Aanpak van schoolverzuim blijft hard nodig

De verzuimcijfers van het schooljaar 2019-2020 laten zien dat veel leerlingen niet naar school gaan. Een integrale aanpak is nodig om ieder kind in beeld te krijgen en te houden. Dat schrijven minister Arie Slob (OCW) en staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) aan de Tweede Kamer.

Tijdens de schoolsluiting waren scholen door het coronavirus niet verplicht verzuimmeldingen door te geven, schrijven de bewindslieden. Daarom zijn de cijfers voor 2019-2020 moeilijk te vergelijken met voorgaande jaren. Ondanks inzet van de betrokken partijen loopt het aantal uitgevallen leerlingen niet terug.

Omslag

De bewindslieden zijn anders gaan kijken naar verzuim, schrijven ze. De term 'thuiszitter' past volgens hen niet, omdat die suggereert dat er iets mis is met het kind. Bij uitval is het belangrijk om kinderen en jongeren in beeld te hebben, zodat ze gestimuleerd kunnen worden om deel te nemen aan onderwijs. Daarnaast komt er meer aandacht voor vroeginterventie, ook bij geoorloofd verzuim.

Samenwerken in coronatijd

Tijdens de coronacrisis hebben scholen intensief samengewerkt met leerplichtambtenaren, jeugdcoaches, jongerenwerkers, jeugdhulp en wijkteams. Door deze geïntensiveerde samenwerking hopen scholen de leerlingen die uitvallen beter in beeld te krijgen. Leerplichtambtenaren hadden meer contact met scholen. Ook gingen ze vaker op deurbezoek. Veel ouders en leerlingen waardeerden dat.

Maatwerk

Vincent Fafieanie van het Nederlands Jeugdinstituut herkent het beeld dat in de Kamerbrief naar voren komt. Hij pleit voor maatwerk. 'Goede samenwerking tussen onderwijs en zorg is daarbij cruciaal.'

Volgens Fafieanie is er geen eenduidig verband te leggen tussen verzuim en corona. 'Wel zien we dat steeds meer jongeren stress ervaren door de coronaperiode en dat de onderwijsontwikkeling vertraagt. De aanpak om alle leerlingen in het vizier te houden heeft op veel plekken goed gewerkt. Dit is een belangrijke ervaring voor de samenwerking tussen scholen en partners uit het sociaal domein.'

Volgens Fafieanie is het een positieve ontwikkeling dat het kabinet de term 'thuiszitter' niet meer hanteert. 'Het is een goed idee om niet meer te praten over thuiszitters, maar ons te concentreren op wat jongeren nodig hebben om zich binnen hun eigen mogelijkheden te ontwikkelen.'

Bron: VWS; OCW; Nederlands Jeugdinstituut