Verschil in ouderbetrokkenheid tussen po en vo

Ouderbetrokkenheid in het primair onderwijs (po) werkt anders dan in het voortgezet onderwijs (vo). Dat blijkt uit het onderzoek waarop Inge van der Heul op 1 oktober promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In het basisonderwijs heeft ouderbetrokkenheid in de thuissituatie, zoals voorlezen en steun geven, de meeste invloed op de schoolprestaties van een kind. In het voortgezet onderwijs geldt dit juist voor de ouderbetrokkenheid op school, zoals het contact met andere ouders of een plek in de ouderraad of medezeggenschapsraad. Een mogelijke verklaring is dat ouders bewust kiezen voor een andere manier van betrokken zijn naarmate het kind ouder en zelfstandiger wordt.

Uit het onderzoek blijkt ook dat demografische kenmerken van ouders, zoals het opleidingsniveau en de taal die zij thuis met hun kinderen spreken, het effect van betrokkenheid op de schoolprestaties kunnen beïnvloeden. Zo kan vaker voorlezen voor kinderen van lager opgeleide ouders voor een betere ontwikkeling zorgen, terwijl dat bij hoger opgeleide ouders niet veel uitmaakt.

En kinderen van ouders die naast Nederlands thuis ook een andere taal spreken en het belangrijk vinden om op school mee te helpen, hebben betere scores dan kinderen wiens ouders thuis alleen Nederlands spreken en niet bij school betrokken zijn.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen