Jongeren en online pesten

Algemeen

Online pesten is een vorm van pesten waarbij het slachtoffer lastiggevallen wordt met digitale middelen. Denk bijvoorbeeld aan het sturen van nare berichten, het uploaden van gênante video's of het ongewenst doorsturen van persoonlijke informatie over het slachtoffer.

De onlinewereld is wezenlijk anders dan de offline wereld. Bestanden kunnen breder verspreid worden, zijn zichtbaarder voor anderen en kunnen moeilijk verwijderd worden. Zelfs als het pesten voorbij is, zijn de berichten hierover nog terug te vinden. Hierdoor kan het online pesten ingrijpende en langdurige gevolgen hebben. 

Jongeren en cyberpesten

Slachtoffer zijn van cyberpesten hangt, net als bij traditioneel pesten, samen met problemen zoals depressie, angst en suïcide. Veel slachtoffers van cyberpesten zijn ook slachtoffers van traditioneel pesten. Cyberpesten blijkt in veel gevallen een 'extra gereedschap' voor de pestkop om het slachtoffer op een andere, extra manier lastig te vallen.  

Het lijkt erop dat cyberpesten samenhangt met dezelfde problematiek als die bij traditioneel pesten. En hoewel de groep kinderen die alleen te maken heeft met cyberpesten en niet met traditioneel pesten relatief klein is, heeft ook deze groep meer problemen en suïcidepogingen dan de groep kinderen die helemaal niet met pesten te maken heeft.

Kinderen die te maken hebben met zowel traditioneel als met cyberpesten ervaren de meeste problemen. Voor professionals is het belangrijk om te weten dat cyberpesten relatief wat minder vaak voorkomt, maar wel degelijk een serieus probleem is.Omdat cyberpesten zo sterk gerelateerd is aan traditioneel pesten, is een gecombineerde aanpak van  traditioneel pesten en cyberpesten het meest raadzaam.

Strafbaarheid

Online zoeken kinderen grenzen op, net zoals ze dat offline doen. Alleen gaan ze online makkelijker een stapje verder, door de aard en context van het medium dat ze gebruiken. De informatie die online wordt gedeeld via platforms zoals Instagram, Whatsapp en Snapchat komt ongefilterd en ongenuanceerd binnen.

Kinderen en jongeren zien hierdoor beelden die ze gezien hun leeftijd en ontwikkeling niet altijd op waarde kunnen schatten. Grensoverschrijdende en strafbare beelden worden nonchalant gedeeld en doorgestuurd, zonder dat kinderen de consequenties overzien of zich realiseren dat ze in sommige gevallen delicten plegen. Denk hierbij aan discriminatie, belediging, laster, smaad, kinderpornografie, shamesexting en wraakporno.

Vormen van online pesten

De meest voorkomende vormen van online pesten zijn:     

  • Ongevraagd in- en uit groepen gooien
  • Blokkeren
  • Negeren
  • Roddelen
  • Laster/smaad
  • Schelden
  • Bedreigen
  • Discrimineren
  • Ongewenst beelden maken, bewerken en delen
  • In vertrouwen gedeeld beeldmateriaal verspreiden
  • Stalken
  • Spammen
  • Shaming en blaming (victimblaming)

Voorlichting

Het is belangrijk dat scholen in hun voorlichting aandacht besteden aan persoonlijke, maatschappelijke en strafrechtelijke grenzen. Het moet voor leerlingen duidelijk zijn welke afspraken er op school gelden over gedrag op sociale media, wat er van alle betrokkenen wordt verwacht als grenzen overschreden worden en op welke wijze er wordt gehandhaafd.

Maar ook voor verenigingen en andere organisaties die met jongeren samenwerken geldt dat ze bij het bespreken van omgangsvormen ook de online omgangsvormen, inclusief persoonlijke en morele grenzen, meenemen. Dit omdat online pesten niet stopt op het schoolplein, maar ook doorgaat op bijvoorbeeld de (sport)verenigingen en in de wijk.

Rollen bij online pesten

Wat is de rol van de online pester, van omstanders en van de onderwijsprofessional? En hoe pak je cyberpesten aan? Lees meer op de pagina Rollen bij online pesten.

  • Artikel 139h Wetboek van Strafrecht.
  • Boyd. D. (2014). Publicatie Cyberpesten.
  • Gini, G., Card, N.A., Pozzoli, T. (2018). A meta‐analysis of the differential relations of traditional and cyber‐victimization with internalizing problems. Aggressive Behavior, 44, 185-198.
  • It's complicated: The social lives of networked teens. Yale University Press.
  • Kowalski R.M,. Giumetti, G.W., Schroeder, A.N., Lattanner, M.R. (2014). Bullying in the digital age: A critical review and meta-analysis of cyberbullying research among youth. Psychological Bulletin, 140, 1073-137.
  • Kowalski, R. M., & Limber, S. P. (2013). Psychological, physical, and academic correlates of cyberbullying and traditional bullying. Journal of Adolescent Health, 53, S13–S20.
  • Menesini, E., & Salmivalli, C. (2017). Bullying in schools: the state of knowledge and effective interventions. Psychology, Health & Medicine, 22(sup1), 240-253.
  • Modecki, K. L., Minchin, J., Harbaugh, A. G., Guerra, N. G., & Runions, K. C. (2014). Bullying prevalence across contexts: A meta-analysis measuring cyber and traditional bullying. Journal of Adolescent Health, 55(5), 602-611.
  • Olweus D (2012). Cyberbullying: An overrated phenomenon? European Journal of Developmental Psychology, 9, 520-538.
  • Olweus, D., & Limber, S. P. (2018). Some problems with cyberbullying research. Current Opinion in Psychology, 19, 139-143.
  • Schneider, S. K., O'Donnell, L., Stueve, A., & Coulter, R. W. (2012). Cyberbullying, school bullying, and psychological distress: A regional census of high school students. American Journal of Public Health, 102, 171-177.
  • Van Geel, M. & Vedder, P. (in press). Does cybervictimization predict internalizing and conduct problems when controlled for traditional victimization. Scandinavian Journal of Psychology.
  • Van Geel, M., Vedder, P., & Tanilon, J. (2014). Relationship between peer victimization, cyberbullying, and suicide in children and adolescents: a meta-analysis. JAMA Pediatrics, 168, 435-442.
  • Waasdorp, T. E., & Bradshaw, C. P. (2015). The overlap between cyberbullying and traditional bullying. Journal of Adolescent Health, 56, 483–488.
  • Williford, A., Elledge, L. C., Boulton, A. J., DePaolis, K. J., Little, T. D., & Salmivalli, C. (2013). Effects of the KiVa antibullying program on cyberbullying and cybervictimization frequency among Finnish youth. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 42(6), 820-833.
  • Wolke, D., Lee, K., & Guy, A. (2017). Cyberbullying: a storm in a teacup?. European Child & Adolescent Psychiatry, 26, 899-908.
Mirella van den Burg

Mirella van den Burg, MSc

adviseur onderwijs en veiligheid