Als pesten samengaat met discriminatie

Discriminatie is een van de redenen waarom kinderen en jongeren gepest worden. Ze worden gepest vanwege bepaalde kenmerken, zoals afkomst, seksuele voorkeur, huidskleur of beperking. Op deze pagina lees je meer over discriminatie en pesten. En wat je ertegen kunt doen.

Hoe zit het met discriminatie van kinderen en jongeren in Nederland?

Bij discriminatie worden mensen anders behandeld, achtergesteld of uitgesloten vanwege bepaalde kenmerken. Zoals geloof, seksuele voorkeur, huidskleur of handicap. Dit is niet alleen erg, maar ook strafbaar volgens de wet. Discriminatie is verboden.

Uit het rapport In eenzaamheid gepest van de Kinderombudsman blijkt dat bij 29 procent van de gepeste kinderen tussen 8 en 18 jaar sprake is van discriminatie. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft onderzoek gedaan naar hoeveel jongeren van 15 jaar en ouder discriminatie op school heeft ervaren. Hieruit blijkt dat 22 procent van hen discriminatie heeft ervaren en nog eens 8 procent vermoedens heeft gediscrimineerd te zijn. Dat betekent dat drie op de tien scholieren zich benadeeld voelen omdat ze bij een bepaalde groep horen.

Onderzoek laat zien dat sommige kinderen en jongeren vaker discriminatie ervaren dan anderen, dit zijn:

  • Meisjes vaker dan jongens
  • Lesbische, homoseksuele en biseksuele jongeren vaker dan heteroseksuele jongeren
  • Nederlandse jongeren met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond
  • Jongeren met een beperking vaker dan jongeren zonder beperking

In het onderzoek van het SCP werd jongeren gevraagd naar gevoelens van discriminatie. Het is niet belangrijk of die gevoelens terecht zijn, en of het in alle gevallen echt om discriminatie ging. Het is een duidelijk signaal dat veel jongeren zich niet goed behandeld voelen. Want ook voor kinderen en jongeren die het gevoel hebben dat ze gediscrimineerd zijn, kunnen de gevolgen serieus zijn.

Impact van discriminatie op gezondheid en welzijn

Discriminatie heeft gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van kinderen en jongeren. Het kan leiden tot eenzaamheid, pijn, stress, probleemgedrag, lagere zelfwaardering en minder verbondenheid met de maatschappij. Ook blijkt uit onderzoek van het SCP dat 9 procent van de jongeren kiest voor een lagere opleiding dan ze hadden gewild. Nog eens 9 procent geeft aan te zijn gestopt met hun opleiding door discriminatie. Aan de andere kant geeft twee derde van de jongeren aan dat ervaringen met discriminatie ervoor hebben gezorgd dat ze zich sterker voelen.

Hoe pak je discriminatie aan?

Het is ingewikkeld om discriminatie aan te pakken. Het vraagt om weloverwogen handelen. Het helpt als in een groep discriminatie wordt afgekeurd en er ruimte is voor verschillen. Een positief klimaat waarin kinderen en jongeren elkaar op een prettige manier aanspreken en steun bieden. Dit kan bijvoorbeeld in de klas, in een sportteam of bij een club zijn. Het creëren van een wij-gevoel draagt bij aan zo'n positief klimaat. Dit kun je doen door samen de gedragsregels op te stellen en daar regelmatig op terug te komen. Stel vragen als: Hoe willen wij hier met elkaar omgaan? Wat doen we als dat niet lukt? Hoe gaan we online met elkaar om? 

Het helpt als kinderen met verschillende kenmerken en achtergronden bevriend raken. Samenwerkingsopdrachten kunnen daarbij helpen. En ook boeken en films over zulke vriendschappen dragen bij. De rol van de leerkracht of groepsbegeleider is hier belangrijk. Die heeft een voorbeeldfunctie. Werk je in het onderwijs? Lees hier wat je als docent kan doen in het po, vo en mbo.

Maak discriminatie bespreekbaar

Het is goed om discriminatie te bespreken met kinderen en jongeren. Wees je ervan bewust dat het een gevoelig onderwerp is. Hoe bespreek je het in een groep? Hoe maak je het gesprek veilig en toegankelijk? En hoe zorg je ervoor dat het gesprek effect heeft? We hebben de do's en don'ts voor een gesprek over discriminatie op een rijtje gezet. Deze zijn gebaseerd op de publicatie Wat werkt bij het verminderen van discriminatie van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS).

Do's:

Laat kinderen en jongeren zich inleven

Verhalen van personen die gediscrimineerd zijn, grijpen aan. Stimuleer kinderen om zich in te leven in deze verhalen. Laat kinderen naar een ervaring luisteren, leer hoe je dat doet en laat hen gedachten en gevoelens van zichzelf en de ander onder woorden brengen. Dit kan ook door een verhaal te schrijven, gedicht of een tekening. En ga het gesprek aan over hoe zij zich zouden voelen in deze situatie.

Communiceer het gewenste gedrag, en niet wat er verkeerd gaat

De boodschap is niet dat veel mensen discrimineren, maar dat de meeste mensen willen dat er niet meer gediscrimineerd wordt.

Verbind verschillende vormen van discriminatie

Soms zien kinderen de overeenkomsten niet tussen verschillende vormen van discriminatie. Bijvoorbeeld dat uitsluiting vanwege een andere achtergrond hetzelfde gevoel aan kinderen kan geven, dan uitsluiten omdat iemand een beperking heeft.

Don'ts:

Gebruik geen stereotypen

Door stereotypen te benoemen, versterk je ze. Als je voorbeelden noemt, zoals 'Alle homo's zijn …'of 'Vrouwen kunnen niet …' worden de associaties in de hersenen versterkt en bereik je een averechts effect. Ook al is het je bedoeling om ze daarna te ontkrachten.

Ga niet in discussie over of je wel of niet mag discrimineren

Het is verboden bij de wet. Behandel het als vanzelfsprekend dat discrimineren verkeerd is. Vermijd ook de discussie of iedereen gelijk is.

Maak van discriminatie geen spelletje

Een spelvorm kan bij veel onderwerpen een handige manier zijn om onderwerpen goed te laten onthouden. Let hierbij op als je discriminatie wilt behandelen. Maak het niet te luchtig bij discriminatie, het is een serieuze zaak en het risico bestaat dat kinderen het onderwerp minder serieus nemen als het een spel behandeld wordt. Benadruk duidelijk dat er mensen zijn die discriminatie ervaren en ga in op wat het kind zelf zou voelen in deze situatie.

Wil je meer hierover lezen? Bekijk dan de publicatie Wat werkt bij het verminderen van discriminatie van het Kenniscentrum Inclusief Samenleven (KIS).

Foto Mirella van den Burg

Mirella van den Burg, MSc

adviseur onderwijs en veiligheid