Het is tijd om in de maatregelen tegen verspreiding van het coronavirus verschillende prioriteiten tegen elkaar af te wegen. Anders wordt de schade aan gezondheid, economie en welzijn te groot, schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in zijn advies (Samen)leven is meer dan overleven.
Aan het begin van de coronacrisis gingen de belangen van het collectief boven die van het individu. Zo was het mogelijk snel maatregelen te nemen en kwamen we uit bij 'de anderhalvemetersamenleving'. Het is tijd voor een nieuwe route, vindt de RVS, waarin de verhouding tussen individu en collectief in beweging is en de context een rol speelt bij afwegingen. Zo moet het mogelijk zijn dat een kind met een beperking naar de dagbesteding gaat, omdat de druk op het gezin anders niet vol te houden is.
De RVS roept op tot maatwerk bij de maatregelen in de zorg. Laat bijvoorbeeld het overkoepelende verbod op bezoek los en geef instellingen de ruimte om zelf een bezoekregeling op te stellen, in afstemming met de lokale GGD.
Naast mensen met een groot risico op een ernstig ziekteverloop ontstaan er door de crisisaanpak sociale en gezondheidsrisico's bij andere kwetsbare groepen. De RVS noemt als voorbeeld onder meer leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs die niet binnenkort naar school kunnen, kinderen met een leerachterstand, en gezinnen waar het onveilig is. Geef bij het versoepelen van maatregelen voorrang aan de kwetsbare groepen met de grootste sociale en gezondheidsrisico's, aldus de RVS. In de zorg en begeleiding voor kinderen met een beperking bijvoorbeeld is fysieke nabijheid onvermijdelijk, dus zorg daar voor voldoende beschermingsmiddelen en testcapaciteit.
De RVS signaleert dat de crisis ook leidt tot meer samenwerking en innovatie in de zorg. Maak daar gebruik van bij het hervatten van zorg na de crisis. Inventariseer bijvoorbeeld hoe die samenwerking nu tot stand komt en wat die oplevert. En omarm 'zorg op afstand' niet als hét nieuwe normaal, maar als waardevolle uitbreiding van het repertoire van zorg- en hulpverleners, aldus de RVS.
Bron: Raad voor Volksgezondheid en Samenleving