Hoe laat ik mijn kind meepraten over beslissingen over hulp?

Het is belangrijk dat je kind meepraat over beslissingen over hulp. Voor hulp aan een kind onder de 16 jaar ben je als ouder verantwoordelijk. Daarna mag een kind zelf beslissen of het hulp wil, maar ben je als ouder vaak sterk betrokken. Hoe praat je met je kind over hulp? Hoe laat je het meepraten? En wat kun je doen als je kind geen hulp wil?

Rechten van het kind

Kinderen hebben op verschillende leeftijden ook verschillende rechten bij het beslissen over hulp en het geven van toestemming. Vooral vanaf de leeftijden 12, 16 en 18 jaar verandert er veel. Op deze leeftijdsladder kan je per leeftijd zien wat de rechten zijn van kinderen als het gaat om hulpverlening.

Kinderen laten meedenken over hulp

Kinderen kunnen vaak al vanaf 6 jaar over de hulpverlening meedenken en meepraten. Hoe ouder ze zijn, hoe beter dat lukt. Laat je kind dan ook meedenken en meepraten over welke hulp er mogelijk is en hoe deze eruit kan zien.

Voor sommige kinderen en jongeren is het beter als ze niet betrokken zijn bij beslissingen over de hulp. Bijvoorbeeld als je kind niet goed begrijpt waar de hulpverlening over gaat. Of als het zich te veel zorgen gaat maken. Vind je het moeilijk om te bepalen wat bij jouw kind past? Bespreek dit dan met de hulpverlener.

Praten met je kind over hulp

Praat op een begrijpelijke manier met je kind over de hulpverlening. Je kind weet dan wat er gebeurt, ook als het niet kan of wil meebeslissen. Vul niet teveel in wat je kind zou willen, ook als het nog jong is.

Neem de tijd voor het gesprek, gebruik geen moeilijke woorden en houd de toon van het gesprek licht. Meer tips over praten met je kind vind je bij Tips voor een goed gesprek met je kind over gevoelige onderwerpen.

Het helpt voor je kind als het zich kan voorstellen hoe hulp eruit ziet en wat er gaat gebeuren:

  • Benoem de reden voor de hulp, dus waar je kind last van heeft.
  • Leg uit hoe de hulp jouw kind daarmee kan helpen.
  • Leg goed uit welke vormen van hulp er zijn. Of vertel dat de hulpverlener dit zelf ook kan vertellen.
  • Maak het duidelijk: welke hulp is het, waar en wanneer krijgt je kind de hulp, wie gaat de hulp geven en hoeveel tijd kost het.
  • Vraag je kind wat er allemaal goed gaat en wat er nog beter zou kunnen gaan.
  • Bespreek de vragen die je kind zou kunnen hebben, zoals:
    • Is de hulp ook onder schooltijd?
    • Wat moet ik erover vertellen aan mijn vrienden of vriendinnen?
    • Moet ik ermee doorgaan als ik het niet leuk vind?
    • Wat als het niet goed werkt?
    • Is het raar dat ik hulp krijg?

Je kunt ook de hulpverlener vragen om tips voor dit gesprek. 

Praten met je kind over beslissingen

Laat je kind voelen dat het mag meebeslissen en een eigen mening mag geven. Dat geldt voor alle leeftijden. Luister goed en neem je kind serieus. Vertel eerlijk waarom je een bepaalde beslissing wilt nemen en dat je het beste voor je kind wilt en er samen uit wilt komen. Blijf in gesprek, ook als je kind het niet eens is met jouw beslissing. Het is belangrijk dat je kind zich in elke situatie gezien en gehoord voelt en zich vrij voelt om erover te praten.

Als je kind 12 jaar of ouder is, moet het zelf ook toestemming geven voor hulp. Als het 16 jaar of ouder is, mag het zelfstandig beslissen over de hulp. Ook dan is het belangrijk om met elkaar te blijven praten over de hulp en om als ouder je kind te blijven ondersteunen. Daardoor blijf je bij elkaar betrokken, en dit helpt vaak het hulpverleningsproces.

Wat kan ik doen als mijn kind geen hulp wil?

  • Blijf in gesprek: praat open en eerlijk met je kind over jouw zorgen en waarom je denkt dat hulp nodig is. Luister zonder oordeel naar de zorgen en gevoelens van je kind en probeer je in te leven in het perspectief van je kind.
  • Zoek iemand die je helpt: vraag hulp van een hulpverlener, schoolmaatschappelijk werker of vertrouwenspersoon. Vaak kan het ook behulpzaam zijn om met iemand te praten die je kind ook goed kent, zoals een leerkracht op school waar je kind een goede band mee heeft.
  • Wees geduldig en begripvol. Soms heeft een kind meer verwerkingstijd of informatie nodig, of wil het pas hulp als het ouder is.
  • Probeer er samen met je kind achter te komen waarom het geen hulp wil. Misschien wil je kind wel hulp, maar wil het een ander soort hulp, of dat de hulp op een andere manier wordt gegeven. Of misschien begrijpt je kind gewoon nog niet goed wat de hulp precies betekent, en is het daarom angstig om ermee te beginnen. Als je meer weet over er speelt bij je kind, kun je makkelijker samen verder naar een oplossing zoeken.

Je rol als ouder bij de hulp

Als ouder praat je vaak namens je kind met de hulpverlener. Het is belangrijk om tegen een hulpverlener te zeggen wat je vindt. Meer informatie vind je op de pagina Ik ben het niet eens met de hulp voor mijn kind.

De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Landelijk Kenniscentrum LVB en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders