Emotionele verwaarlozing steeg door eerste lockdown

Door de lockdown in het voorjaar van 2020 zijn onder professionals de vermoedens van kindermishandeling toegenomen. Dat stellen onderzoekers van de Universiteit Leiden op basis van rapportages uit het onderwijs en de kinderopvang.

De eerste lockdown veroorzaakte vooral meer vermoedens van emotionele verwaarlozing. Kinderen kregen geen onderwijs of waren getuige van huiselijk geweld.

Geschat wordt dat bijna 40.000 kinderen tijdens de eerste lockdown een vorm van verwaarlozing of mishandeling hebben meegemaakt, veel meer dan de 15.000 kinderen volgens een studie uit 2017. De helft van de vermoedens bestond al voor de lockdown en is erdoor verergerd. Slechts in 8,6 procent van de gevallen is het vermoeden ontstaan tijdens de lockdown.

Volgens de onderzoekers verhoogde een laag opleidingsniveau van ouders het risico op kindermishandeling meer dan tien keer, werkloosheid ruim drie keer. De onderzoekers concluderen daarom dat het sluiten van scholen en kinderopvang in gezinnen met deze risicofactoren tot extra onveilige situaties heeft geleid.

Anita Kraak, expert huiselijk geweld en kindermishandeling bij het Nederlands Jeugdinstituut, deelt die conclusie. 'Dit onderzoek laat zien dat de lockdown de kwetsbaarheid en kansenongelijkheid van kinderen en gezinnen die al kwetsbaar waren, heeft vergroot doordat zij minder steun kregen van andere belangrijke volwassenen. De toename van emotionele verwaarlozing is daaruit te verklaren omdat onderwijs en kinderopvang deels kunnen compenseren wat ouders door een lage opleiding of werkloosheid soms niet kunnen bieden. Dat maakt het extra belangrijk om bij nieuwe coronamaatregelen niet alleen te kijken naar kortetermijneffecten, maar vooral ook naar de gevolgen op de langere termijn.'

Bron: Universiteit Leiden; Nederlands Jeugdinstituut