Aantal voortijdig schoolverlaters
Gegevens in een tabel
Percentage voortijdig schoolverlaters per schooljaar
Schooljaar | Percentage |
---|---|
2010- 2011 | 2,97 |
2011- 2012 | 2,76 |
2012- 2013 | 2,09 |
2013- 2014 | 1,94 |
2014- 2015 | 1,81 |
2015- 2016 | 1,70 |
2016- 2017 | 1,75 |
2017- 2018 | 1,74 |
2018- 2019 | 2,00 |
2019-2020 | 1,72 |
2020-2021 | 1,88 |
2021-2022 | 2,34 |
In het schooljaar 2021-2022 waren er 30.242 nieuwe voortijdig schoolverlaters, 2,34 procent van alle leerlingen (tot 23 jaar). Ten opzichte van 2020-2021 is er sprake van een stijging van bijna 6.000 leerlingen dat zonder startkwalificatie van school gaat. Dit is het hoogste aantal in 10 jaar. In 2020-2021 ging het om 24.385 nieuwe schoolverlaters; 1,88 procent van alle leerlingen. De stijging is het grootst onder leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs. In 2021-2022 hebben 25.217 mbo- leerlingen voortijdig het onderwijs verlaten (6.35 procent van de leerlingen). Een jaar eerder ging het om circa 5 procent. Onder leerlingen in het voortgezet onderwijs is het percentage gestegen van 0,4 procent naar 0,5 procent (Ministerie van OCW, 2023).
Percentage voortijdig schoolverlaters per onderwijssoort
In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn er in 2021-2022 er opnieuw aanzienlijk meer voortijdig schoolverlaters (6,35 procent) dan in het voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) (0,49 procent). In het middelbaar beroepsonderwijs is er in 2021-2022 ten opzichte van 2020-2021 sprake van een forse stijging van het aantal leerlingen in het mbo die voortijdig school hebben verlaten. Het percentage is gestegen van 5 procent naar 6,35 procent van de leerlingen dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat. In het voortgezet onderwijs is het percentage gestegen van 0,41 procent naar 0,49 procent (Ministerie van OCW, 2023).
Gegevens in een tabel
Percentage voortijdig schoolverlaters per onderwijssoort
Schooljaar | Voortgezet onderwijs | Middelbaar beroepsonderwijs |
---|---|---|
2010-2011 | 1,1 | 7,3 |
2011-2012 | 0,9 | 6,9 |
2012-2013 | 0,6 | 5,7 |
2013-2014 | 0,5 | 5,2 |
2014-2015 | 0,5 | 5,0 |
2015-2016 | 0,4 | 4,6 |
2016-2017 | 0,5 | 4,6 |
2017-2018 | 0,5 | 5,1 |
2018-2019 | 0,5 | 5,4 |
2019-2020 | 0,4 | 4,6 |
2020-2021 | 0,4 | 4,9 |
2021-2022 | 0,5 | 6,4 |
Voortijdig schoolverlaten naar herkomst
De laatste tien jaar is het aantal jongeren dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat gedaald. Daardoor is ook het totaal aantal jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie afgenomen. De daling is het sterkst onder jongeren met een 'niet-westerse' migratieachtergrond. Het verschil met jongeren van Nederlandse origine neemt langzaam af.
In de afgelopen tien jaar is het percentage jongeren met een 'niet-westerse' migratieachtergrond dat zonder startkwalificatie het onderwijs verlaat, gedaald van 5,7 procent in 2010/2011 naar 3,5 procent in 2020/2021. Onder jongeren van Nederlandse origine ging het om een daling van 2,6 procent in 2010/2011 naar 1,8 procent in 2020/2021 (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022).
Voortijdig schoolverlaters per gemeente
Wil je weten wat het aandeel voortijdig schoolverlaters is in jouw gemeente? Dit vind je op Staat-van-de-jeugd.nl.
Voortijdig schoolverlaters per gemeente
Definitie
Voortijdig schoolverlaters zijn jongeren tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie: een diploma op havo-, vwo- of mbo-niveau 2. Dat betekent dat een jongere na het vmbo nog minimaal twee jaar een beroepsopleiding moet volgen en afronden. Leerlingen die na het behalen van een vmbo-diploma geen onderwijs meer volgen en geen werk hebben, zijn daarom als voortijdig schoolverlater gedefinieerd. Dat geldt ook voor jongeren die met een diploma op mbo-niveau 1 het onderwijs verlaten en geen werk vinden. Ook leerlingen tot 23 jaar die langer dan een maand zonder reden van school wegblijven, vallen onder de voortijdig schoolverlaters.
Meer informatie
Bronnen
- Centraal Bureau voor de Statistiek (2022). Voortijdig schoolverlaten naar herkomst.
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2022a). Brief van de minister aan de Tweede Kamer van 14 maart 2022 over cijfers voortijdig schoolverlaten 2020-2021.
- Dienst Uitvoering Onderwijs (2023). Dashboards voortijdig schoolverlaten (vsv) en jongeren in een kwetsbare positie (jikp).
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2023). Onderwijs in cijfers.
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2020). Brief van de minister aan de Tweede Kamer van 4 maart 2020 betreffende aanpak voortijdig schoolverlaten.
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2019). Brief van de minister aan de Tweede Kamer van 22 februari 2019 betreffende blijvende aandacht voor voortijdig schoolverlaten.
- Ministerie van Onderwijs (2017). Nieuwsbericht voortijdig schoolverlaten.
- Ministerie van OCW (2016). Nieuwe schoolverlaters. Bijlage bij VSV-brief februari 2016. Den Haag: ministerie van OCW.
- Ministerie van OCW (2015). Nieuwe voortijdig schoolverlaters. Convenantjaar2013-2014. Voorlopige cijfers. Den Haag: ministerie van OCW.
- Ministerie van OCW (2014). Nieuwe voortijdig schoolverlaters. Bijlage bij VSV-brief 2014. Convenantjaar 2012-2013. Voorlopige cijfers. Den Haag: ministerie van OCW.
