedronken.
Bij jongens is sprake van zwaar drankgebruik als zij minstens één keer per week zes of meer glazen alcohol drinken op een dag. Bij meisjes geldt het drinken van vier glazen alcohol op een dag als zwaar drankgebruik. Zwaar drankgebruik komt in 2022 voor bij 23,7 procent van de 16- tot 20-jarige jongeren die drinken. Dat is iets minder dan in 2021 (24 procent) maar nog steeds aanzienlijk meer dan in 2019 en 2020 toen het om respectievelijk circa 16 procent en 22,1 procent van deze jongeren ging.
Van overmatig drankgebruik is sprake wanneer jongens meer dan 21 glazen en meisjes meer dan 14 glazen per week drinken. In 2022 is van de 16- tot 20-jarige drinkers bij 11,2 procent sprake van overmatig drankgebruik. Dat is iets minder dan in 2021. Toen ging het om 11,5 procent van de 16- tot 20-jarigen (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).
Definitie alcoholgebruik
Onder alcoholgebruik wordt verstaan het drinken van alcoholhoudende drank, bijvoorbeeld in de vorm van bier, wijn of mixdranken. De term 'alcoholgebruik' zegt niets over de mate van alcoholconsumptie. Meestal wordt onderscheid gemaakt tussen drinkers en niet-drinkers. Bij onderzoek onder jongeren gebeurt dit meestal door te vragen of 'ooit' alcohol is gebruikt. Om jongeren die ooit wel eens hebben gedronken te onderscheiden van jongeren die het regelmatig doen, wordt meestal gevraagd naar alcoholgebruik in de afgelopen maand.
Meer informatie
Bronnen
- Boer, M., van Dorsselaer, S., de Looze, M., de Roos, S. e.a. (2022). HBSC 2021. Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland . Utrecht: Universiteit Utrecht, Trimbos instituut, Sociaal en Cultureel Planbureau.
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2022). Alcoholgebruik onder jongeren.
Meer informatie over gebruikte onderzoeken:
