Het Scholierenonderzoek Kindermishandeling (SOK) is een landelijk onderzoek naar de omvang van kindermishandeling onder scholieren in de eerste vier klassen van het voortgezet onderwijs in Nederland. Het onderzoek heeft in 2006, 2010 en 2016 plaatsgevonden. In het onderzoek zijn jongeren zelf bevraagd over hun ervaringen met kindermishandeling en verwaarlozing. Dit onderzoek geeft inzicht in het aantal jongeren dat aangeeft als kind ooit mishandeld te zijn geweest (prevalentiecijfers). Daarnaast geeft het informatie over het aantal jongeren dat in de laatste twaalf maanden een of meerdere vormen van mishandeling heeft meegemaakt (incidentiecijfers).
Het Scholierenonderzoek maakt deel uit van de informantenstudie Nationale Prevalentiestudie Mishandeling (NPM).
Instelling
ITS, Radboud Universiteit (2017)
Vrije Universiteit Amsterdam & PI research/Duivendrecht (2006)
Methode
Soort onderzoek
Steekproefonderzoek
Jaar dataverzameling
2006, 2010, 2016
Instrumenten
Voor het onderzoek is een vragenlijst samengesteld: de 'Vragenlijst vervelende en nare gebeurtenissen'. Deze vragenlijst is gebaseerd op de Dating Violence Questionnaire en de Parent-Child Conflict Tactics Scales. Daarnaast zijn een aantal vragen ontleend aan de vragenlijst 'Gezondheid en geluk van scholieren: voortgezet onderwijs' en de vragenlijst 'Nationaal Scholierenonderzoek 2001'.
De 'Vragenlijst vervelende en nare gebeurtenissen' bestaat uit vijf categorieën van vragen:
- kindermishandeling;
- conflicthantering van ouders;
- sociaal wenselijkheid;
- biografische en sociaal-demografische kenmerken;
- overige vervelende en nare gebeurtenissen.
Het grootste deel bestaat uit vragen over kindermishandeling, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen:
- verwaarlozing;
- psychologische agressie van ouders;
- fysiek geweld binnenshuis;
- seksueel misbruik buiten en binnen eigen gezin/familie;
- meegemaakte conflicten tussen ouders: fysieke confrontatie, dreiging met een wapen of intimidatie.
Afname
De schriftelijke vragenlijst is tijdens een lesuur klassikaal afgenomen.
Steekproefgrootte en respons
Populatie
Het onderzoek is gericht op jongeren in de leeftijd van 11 tot en met 17 jaar uit klassen 1 tot en met 4 van het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo).
Steekproefgrootte
In 2016 zijn er ruim 150 scholen benaderd. Uiteindelijke hebben 22 scholen verspreid over heel Nederland meegewerkt aan het onderzoek. 1935 leerlingen uit de eerste vier klassen van het vmbo, havo en vwo vulden de vragenlijst in. Van 16 leerlingen kon de vragenlijst niet gebruikt worden, wegens onder andere vragen die niet beantwoord zijn, leeftijd van 18 jaar of ouder. Van de ingevulde vragenlijsten zijn uiteindelijk 1908 vragenlijsten meegenomen in de analyses. Dit aantal is vrijwel gelijk aan het aantal uit de meetrondes in 2006 en 2010.
Er is in de meetronde 2016, ten opzichte van de vorige meetrondes, een selecte groep scholen en daarmee wellicht een selecte groep scholieren benaderd. De achtergrondenkenmerken van de scholieren in 2016 wijken op een aantal punten af van de vorige meetrondes. Het gaat dan met name om de stedelijkheidsgraad van de woonwijk van de scholieren. Hiervoor is zo goed mogelijk gecorrigeerd door middel van wegen. Maar selectiviteit van de scholen is volgens de onderzoekers hiermee niet uitgesloten.
Nader onderzoek van de achtergrondkenmerken laat zien dat de groep deelnemende scholieren in bepaalde opzichten niet representatief is. Dat geldt niet alleen voor de meetronde in 2016 maar voor alle meetrondes van het scholierenonderzoek.
Leeftijd
Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder scholieren in de leeftijd van 12 tot en met 16 jaar. In 2016 zijn er ten opzichte van de Nederlandse populatie iets teveel 16 jarigen in het onderzoek.
Verdeling sekse
De steekproef bestaat in 2016 uit 51 procent jongens en 49 procent meisjes.
Opleiding
Van de deelnemende scholieren zit in 2016 56,5 procent op het vmbo en 43,5 procent op havo/vwo.
Afkomst
Van de deelnemende scholieren heeft 84,6 procent een Nederlandse achtergrond en 15,4 procent een migratieachtergrond. In 2016 is de afkomst niet verder gespecificeerd.
Kwaliteit van het onderzoek
Dataverzameling
Criteria | |
---|---|
Is de methode van dataverzameling beschreven? | Ja |
Is de plaats / setting van dataverzameling beschreven? | Ja |
Is de periode waarin dataverzameling plaatsvond beschreven? | Ja |
Steekproef
Criteria | |
---|---|
Beschrijving selectiviteit steekproef | |
Is de leeftijd beschreven? | Ja |
Is de sekseverdeling beschreven? | Ja |
Is de verdeling naar etnische herkomst beschreven? | Ja |
Is de verdeling naar urbanisatiegraad beschreven? | Ja |
Is de verdeling naar opleidingsniveau beschreven? | Ja |
Is de verdeling van sociaal-economische status beschreven? | Ja |
Beschrijving rekrutering steekproef | |
Is de manier waarop de selectie van de steekproef plaatsvond beschreven? | Ja |
Is er volgens de onderzoekers sprake van selectiviteit van non-respons? | Onbekend |
Representativiteit steekproef | |
Is de steekproef volgens de onderzoekers representatief m.b.t. leeftijd? | Ja |
Is de steekproef volgens de onderzoekers representatief m.b.t. sekse? | Ja |
Is de steekproef volgens de onderzoekers representatief m.b.t. urbanisatiegraad van de woonplaats? | Nee |
Is de steekproef volgens de onderzoekers representatief m.b.t. sociaal-economische status van de ouders/opvoeders? | Onbekend |
Steekproefgrootte | |
Is beschreven of de steekproefgrootte volgens de onderzoekers voldoende is voor betrouwbare uitspraken? | Ja |
Instrumenten
Criteria | |
---|---|
Is beschreven welke vragen of instrumenten zijn gebruikt voor de berekening van de prevalenties? | Ja |
Data-analyse
Criteria | |
---|---|
Is de data-cleaning beschreven? | Ja |
Zijn datamanipulaties cq berekeningen beschreven? | Ja |
Is er een beschrijving van de gebruikte statistische methoden? | Ja |
Afname
Criteria | |
---|---|
Is beschreven of er een proefleider aanwezig was tijdens de afname? | Ja |
Is beschreven hoeveel tijd de respondenten hadden voor het beantwoorden van de vragen? | Ja |
Is beschreven hoe men is omgegaan met de privacy van de respondenten tijdens de afname? | Ja |
Publicatiegegevens
- Alink, L., Ijzendoorn, T., Bakermans-Kranenburg, M., Pannebakker, F., Vogels, T. & Euser, S. (2011). Kindermishandeling in Nederland anno 2010. De Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen. Casimir Publishers
- Lamers-Winkelman, F., ... [et al.] (2007). 'Scholieren over mishandeling : resultaten van een landelijk onderzoek naar de omvang van kindermishandeling'. Amsterdam: PI Research.
- Schellingerhout, R. & Ramakers, C. (2017). Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016. Nijmegen: ITS, Radboud Universiteit Nijmegen.
De resultaten van dit onderzoek zijn gebruikt voor de cijfers over: