Aantal werkloze jongeren
In 2022 was 7,6 procent van de 15- tot 25-jarige beroepsbevolking werkloos. In 2021 ging het om 9,3 procent.
Sinds 2014 daalt het aantal werkzoekende jongeren geleidelijk. In 2014 ging het om bijna 14 procent. In 2022 ligt het werkloosheidspercentage onder jongeren lager dan ooit. In 2020 en 2021 steeg het percentage, vermoedelijk door de coronapandemie, maar waren er nog steeds minder jongeren op zoek naar werk dan in de periode voor 2014 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).

Gegevens in een tabel
Jeugdwerkloosheid onder jongeren (2014-2022)
Jaar | Alle jongeren | Met startkwalificatie | Zonder startkwalificatie |
---|---|---|---|
2014 | 12,7% | 9,2% | 17,3% |
2015 | 11,3% | 7,7% | 15,9% |
2016 | 10,8% | 7,6% | 14,9% |
2017 | 8,9% | 6,3% | 12,3% |
2018 | 7,2% | 5,1% | 9,9% |
2019 | 6,7% | 4,9% | 9,2% |
2020 | 9,1% | 7,5% | 11,4% |
2021 | 9,3% | 7,3% | 12,5% |
2022 | 7,6% | 6,1% | 10,1% |
Jongeren zonder startkwalificatie
Jongeren zonder startkwalificatie, dat wil zeggen zonder een diploma op havo-, vwo- of mbo-2-niveau, zijn over de jaren heen vaker werkloos dan jongeren met een startkwalificatie. In 2022 was van de jongeren zonder startkwalificatie 10,1 procent werkloos. Dit is een daling ten opzichte van 2021, toen 12,5 procent werkloos was. Van de jongeren met een startkwalificatie was in 2022 6,1 procent werkloos. Ook dit is een daling ten opzichte van 2021: toen ging het om 7,3 procent (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).
Het CBS onderzocht onder de ruim 87 duizend jongeren die in 2008 het middelbaar beroepsonderwijs verlieten hoe hun arbeidsmarktpositie er tien jaar later uitzag. Van deze jongeren had 39 procent bij uitstroom nog geen startkwalificatie behaald. Negen van de tien jongeren die met een startkwalificatie het mbo verlieten én niet meer terugkeerden in het onderwijs, had in 2018 betaald werk. Onder jongeren zonder startkwalificatie was dit slechts zeven op de tien.
Ook jongeren zonder startkwalificatie die na tien jaar wel werk hebben weten te vinden, doen vaak onder voor jongeren met een startkwalificatie. Zo valt op dat het gemiddelde uurloon in 2018 lager is, namelijk 14,72 euro zonder startkwalificatie tegenover 17,87 euro met startkwalificatie. Daarnaast hadden de voortijdig schoolverlaters minder vaak een vast contract (40 procent) dan jongeren met een startkwalificatie (56 procent) en werkten ze relatief vaker minder dan 20 uur per week (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2021).
Werkloosheid naar herkomst
Werkloosheid komt het meeste voor onder jongeren die buiten Europa zijn geboren (migranten) en jongeren die in Nederland geboren zijn maar waarvan de ouders buiten Europa zijn geboren (tweede generatie). In 2022 gaat het om respectievelijk 13,5 procent en 9,8 procent van de 15- tot 25-jarigen. Onder jongeren met een Nederlandse achtergrond die in Nederland zijn geboren en waarvan ook de ouders in Nederland zijn geboren, gaat het om 6,5 procent die op zoek is naar betaald werk.
Tot de buiten-Europese landen vallen de grote herkomstlanden Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Cariben en Indonesië.
Het werkloosheidspercentage onder de bevolking van 15 tot 25 jaar daalt. Dat geldt voor alle herkomstgroepen. Circa 10 jaar geleden (2013) was 14,2 procent van de werkzoekende jongeren van 15 tot 25 jaar werkloos. In 2022 is dit gedaald naar 7,6 procent. Onder jongeren die zelf buiten Europa zijn geboren is het percentage werklozen gedaald van 26,3 procent naar 13,5 procent. Onder de tweede generatie jongeren waarvan de ouders buiten Europa zijn geboren is het percentage gedaald van 23,5 procent in 2013 naar 9,8 procent in 2022.
Jongeren zonder werk en opleiding
Jongeren die geen werk hebben en ook geen onderwijs volgen, worden aangeduid als NEET-jongeren. NEET staat voor 'Not in Education, Employment, or Training'. In 2018 waren er in Nederland bijna 233.000 NEET-jongeren tussen de 16 en 27 jaar. Dat is ongeveer 10 procent van alle 16- tot 27-jarigen. In de onderstaande figuur is te zien hoeveel NEET-jongeren er per arbeidsregio waren in 2018.
Of een jongere in een situatie zonder werk of opleiding terechtkomt, hangt af van veel factoren. Maar sommige jongeren met een bepaalde achtergrond worden vaker NEET dan anderen. Dit is te zien in onderstaande figuur.
Over deze cijfers
De cijfers over jongeren zonder werk en opleiding zijn berekend door het NJi met behulp van microdata van CBS. Hierbij zijn verschillende gegevens geanalyseerd over de arbeid, onderwijs en zorg van jongeren in de periode 2010-2018. Voor meer informatie over deze analyse kun je mailen naar t.tuenter@nji.nl.
Werkzoekende jongeren per gemeente
Wil je weten wat het aandeel werkzoekende jongeren in jouw gemeente is? Dit vind je op Staat-van-de-jeugd.nl.
Definitie
Alle 15- tot 65-jarigen die een betaalde baan hebben van ten minste twaalf uur per week of op zoek zijn naar een baan van ten minste twaalf uur per week behoren tot de beroepsbevolking. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de werkzame en de werkloze beroepsbevolking. Tot de werkloze beroepsbevolking worden personen gerekend die minimaal twaalf uur per week willen werken, daarvoor beschikbaar zijn, en activiteiten ontplooien om werk van minstens twaalf uur per week te vinden.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek is in 2022 overgegaan op een nieuwe herkomstindeling ter vervanging van wat eerder bevolking met een westerse of niet-westerse migratieachtergrond werd genoemd.
Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. De hoofdindeling westers en niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. De veelvoorkomende immigratielanden zijn Turkije, Marokko, Suriname, de Nederlandse Cariben en Indonesië. Deze vallen in de nieuwe indeling in de categorie 'buiten Europa'.
Meer informatie
Bronnen
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2023). Werkloosheid onder jongeren
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2023). Werkloze jongeren met- en zonder startkwalificatie
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2021). Werk tien jaar na verlaten onderwijs
- NEET (Staat van de jeugd)
Meer informatie over gebruikt onderzoek:
