Kinderen hebben vaak angsten. Dat hoort bij de normale ontwikkeling en daarover hoef je je niet altijd zorgen te maken. Angst is een basisemotie en niet per definitie een psychisch probleem. Maar hoe kun je als professional het beste omgaan met een angstig kind, bijvoorbeeld in de klas of opvang? En met wie werk je daarbij samen?
Hoe ondersteun ik kinderen en jongeren met angstklachten?
Vooral voor kleine kinderen geldt:
- Erken de angsten van het kind en neem hem of haar hierin serieus. Praat erover, geef het kind de ruimte om te vertellen en vraag wat het voelt en nodig heeft. Blijf positief en denk samen na over oplossingen.
- Geef bevestiging en creëer succeservaringen door het kind een compliment te geven wanneer iets goed gaat en het aan te moedigen wanneer het kind iets spannend vindt.
- Forceer niets, dwing het kind niet, maar help je kind wel om weerbaarder te worden. Dat kan bijvoorbeeld met een weerbaarheidstraining die past bij de leeftijd.
- Ga met de ouders in gesprek over wat je ziet bij het kind. Op deze manier kun je ouders ook tips geven en samenwerken om het kind te ondersteunen.
Bij oudere kinderen en jongeren is het vooral belangrijk om met hen in gesprek te gaan, een luisterend oor te bieden en samen te bekijken wat de beste vervolgstap is.
Wat doe ik bij signalen van een angststoornis?
Wanneer je je zorgen maakt over een kind of jongere omdat de angst enorm belemmerend en beperkend is, kun je dat het beste eerst met de ouders en het kind en de jongere zelf bespreken. Je kunt vertellen wat je ziet en vragen hoe zij tegen de situatie aankijken. Het is belangrijk om ouders te wijzen op de juiste hulp. Afhankelijk van je beroep en functie kun je de hulp samen met de ouders verder in gang zetten, bijvoorbeeld in de vorm van jeugdhulp, via het wijkteam of het Centrum voor Jeugd en Gezin.
De inhoud van deze pagina is tot stand gekomen in samenwerking met Landelijk Kenniscentrum LVB en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
