Kwaliteit samenwerking beïnvloedt behandelresultaat

Hoe beter de samenwerking of alliantie tussen hulpverlener en ouder, hoe beter het behandelresultaat van de ambulante hulpverlening. Dat blijkt uit het onderzoek waarop Marieke de Greef, onderzoeker bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, op 22 mei promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Een alliantie is een professionele 'samenwerkingsrelatie' waarbij het 'klikt' tussen ouders en hulpverlener. Ook is er overeenstemming over de doelen en aanpak van de ondersteuning of hulp. Volgens De Greef draagt een goede samenwerking tussen ouders en hulpverleners positief bij aan de effectiviteit van ambulante gezinshulpverlening.

Allianties waren vaak beter als de ouders niet eerder vergelijkbare hulp hebben gehad en als ouders en hulpverleners positieve verwachtingen hebben. Daarom is het zinvol om de ervaring van ouders met eerdere hulpverlening en hun verwachtingen te bespreken. Overigens ervaren ouders de kwaliteit van de samenwerking vaak anders dan hulpverleners. Daarom is het volgens De Greef belangrijk dat hulpverleners nagaan hoe ouders de samenwerking ervaren, feedback vragen en eventueel verbeteringen doorvoeren.

Inge Bastiaanssen, medewerker van het Nederlands Jeugdinstituut: 'Een goede alliantie is een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van resultaten met kinderen en gezinnen. Naast dat het persoonlijk moet klikken, is het ook belangrijk om samen te beslissen over passende hulp. Waarbij je ook de juiste interventies of elementen van interventies moet inzetten om het probleem gericht op te lossen. Want wanneer je niet gericht intervenieert, kan dit weer een negatieve uitwerking hebben op de werkrelatie en het uiteindelijke resultaat. Uit wetenschappelijk onderzoek, de praktijk en ervaringen van jongeren en ouders blijkt dat alleen een goede band tussen professionals, kinderen en ouders niet genoeg is om resultaten te bereiken.'

Bron: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)