Weinig ouders praten met kind over genderidentiteit

Zeven op de tien ouders praten nooit met hun kind over genderidentiteit. Hoewel deze ouders wel openstaan voor een dergelijk gesprek, denkt ruim de helft dat hun kind er geen behoefte aan heeft. Dat blijkt uit een peiling in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onder ruim duizend ouders in het kader van Coming Out Day op zondag 11 oktober.

Acht op de tien ondervraagde ouders weten waar de afkorting LHBTI voor staat. Vijf op de tien weten niet wat de termen aseksueel, queer, intersekse, panseksueel, non-binair of cisman betekenen. Zes op de tien ouders praten met hun kind over seksuele geaardheid en denken genoeg te weten om hierover een gesprek te kunnen voeren.

Uit onderzoek in 2019 blijkt dat LHBTI-jongeren graag met hun ouders over genderidentiteit en geaardheid willen praten, maar vinden dat hun ouders hier te weinig kennis over hebben. Dat terwijl deze jongeren vaker depressieve gevoelens hebben en vier tot vijf keer vaker aan suïcide denken dan heteroseksuele jongeren.

Volgens staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS spelen ouders een belangrijke rol bij het wegnemen van het taboe, de onzekerheid en de schaamte rondom geaardheid en genderidentiteit. 'Op deze manier kunnen jongeren zich vrij ontwikkelen. We willen negatieve gedachten zoveel mogelijk voorkomen en jongeren het gevoel geven dat ze zichzelf kunnen en mogen zijn.'

Bron: VWS