Online misbruik raakt 1 op 2 jongeren

Een op de twee jongeren tussen 12 en 25 jaar krijgt ooit te maken met online seksueel misbruik of online seksuele intimidatie. Zo'n 700.000 tot 800.000 jongeren hadden er het afgelopen jaar mee te maken. Dat blijkt uit onderzoek van Fonds Slachtofferhulp onder 2.700 Nederlandse jongeren. Vivian den Blanken: 'Wees als professional, ouder of medeopvoeder op de hoogte van wat er online speelt.'

Er zijn verschillende vormen van online seksueel misbruik en online seksuele intimidatie. Bijvoorbeeld het ongewenst ontvangen van naaktbeelden en ongewenste seksuele opmerkingen, exposen, grooming, seksuele deepfakes en sextortion. Snapchat, WhatsApp en Instagram zijn de meest genoemde platformen waarbij misbruik en intimidatie plaatsvindt.

70 procent van de slachtoffers ervaart directe psychische of sociale gevolgen zoals schaamte, angst en een verminderd vertrouwen in anderen. 37 procent praat met niemand over wat hen is overkomen. 4 procent doet aangifte of meldt het bij de politie.

Het Fonds Slachtofferhulp roept de overheid, onderwijsinstellingen, hulpverleners en maatschappelijke organisaties op om te investeren in laagdrempelige hulp voor jongeren. Ook moeten onderwijsinstellingen in de lessen meer aandacht geven aan online veiligheid. 

'Dit zijn natuurlijk heftige cijfers', zegt Vivian den Blanken van het NJi. 'Wij sluiten ons aan bij de aanbevelingen om de online omgeving voor kinderen en jongeren veiliger te maken en te investeren in een offline omgeving waar jongeren over hun ervaringen kunnen praten en hulp krijgen.'

Onderdeel van de seksuele opvoeding

Volgens Den Blanken is het daarnaast belangrijk om de online omgeving mee te nemen als je naar de dag van een kind vraagt. 'Of je nu professional, ouder of medeopvoeder bent, probeer op de hoogte zijn van wat er online speelt. Vraag waar kinderen en jongeren zich online mee bezig houden en met wie ze daar praten. Doe dat vanuit nieuwsgierigheid en niet vanuit controle. Maak de online omgeving ook onderdeel van de seksuele opvoeding. Vaak denken we dat dat pas op latere leeftijd nodig is, maar dit onderzoek toont aan hoe vroeg kinderen online al in aanraking kunnen komen met seksueel gedrag. Laat een kind of jongere bovendien weten dat wat er ook gebeurt, ook als ze denken dat ze iets fout hebben gedaan, ze altijd bij je terecht kunnen. Maar ook waar ze naartoe kunnen als ze er niet met je over durven praten. Bijvoorbeeld een hulplijn als Helpwanted, waar ze anoniem hun verhaal kunnen doen.'

Meer informatie

Bericht Fonds SlachtofferhulpRapport De onzichtbare werkelijkheid blootgelegd