Sociale uitsluiting
Meedoen in de samenleving wordt in het algemeen beschouwd als een eerste levensbehoefte. Veel kinderen uit gezinnen met geldzorgen zijn uitgesloten van het meedoen aan voorzieningen die geld kosten. Armoede kan zo leiden tot een beperkte ontwikkeling en sociaal isolement. Het Sociaal en Cultureel Planbureau onderscheidt vier vormen van sociale uitsluiting, waarvan er drie met geldzorgen te maken hebben:
- Geldgebrek
- Onvoldoende participatie
- Onvoldoende toegang tot sociale grondrechten zoals saamhorigheid en veiligheid in de buurt en het voorzieningenaanbod voor kinderen.
Meedoen aan activiteiten in hun vrije tijd helpt kinderen bij hun fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze kunnen zo hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Echter, het percentage arme kinderen dat niet meedoet aan vrijetijdsactiviteiten zoals sport en cultuur die geld kosten, is twee keer zo hoog als dat van kinderen uit welvarender gezinnen. Dit geldt vooral voor kinderen in gezinnen met een bijstandsuitkering.
School is een belangrijke plek om alle kinderen met een georganiseerde vrijetijdsbesteding te bereiken. Daarnaast spelen bijvoorbeeld de kerk en de moskee voor veel kinderen een belangrijke rol in hun vrijetijdsbesteding.
Slechte kwaliteit leefomgeving en achterstandswijken
Kinderen die opgroeien in armoede wonen vaker in kwalitatief slechte woningen, waardoor ze meer gezondheidsproblemen kunnen ervaren. Deze woningen staan vaak in slechte buurten, waardoor kinderen meer te maken kunnen hebben met criminaliteit of hun mogelijkheden tot buitenspelen worden beperkt.
Kinderen die met armoede te maken hebben, vinden hun buurt vaker dan andere kinderen onveilig. Ook vinden ze dat er te weinig activiteiten zijn en missen ze contact met andere ondersteunende volwassenen dan hun ouders. In achterstandswijken is vaker een opeenstapeling van problemen wat betreft de huisvesting en de fysieke omgeving. Ook zijn er minder voorzieningen, slechtere scholen, te weinig of geen leerkrachten en minder goede rolmodellen. Armoede wordt dan de norm.
Hechting en band met de ouders
In de meeste gezinnen in armoede is de band tussen ouders en kind goed. Door stress en spanning thuis als gevolg van armoede, staat echter in sommige gezinnen de band met ouders onder druk. Een goede hechting met de ouders of andere opvoeders in de eerste levensjaren, helpt bij de ontwikkeling van een kind op sociaal, emotioneel, taal- en cognitief gebied.
Langdurige armoede in een gezin kan een goede hechting tussen ouder en kind in de weg staan. Uit onderzoek blijkt dat problemen met hechting in de kindertijd ertoe kan leiden dat kinderen piekeren, negatief over zichzelf denken of depressieve gevoelens hebben. Vooral bij jongens kan het leiden tot agressief en druk gedrag.
Wat vinden kinderen er zelf van?
'Je voelt je minder'
In het onderzoek van de Kinderombudsman (2017 en 2019) geven kinderen aan dat als je dagelijks geconfronteerd wordt met geldgebrek, je je dan soms minder voelt en het invloed heeft op je toekomstperspectief en de keuzes die je maakt. Veel van de kinderen in armoede hebben het gevoel dat ze niets aan hun situatie kunnen veranderen. Hun leven biedt te weinig stabiliteit en zekerheid. Het minst tevreden zijn ze over vijf aspecten van hun leefomgeving:
- Zekerheid en stabiliteit
- School en vrije tijd
- Sociaal netwerk van andere volwassenen
- Veiligheid in de buurt
- Aandacht van ouders
Ook geven kinderen in armoede hun leven een lager rapportcijfer dan kinderen in meer welvarende gezinnen.
Bronnen
- Guiaux, M., Roest A., & Iedema, J. (2011). Voorbestemd tot achterstand? Armoede en sociale uitsluiting in de kindertijd en 25 jaar later. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
- Hopman, M. & Jong, A. de (13 december 2019). Ik ben meer dan mijn problemen. Een integrale aanpak voor kinderen met meerdere problemen in de thuissituatie. De Kinderombudsman.
- Jehoel-Gijsbers, G. (2009). Kunnen alle kinderen meedoen? Onderzoek naar de maatschappelijke participatie van arme kinderen. Nulmeting. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
- Roest, A., Lokhorst, A. & Vrooman, C. (2010). Sociale uitsluiting bij kinderen: omvang en achtergronden. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
- Wiersma, M. & Kooi, C. van der (2017). Alle kinderen kansrijk. Het verbeteren van de ontwikkelingskansen van kinderen in armoede. Den Haag: Kinderombudsman, december 2017.
